DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 18 september 2023
IEF 21670
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
12 sep 2023
Hof Arnhem-Leeuwarden 12 sep 2023, IEF 21670; ECLI:NL:GHARL:2023:7690 (De Jong tegen Airbus), https://delex.nl/artikelen/uitspraken-de-jong-omtrent-airbus-niet-onrechtmatig

Uitspraak ingezonden door Jurian van Groenendaal en Pascal Steijvers, Van Kaam advocaten.

Uitspraken de Jong omtrent Airbus niet onrechtmatig

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 september 2023, IEF 21670, ECLI:NL:GHARL:2023:7690 (de Jong tegen Airbus). Reggie de Jong, voormalig topsportster en huidig topbestuurster, is slachtoffer van een zwendel met obligaties geweest en ervan overtuigd dat meerdere ondernemingen, waaronder Airbus SE (hierna: Airbus) hierbij betrokken zijn geweest. De Jong voert een bodemprocedure tegen Airbus, maar daarin zijn haar vorderingen afgewezen. De bodemrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat Airbus niet aansprakelijk is voor de schade van de Jong. In het door appellante ingestelde hoger beroep in bodemprocedure is nog geen uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft een verbod opgelegd aan De Jong om zich uit te laten in de media over haar beschuldigingen jegens Airbus. Twee uitspraken van De Jong zouden volgens de voorzieningenrechter feitelijke basis missen. Dit oordeel baseert de voorzieningenrechter op de afstemmingsregel tussen kort geding en bodemprocedure. De Jong meent dat het spreekverbod onrechtmatig is opgelegd, waar Airbus juist een verdergaand spreekverbod opgelegd wil zien.

Het vonnis van de Voorzieningenrechter wordt vernietigd door het hof, mede doordat de afstemmingsregel niet opgaat. De Jong is gerechtigd haar standpunten omtrent het geschil en de tegenpartij te delen met de media. Haar uitlatingen worden beschouwd als haar mening en deze mag zij, ook al wijkt dit af van het bodemvonnis, verkondigen. De commentaren van De Jong zijn naar het oordeel van het hof niet onrechtmatig en rechtvaardigen niet een vergaand ingrijpen in haar uitingsvrijheid voor de toekomst. Het hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van Airbus omtrent een verdergaand spreekverbod af.

4.15 Volgens de Airbus en de voorzieningenrechter is die laatste zin onrechtmatig. Het hof is het daar niet mee eens. Het betreft hier een constatering van de journalist van [de krant2] die feitelijk juist is. Dit is de overtuiging van [appellante] . Dat die overtuiging en de feiten waarop zij die overtuiging stoelt voor de rechtbank Amsterdam onvoldoende zijn geweest om vast te kunnen stellen of het klopt wat zij stelt, maakt nog niet dat het hebben en verwoorden van die mening als zodanig onrechtmatig is. Dat neemt niet weg de mening van [appellante] een zware beschuldiging aan het adres van Airbus impliceert, en dat zij die na het op dit punt voor haar ongunstige oordeel van de rechtbank Amsterdam niet zonder verdere onderbouwing als een feit mag presenteren. Dat heeft zij in dit artikel naar het oordeel van het hof ook niet gedaan.