DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 22 januari 2020
IEF 18964
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
10 dec 2019
Hof Arnhem-Leeuwarden 10 dec 2019, IEF 18964; (ProRail tegen Nonaf), https://delex.nl/artikelen/tussenarrest-prorail-tegen-nonaf

Uitspraak ingezonden door Peter Claassen, Carmen Hermes, en Bram Woltering, AKD.

Tussenarrest ProRail tegen Nonaf

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 december 2019, IEF 18964; 200.255.416 & 200.256.418 (ProRail tegen Nonaf) Zie ook [IEF 18108] ProRail onderhoudt op de spoorinfrastructuur het Automatische Treinbeïnvloedingssysteem (ATB). Dit systeem zorgt ervoor dat een trein een pulserend elektrisch veld kan opvangen. Het ritme van de puls geeft aan welk snelheidsplafond ter plaatse van toepassing is, teneinde de trein waar nodig te laten afremmen. Vangt de trein geen signaal op, dan zal de snelheid worden teruggebracht naar de laagst mogelijke toegestane maximumsnelheid (40 km/uur). Op grote stalen spoorbruggen is het lastiger een voldoende sterk signaal te waarborgen. Maatregelen om dit verzwakte signaal tegen te gaan zijn kostbaar om aan te leggen.

Nonaf heeft daartoe een speciale ‘Nonaf-goot’ ontwikkeld, waar zij ook een Nederlands octrooi van bezit (NL 2002614). In 2009 hebben Nonaf en ProRail een overeenkomst gesloten om deze goten op een brug in Haarlem aan te leggen en deze te testen. Indien het systeem zou werken, zou ProRail overgaan tot het kopen van het auteursrecht of afname van een licentie. ProRail concludeert naar aanleiding van testen dat de Nonaf-goot de dempende werking van de stalen brug onvoldoende tegengaat. Over de juistheid van deze metingen bestaat nu onenigheid. De zaak wordt naar de rol verwezen, zodat de partijen zich kunnen uitlaten over enkele vragen met betrekking tot de metingen en bijbehorende methoden. Verder worden alle beslissingen aangehouden.

4.25 Een en ander brengt in de eerste plaats mee dat, indien Movares haar metingen op de juiste wijze heeft verricht, ProRail op basis van die metingen in redelijkheid heeft kunnen beslissen dat de Nonaf-goot niet voldeed, nu het ATB-signaal bij een spanning van 120 V in de brugsectie gemiddeld onder de minimaal vereiste 6,5 A bleef. De beslissingsvrijheid van ProRail gaat ook over zover dat zij mocht beslissen dat de Nonaf-goot niet aan de vereisten voldeed, toen bleek dat de magnetische veldsterkte op de brig slechts in geringe mate onder 6,5 A bleef steken. Het andersluidende oordeel van de rechtbank in rechtsoverwegingen 2.22 e.v. van het eindvonnis is onjuist. Zelfs als verhoging van de spanning i de gehele sectie waarin de brug te Haarlem is opgenomen naar 140 V niet zou worden beschouwd als een versterkende maatregel, dan nog ziet het hof geen aanleiding te komen tot het buiten toepassing laten van de beslissing van ProRail. ProRail heeft voldoende toegelicht dat het treindetectiesysteem naar haar oordeel aan onnodige risico’s wordt blootgesteld, als in de gehele sectie de spanning wordt verhoogd naar 140 V. Het risico op foutmeldingen zou dan onaanvaardbaar worden vergroot. Ook in dat geval oordeelt het hof dat ProRail in redelijkheid heeft kunnen komen tot de beslissing dat de Nonaf-goot niet voldoet. 

4.26 Het voorgaande wordt anders als Movares de metingen op onjuiste wijze zou hebben verricht; in dat geval mocht ProRail haar oordeel immers niet op die metingen baseren. Volgens Nonaf heeft ProRail niet op de juiste wijze het ATB-signaal gemeten, waardoor er te lage waarden zijn gemeten. Zij voert met name aan dat er geen kortsluitlans, maar een meetlans is gebruikt om de stroomkring te sluiten en dat deze kortsluitlans niet is verplaatst van de relapszijde van de sectie naar de voedingszijde van de sectie om aldus de situatie van een rijdende trein te simuleren of niet op de juiste plaats in aangebracht, althans zo begrijpt het hof haar stelling. Dat kan bij een lange sectie als hier aan de orde een meetverschil van 2 tot 4 A meebrengen (…) ProRail voert aan dat zij geen meetfouten heeft gemaakt. Volgens haar is er geen verschil tussen een meetlans en een kortsluitlans en is de afname van de stroomsterkte tussen de voedingszijde en de relaiszijde van de sectie verwaarloosbaar. Deskundige X heeft dit meningsverschil gesignaleerd, maar heeft hieraan geen conclusies verbonden.

4.28 Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen, opdat partijen zich kunnen uitlaten over de vragen en over de persoon van de deskundige. Y komt niet in aanmerking voor benoeming, omdat hij inmiddels is ingeschakeld door ProRail.