16 mrt 2022
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Uitzending Roddelpraat moet offline
Vzr. Rb Amsterdam 16 maart 2022, IEF 20600; ECLI:NL:RBAMS:2022:1239 (Roddelpraat) Eiseres heeft een diss track gemaakt over [naam 1]. Deze diss track is gestuurd naar een van de gedaagden, waarop gedaagden de diss track hebben laten horen in hun uitzending van Roddelpraat (hierna: de uitzending). Daarbij plaatsen gedaagden teksten op sociale media over eiseres. Zij zou misbruikt zijn door [naam 1] en de diss track zou hier bewijs voor zijn. Vervolgens hebben gedaagden de tekst “[eiseres] stuurt advocaat op Roddelpraat af” (hierna: tekst 1) op hun website gezet en een nieuwe uitzending van Roddelpraat online gezet met als titel: “[eiseres] woest en sleept [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor de rechter: ‘Achterlijk wijf’”. Eiseres wil dat de uitzending wordt verwijderd en alle verwijzingen daarnaar en promotie daarvoor. Ook tekst 1 en de term ‘achterlijk wijf’ wil zij verwijderd hebben.
De voorzieningenrechter oordeelt dat sprake is van een auteursrechtinbreuk, nu de diss track zonder toestemming van eiseres, de auteur, is geopenbaard door gedaagden. Ook is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld. Dit omdat zij uitlatingen over eiseres hebben gedaan die niet worden ondersteund door de feiten en zij hebben een niet bestaande misstand opgevoerd. Naast het verwijderen van de uitzending, tekst 1 en de term ‘achterlijk wijf’, moeten gedaagden ook een rectificatie plaatsen.
4.3. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] mochten in de Uitzending de diss track van [eiseres] niet laten horen. [eiseres] is immers de auteur van het werk, omdat zij de rap heeft geschreven en uitgevoerd, en het is daarmee aan haar om te bepalen of zij de rap in de openbaarheid wil brengen. In artikel 12 lid 1 Auteurswet staat wat onder openbaarmaking van een werk moet worden verstaan. Daaronder valt ook “de verbreiding van een niet in druk verschenen werk” (in sub 2).