19 jul 2023
Uitingen van hondentrainer Rambam niet onrechtmatig
Rechtbank Gelderland 19 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4255, IEF 21592 (Eiseres/Gedaagden) In deze zaak beantwoordt de rechtbank Gelderland de vraag of de uitingen die gedaagde 1, de hondentrainer die eiseres heeft opgeleid, heeft gedaan over beelden die met een verborgen camera zijn gemaakt onrechtmatig zijn tegenover eiseres. Rambam heeft een uitzending gemaakt over misstanden bij hondenscholen, waarbij eiseres beticht wordt van dierenmishandeling. Gedaagde 1 heeft zich tijdens de uitzending negatief uitgelaten over haar handelen. Eiseres vordert schadevergoeding voor de schade die zij stelt te hebben geleden door de uitzending en vordert een rectificatie.
De vordering jegens gedaagde 2 wordt op nihil gesteld en daarom verworpen. Gedaagde 1 stelt zich op het standpunt dat hij niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat hij zijn primaire reactie op de beelden heeft gegeven en dat enige schade die eiseres heeft geleden aan haar eigen schuld te wijten is. De rechtbank geeft gedaagde 1 gelijk. De beelden die gedaagde 1 zag - en waar zijn reactie en uitingen op gebaseerd waren - gaven een voldoende feitelijke basis ter rechtvaardiging van de aard en omvang van zijn uitlatingen. De uiting dat eiseres 'moet worden opgepakt' zijn geen formeel juridische stellingname, maar een uiting van schok. Er is evenmin sprake van opruiing, noch waren de uitingen gericht op het zwartmaken van eiseres. Zij vormen daarom geen onrechtmatig handelen. De vorderingen van eiseres worden afgewezen.
4.13 De stelling van [eiseres] dat [gedaagde sub 1] zich met voormelde uitlatingen heeft schuldig gemaakt aan onjuiste verdachtmaking van dierenmishandeling, volgt de rechtbank niet. [gedaagde sub 1] heeft onweersproken aangevoerd dat in geen enkele trainingsmethode past dat een hond geslagen wordt. Anders dan [eiseres] ter zitting heeft beweerd, stelt de rechtbank wel vast dat uit de beelden met het geluid genoegzaam volgt dat [eiseres] het hondje op de kop raakte/sloeg. De rechtbank vindt hiervoor voldoende steun in de woorden van [eiseres] : “dan pak je dat flesje en geef je haar een paar goeie rammen op de kop ja”, “De ene keer gooi je en de andere keer geef je er gewoon een mep mee” en “Ja op zijn kop”. Ook zegt [eiseres] : “Hij zal er wel even wat van voelen ja”. Het feit dat dit gedrag van [eiseres] strafrechtelijk niet kan worden gekwalificeerd als dierenmishandeling, maakt niet dat het daarmee goedgekeurd is. Dat [gedaagde sub 1] daarop reageerde met afschuw, valt hem niet te verwijten. Zijn reactie was uitsluitend gebaseerd op het zien en horen van voormeld ontoelaatbaar gedrag tijdens een hondentraining. In de context waarin daarbij het woord “opgepakt” is gebruikt, kan die uitlating niet worden begrepen als een formele juridische stellingname met betrekking tot dierenmishandeling en evenmin worden gezien als opruiend. De in de TV-uitzending aan [gedaagde sub 1] getoonde beelden vormden een voldoende feitelijke basis ter rechtvaardiging van de aard en omvang van de uitlatingen van [gedaagde sub 1] .