Gepubliceerd op woensdag 22 januari 2025
IEF 22485
Overig ||
13 jan 2025
Overig 13 jan 2025, IEF 22485; ECLI:NL:TADRARL:2025:10 (Klagers tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/tuchtrecht-geen-bewijs-voor-een-gebrek-aan-onafhankelijkheid-of-belangenverstrengeling-in-auteursrechtelijk-geschil

Tuchtrecht: geen bewijs voor een gebrek aan onafhankelijkheid of belangenverstrengeling in auteursrechtelijk geschil

Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2025, IEF 22485; ECLI:NL:TADRARL:2025:10 (Klagers tegen verweerster). Deze procedure betreft een klacht over een advocaat die namens een cliënt heeft opgetreden in een auteursrechtelijke kwestie. De klacht werd op 16 oktober 2023 ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in Gelderland. Het geschil draait om het ongeautoriseerde gebruik van een foto, waarop volgens de advocaat auteursrecht rust. De advocaat heeft namens haar cliënt de wederpartij aansprakelijk gesteld en een schikkingsvoorstel gedaan. De wederpartij betwistte het auteursrecht op de foto, verwijderde deze van de website en ging uiteindelijk akkoord met het voorstel. De klagers dienden echter een klacht in, stellende dat de advocaat in strijd met de gedragsregels heeft gehandeld door onafhankelijkheid en integriteit niet te waarborgen. De klagers voerden aan dat de advocaat niet onafhankelijk was, omdat zij namens haar werkgever en diens levenspartner optrad. Ze betoogden dat deze professionele en persoonlijke relaties de onafhankelijkheid van de advocaat ondermijnden. Ook vonden zij het schikkingsbedrag van €1.600 buitensporig en de aanpak van de advocaat onredelijk. De advocaat verweerde zich door te stellen dat zij regelmatig auteursrechtelijke zaken behandelt en dat er geen sprake was van afhankelijkheid of schending van gedragsregels. Volgens haar waren de gevraagde vergoeding en werkwijze gebruikelijk in dit soort zaken.

De raad oordeelde dat de klagers ontvankelijk waren in hun klacht, ondanks de schikking. De raad benadrukte dat een advocaat ruime vrijheid heeft om cliënten te vertegenwoordigen, mits deze vrijheid niet wordt misbruikt. De raad vond geen bewijs voor een gebrek aan onafhankelijkheid of voor belangenverstrengeling bij de advocaat. Het optreden namens een collega of werkgever is niet verboden zolang de advocaat professioneel en onafhankelijk kan handelen. Verder stelde de raad vast dat het gevraagde schikkingsbedrag niet onredelijk was en dat de advocaat regelmatig dit soort zaken behandelt, wat de professionele aard van haar optreden onderstreept. Omdat er geen sprake was van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, verklaarde de raad de klacht ongegrond.

5.5. De raad is van oordeel dat uit het handelen van verweerster in deze zaak niet is gebleken dat sprake is van een gebrek aan onafhankelijkheid waardoor zij deze zaak niet had mogen behandelen. Verweerster heeft dat ook betwist. Ook uit de aansprakelijkheidstelling en de hoogte van het verzochte schikkingsbedrag, wat door klagers als onderbouwing van hun verwijt is genoemd, blijkt niet van een afhankelijkheid ten opzichte van haar cliënt. Bij de beoordeling van de klacht acht de raad ook van belang dat verweerster vaker dit soort auteursrechtelijke zaken behandeld. De bijstand aan E is daarom niet alleen een ´vriendendienst´, maar behoort tot de gebruikelijke werkzaamheden van verweerster als advocaat. Omdat ook uit de rest van het klachtdossier niet is gebleken van schending van deze gedragsregel of van niet-integer of ander tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster, wordt de klacht ongegrond verklaard.