Gepubliceerd op dinsdag 24 april 2018
IEF 17643
Rechtbank Amsterdam ||
18 apr 2018
Rechtbank Amsterdam 18 apr 2018, IEF 17643; ECLI:NL:RBAMS:2018:2584 (Spinnin Records tegen Nicky Romero), https://delex.nl/artikelen/uitsluitend-instrumental-mix-valt-onder-de-producersovereenkomst

Uitsluitend Instrumental Mix valt onder de producersovereenkomst

Rechtbank Amsterdam 18 april 2018, IEF 17643; ECLI:NL:RBAMS:2018:2584 (Spinnin Records tegen Nicky Romero) Bij het tussenvonnis [IEF 17005] is overwogen dat de instrumentale versie van het nummer “I Could Be The One (Nicktim)” in beginsel als een gereed gekomen product en dus als productie in de zin van de tussen partijen gesloten ‘exclusieve producers overeenkomst’ kan worden aangemerkt. Het tussenvonnis is aan te merken als eindbeslissing omdat uitdrukkelijk en zonder voorbehoud is beslist. Het gebruik van de woorden ‘kan’ en ‘in beginsel’ maken dat niet anders. Gedaagde is in de nakoming van de aanbiedingsplicht zoals opgenomen in de producersovereenkomst, uitsluitend tekortgeschoten ten aanzien van de Instrumental Mix.

Uitsluitend Instrumental Mix valt onder de producersovereenkomst
2.11. Dit betekent dat Spinnin Records dan ook enkel het reproductierecht zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de WNR op de Instrumental Mix zou verkrijgen en dat zij met dit recht geen bewerkingen daarvan had kunnen (laten) maken. De uitleg van Spinnin Records dat haar toestemming vereist zou zijn voor het maken van de vier latere versies van ICBTO is dan ook onjuist. Dat artikel 14 van de productieovereenkomst bepaalt dat Spinnin Records in overleg met [gedaagde] remixen door derden kan laten maken, maakt het voorgaande niet anders omdat daarin niet is bepaald dat [gedaagde] geen remixen mag maken. Verder geldt de exclusiviteitsverplichting uitsluitend gedurende de looptijd van de producersovereenkomst. Dit betekent dat het [gedaagde] vrij staat om na afloop daarvan de vier latere versies van ICBTO te vervaardigen en bij een andere platenmaatschappij uit te laten brengen. Verder volgt uit het standpunt van Spinnin Records dat de vier latere versies remixen zijn van de Instrumental Mix en niet dat sprake is van her-opnames, remakes dan wel covers. Het voorgaande leidt dan ook tot de conclusie dat uitsluitend de Instrumental Mix onder de producersovereenkomst valt.

schade
2.12. De rechtbank komt gelet op het bovenstaande tot het oordeel dat de schade van Spinnin Records uitsluitend betrekking kan hebben op de Instrumental Mix. Nu deze versie onder de producersovereenkomst valt, is het niet relevant dat alle versies van ICBTO pas na afloop van de producersovereenkomst gereed werden geacht. Deze omstandigheid ontslaat [gedaagde] namelijk niet van zijn contractuele verplichting om de Instrumental Mix, ook na afloop van de contractperiode, aan Spinnin Records aan te bieden. Hierdoor is sprake van een tekortkoming in de nakoming van voornoemde verbintenis. Deze tekortkoming heeft niets te maken met het op enig moment uitvoeren van een proefopname, zodat niet valt in te zien waarom de tekortkoming hem niet is toe te rekenen. Verder heeft Spinnin Records aangegeven dat zij akkoord was gegaan met het laten uitbrengen van de Instrumental Mix bij Universal. De rechtbank begrijpt dan ook niet waarom de andere versies van ICBTO niet waren uitgekomen als Spinnin Records betrokken was geweest bij de Instrumental Mix. In het geval de Instrumental Mix door Universal zou worden uitgebracht, zou Spinnin Records ook geen kosten hebben gemaakt voor de exploitatie daarvan. Hierdoor hoeven deze kosten niet in mindering gebracht te worden op de schade.

2.13. Verder volgt uit de toelichting van Spinnin Records dat Universal in bovengenoemd geval het aandeel van [gedaagde] aan Spinnin Records zou hebben betaald en dat over dat aandeel de royalty van [gedaagde] zou zijn berekend. De schade van Spinnin Records bestaat hierdoor uit de daadwerkelijk door [gedaagde] van Universal ontvangen gelden voor de Instrumental Mix voor de exploitatievormen genoemd in de productieovereenkomst en de daarbij behorende bijlage, minus de overeengekomen royalty vergoeding. Verder volgt de rechtbank het standpunt van [gedaagde] niet dat de in 2013 gesloten labeldeal niet zou zijn gesloten in het geval Spinnin Records haar aanspraak op de Instrumental Mix had doorgezet. Uit de stukken volgt namelijk dat [gedaagde] op de hoogte was van de mogelijke aanspraak van Spinnin Records en alsnog een nieuwe labeldeal heeft gesloten, terwijl niet is gebleken dat partijen een afspraak over de aanspraak hebben gemaakt (zie 4.10. van het tussenvonnis). Hierdoor ziet de rechtbank ook geen aanleiding om de door Spinnin Records met deze labeldeal genoten inkomsten in mindering te brengen op de schade, nog los van de vraag wat de juridische grondslag daarvan zou moeten zijn.

conclusie
2.14. De rechtbank komt tot de conclusie dat [gedaagde] uitsluitend ten aanzien van de Instrumental Mix tekort is geschoten in de nakoming van de aanbiedingsplicht opgenomen in de producersovereenkomst. [gedaagde] is aansprakelijk voor de hierdoor door Spinnin Records geleden schade. Deze schade bestaat uit de daadwerkelijk door [gedaagde] van Universal ontvangen gelden voor de Instrumental Mix voor de exploitatievormen genoemd in de productieovereenkomst en de daarbij behorende bijlage, minus de overeengekomen royalty vergoeding die [gedaagde] zou hebben ontvangen. De slotsom van het bovenstaande is dat de gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar is zoals in het dictum is vermeld, evenals de verwijzing naar de schadestaatprocedure.

Flickr.com CC-BY tatsuhico