Vastlegging door een zelfontspanner waar ook fotograaf op staat
Ktr. Amsterdam 24 oktober 2012, LJN BY0834 (eiser tegen KRO)
Uitspraak mede ingezonden door Michiel Ellens, Teurlings & Ellens.
Auteursrecht. Portretrecht. Schadevergoeding. Alomvattende (licentie)vergoeding voor website KRO en Uitzending Gemist. De omstandigheid dat voor de uiteindelijke vastlegging door hem een zelfontspanner is ingesteld, maakt daarom niet dat de foto niet zijn persoonlijk stempel draagt. Artikel 16a Auteurswet. Er bestaat ook in dit geval geen grond voor toekenning van de gevorderde additionele vergoeding van 300%. Aantasting persoonlijkheidsrecht door weggeretoucheerde middelste persoon op de foto, is geen nadeel aan eer en goede naam van eiser als maker. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat, nu het belang van de KRO bij openbaarmaking zwaarder weegt dan het privacybelang van [eiser] (art. 21 Aw), de beperking in dit geval niet noodzakelijk is.
Rechtspraak.nl: De KRO heeft zonder toestemming van de fotograaf twee van zijn foto’s (waaronder één foto gemaakt met de zelfontspanner waar ook de fotograaf zelf op staat) gebruikt in een reportage over de liquidatiedossiers en heeft nagelaten de naam van de fotograaf daarbij te vermelden. De foto met de zelfontspanner is aan te merken als een beschermd werk in de zin van de Auteurswet. Wegens de inbreuk op zijn auteursrechten heeft de fotograaf schade geleden.
Voor het begroten van de schade is aangeknoopt bij de vergoeding die de fotograaf bedongen zou kunnen hebben als hem vooraf toestemming zou zijn gevraagd. De kantonrechter begroot de schade voor beide foto’s in totaal op € 1.800,-, welk bedrag lager is dan de fotograaf had gevorderd, onder meer omdat de kantonrechter geen aanleiding ziet de vergoeding te verdrievoudigen op grond van de algemene voorwaarden van de Fotografen Federatie. De KRO wordt ook op straffe van een dwangsom geboden het gebruik van de foto’s te staken. De gevorderde schadevergoeding wegens de inbreuk op het portretrecht van de fotograaf wordt afgewezen.
6. Niet in geschil is dat [eiser] auteursrechthebbende is van de foto van [C] en dat deze foto zonder zijn toestemming is gebruikt in de reportage. Vast staat dan ook dat de KRO inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [eiser]. De werkelijke schade van [eiser] als gevolg van de auteursrechtinbreuk is niet exact vast te stellen en zal daarom moeten worden begroot.
Artikel 16a Auteurswet
14. De KRO heeft tenslotte nog een beroep gedaan op artikel 16a van de Auteurswet. Daartoe heeft de KRO aangevoerd dat de foto noodzakelijk was om een gedegen reportage te maken en de bron indertijd niet bekend was, althans dat [eiser] bij de terbeschikkingstelling niet had laten weten auteursrechten op de foto te hebben. De kantonrechter verwerpt dit beroep omdat in dit geval geen sprake is van het weergeven van een actuele gebeurtenis. Bovendien is geen sprake van een situatie waarin van de KRO (of de producent) niet verlangd mocht worden dat zij vooraf toestemming had gevraagd voor de weergave in de reportage, temeer niet nu de producent zelf contact had gezocht met [eiser] voor een foto.15. Uit het voorgaande vloeit voort dat de KRO inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [eiser] door de foto zonder zijn toestemming en zonder naamsvermelding te gebruiken in de reportage.
Portretrecht:
24. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] zich niet met succes op de artikelen 19 en 20 van de Auteurswet kan beroepen. [eiser] heeft immers zelf gesteld dat hij de foto zelf met de zelfontspanner heeft gemaakt, zodat geen sprake is van een in opdracht gemaakt portret.Portretrecht artikel 21
26. (...) De kantonrechter is dan ook van oordeel dat, nu het belang van de KRO bij openbaarmaking zwaarder weegt dan het privacybelang van [eiser], de beperking in dit geval niet noodzakelijk is. De gevorderde schadevergoeding wegens inbreuk op zijn portretrecht zal daarom worden afgewezen.Staken gebruik
27. Voor zover de KRO tegen de vordering tot, kort gezegd, het staken van het gebruik van de foto’s, een beroep heeft gedaan op artikel 10 EVRM, wordt dit beroep verworpen. Anders dan hiervoor ten aanzien van het portretrecht is overwogen is in geval van inbreuk op het auteursrecht alleen in zeer uitzonderlijke gevallen plaats voor een geslaagd beroep op artikel 10 lid 2 EVRM. De wetgever heeft binnen de Auteurswet immers al een afweging gemaakt tussen vrije toegang tot informatie enerzijds en bescherming van informatie anderzijds. Alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, die hier niet zijn gesteld of gebleken, kan aanleiding worden gevonden voor het verleggen van de reeds in de Auteurswet verdisconteerde grenzen met een beroep op buiten het auteursrecht zelf gelegen correcties, zoals de informatievrijheid.28. Voor zover de KRO als verweer heeft gevoerd dat [eiser] geen belang heeft bij het gevorderde verbod omdat de KRO de reportage begin mei 2012 geheel heeft geblokkeerd en heeft besloten deze geblokkeerd te houden, wordt dit verweer eveneens verworpen. Nu is geoordeeld dat de KRO inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van [eiser] en [eiser] terecht heeft gesteld dat de reportage in de toekomst weer actueel kan worden, kan niet worden geoordeeld dat hij geen belang bij zijn vordering heeft. De vordering van [eiser] tot het staken van het gebruik van die foto’s is dan ook toewijsbaar als na te melden. De gevorderde boete zal worden toegewezen in die zin dat aan het gebod een dwangsom wordt verbonden. Deze dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als hierna in het dictum vermeld.
Wettelijke handelsrente
29. De gevorderde wettelijke handelsrente op grond van artikel 119a BW is niet toewijsbaar. De daar bedoelde rente is alleen van toepassing op de niet-nakoming van betalingsverplichtingen voortvloeiende uit handelsovereenkomsten. Een vordering strekkende tot schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk is niet als zodanig te beschouwen en valt daarom onder het gewone regime van artikel 6:119 BW. Daarom zal alleen de wettelijke rente worden toegewezen. Ten aanzien van de gevorderde ingangsdatum heeft de KRO aangevoerd dat uitgegaan moet worden van de datum van de dagvaarding, aangezien de vertraging die is opgetreden tussen de briefwisseling en tussen de laatste reactie van de KRO en de dagvaarding aan [eiser] is te wijten. Nu [eiser] hierop niet meer heeft gereageerd, zal de kantonrechter de wettelijke rente toewijzen vanaf de datum van de dagvaarding, derhalve 17 april 2012.
Op andere blogs:
Internetrechtspraak (Sector kanton Rechtbank Amsterdam 24 oktober 2012 (KRO Reporter))