18 mei 2022
Twitter niet aansprakelijk voor nepadvertenties
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20722, IT 3936; ECLI:NL:RBAMS:2022:2637 (Eiser tegen Twitter) Kort geding. Jort Kelder heeft zowel Twitter als Google [IIEF 20273] voor de rechter gedaagd in verband met nepadvertenties die werden geplaatst met gebruik van hun advertentiediensten. In dit eerste vonnis van de rechtbank staan de advertentiedienst en tweets van Twitter centraal. Op het platform van Twitter zouden nepadvertenties en tweets worden verspreid met de foto en naam van Jort Kelder met het doel gebruikers over te halen om te investeren in cryptocurrency en andere financiële producten. Volgens Kelder had Twitter te weinig gedaan om te voorkomen dat de nepadvertenties en tweets werden verspreid op het platform. De rechter oordeelt dat Twitter hiervoor niet aansprakelijk is, omdat voldoende voorzorgsmaatregelen zouden zijn getroffen om de verspreiding van nepadvertenties en tweets te voorkomen. Hierdoor kan Twitter geen verwijt worden gemaakt. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de partijen achter de advertenties en tweets. De eis om Twitter te verplichten om gegevens van de partijen achter de advertenties en tweets te verschaffen aan Kelder wordt afgewezen, gezien de vordering onvoldoende zou zijn onderbouwd.
4.23. Voor zover [eiser] heeft betoogd dat Twitter International onvoldoende heeft gedaan om het verschijnen van de scam tweets te voorkomen, volgt de rechtbank hem daarin niet. Daartoe wordt het volgende overwogen. Twitter International heeft naar voren gebracht dat het volledig voorkomen van scam tweets (technisch) onmogelijk is. Twitter International neemt in zijn algemeenheid allerlei maatregelen, onder meer met haar advertentie-beoordelingssysteem, waarmee scam tweets zo veel mogelijk worden geweerd. Een verwijzing naar bitcoin of andere cryptovaluta of financiële producten komt in de scam tweets overigens niet voor. De scam tweets bevatten vaak een onbegrijpelijke tekst. De naam van [eiser] komt daarin (op een uitzondering na) evenmin voor. Het systeem kan ook niet herkennen of een afbeelding het portret van [eiser] bevat. De scam tweets maken bovendien gebruik van een verhullende techniek, waarmee het advertentiebeoordelingssysteem wordt misleid door dat systeem te leiden naar een andere webpagina dan de pagina waarnaar de link in de tweet verwijst. Deze uiteenzetting van Twitter International is door [eiser] niet gemotiveerd weersproken. In het licht van die uiteenzetting heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat Twitter International bekend was met het onrechtmatige karakter van de scam tweets en te weinig heeft gedaan om het verschijnen van de scam tweets te voorkomen. Daarbij is verder van belang dat een ‘massale verspreiding’ van scam tweets, zoals door [eiser] gesteld, niet is komen vast te staan. In deze procedure is slechts een beperkt aantal scam tweets overgelegd. Ook is niet komen vast te staan dat na februari 2020 nog scam tweets met het portret van [eiser] op Twitter zijn verschenen. [eiser] heeft namelijk nagelaten om hiervan voorbeelden te overleggen. Verder is Twitter International tot actie overgegaan toen zij daartoe door [eiser] op was gewezen. Tegen deze achtergrond kan het verschijnen van scam tweets met het portret van [eiser] in dit geval niet als onrechtmatige nalatigheid van Twitter International worden aangemerkt
4.31. [eiser] heeft over deze criteria en waar de toepassing van die criteria in dit geval toe moet leiden echter te weinig gesteld. [eiser] heeft alleen gesteld dat het ‘evident’ is dat er geen minder ingrijpende mogelijkheid is om de identificerende gegevens te achterhalen en dat Twitter feitelijk de enige partij is die deze gegevens kan verstrekken. Twitter International heeft in dit verband onder meer naar voren gebracht dat specifiek moet worden omschreven op welke accounts de te verstrekken gegevens betrekking moeten hebben, dat niet duidelijk is op welke gegevens [eiser] doelt en dat Twitter niet over alle gegevens beschikt. Hierop is [eiser] niet meer concreet ingegaan. Bij die stand van zaken heeft [eiser] niet aan zijn stelplicht voldaan en is onvoldoende komen vast te staan dat afweging van de betrokken belangen tot toewijzing van het gevorderde kan leiden. Dat betekent dat vordering V ook in zoverre moet worden afgewezen.