Gepubliceerd op donderdag 3 mei 2018
IEF 17681
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
1 mei 2018
Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681; (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV), https://delex.nl/artikelen/uitlatingen-fnv-over-loon-en-krakkemikkige-stoelen-vinden-geen-steun-in-feiten

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, IP-Atelier.

Uitlatingen FNV over loon en krakkemikkige stoelen vinden geen steun in feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681 (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV) Onrechtmatige publicatie. Arrest in kort geding. FNV verwijt dat medewerkers van Ten Have c.s. niet het cao-loon krijgen dat zij verdienen. Uit de door FNV overlegde producties blijkt niet dat haar uitlatingen ter zake voldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. Ook indien met FNV moet worden aan aangenomen dat een medewerker na één jaar dient door te stromen, is er geen misstand die de in de publicaties gebezigde kwalificaties rechtvaardigt. Het tweede verwijt van FNV is dat Ten Have c.s. verouderde en krakkemikkige stoelen heeft. Ten Have c.s. heeft het gemaakte verwijt gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de stoelen voldeden aan de geldende Arbo normen. Dat de uitlating in de flyer voldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal is derhalve ook in hoger beroep niet komen vast te staan. Het hof bekrachtigt het vonnis [IEF 16034] waarvan beroep.

4.7 Het hof constateert dat in hoger beroep evenmin is opgekomen tegen de door de voorzieningenrechter aan de bij inleidende dagvaarding geformuleerde vordering tot rectificatie gegeven uitleg, in die zin dat het persbericht en de flyer onrechtmatig zijn jegens Ten Have c.s. omdat de daarin gedane uitlatingen onvoldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. In hoger beroep dient derhalve te worden uitgegaan van deze uitleg van de vordering tot rectificatie, hetgeen met zich brengt dat feiten van latere datum dan de betreffende publicaties op zichzelf niet kunnen leiden tot het oordeel dat deze niet onrechtmatig zijn jegens Ten Have c.s., behoudens indien uit die feiten blijkt dat de uitlatingen ten tijde van de publicaties wel voldoende steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal.

4.8 Het eerste door FNV aan Ten Have c.s. gemaakte verwijt houdt kort gezegd in dat de medewerkers van Ten Have c.s. niet het cao-loon krijgen dat zij verdienen. Naar het voorlopige oordeel van het hof blijkt echter uit de door FNV bij de memorie van grieven overlegde producties niet dat haar uitlatingen ter zake voldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal.

4.14 Gelet op het hiervoor in rechtsoverweging 4.10 tot en met 4.13 overwogene kan, ook indien met FNV zou moeten worden aangenomen dat een medewerker na één jaar dient door te stromen naar een hogere functiegroep, naar het voorlopig oordeel van het hof niet gezegd worden dat er sprake is van een misstand die door de FNV in de publicaties gebezigde kwalificaties rechtvaardigt. De betreffende publicaties vinden aldus onvoldoende steun in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal.

4.16 Rest het tweede door FNV aan Ten Have c.s. gemaakte verwijt met betrekking tot de beweerdelijk verouderde en krakkemikkige stoelen. FNV formuleert in grief 9 de klacht dat de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 4.8 van het bestreden vonnis ten onrechte heeft geoordeeld dat de uitlating in de flyer hieromtrent onvoldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.

4.17 Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft FNV in hoger beroep het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gemotiveerd bestreden. Ten Have c.s. heeft het door FNV gemaakte verwijt gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de stoelen voldeden aan de geldende Arbo normen (pleitaantekeningen in eerste aanleg mr. Van Rompaey, sub 10-12). Dat de stoelen ondeugdelijk waren doordat zij niet voldeden aan de geldende Arbo normen blijkt niet voldoende uit de door FNV in hoger beroep als productie 20 nogmaals overlegde verklaringen en de twee in eerste aanleg als productie 7 overlegde foto’s. Dat de uitlating in de flyer voldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal is derhalve ook in hoger beroep niet komen vast te staan. Gelet hierop geldt ten aanzien hiervan eveneens dat het op de weg van FNV had geleden eerst nader onderzoek te doen, bijvoorbeeld (ook hier) door een reactie commentaar te vragen van Ten Have c.s. alvorens tot publicatie over te gaan.