21 jun 2017
Verbod op versturen naaktfoto's naar ex-partner
Vzr. Rechtbank Overijssel 21 juni 2017, IEF 17032; ECLI:NL:RBOVE:2017:2536 (Verbod versturen naaktfoto’s) Mediarecht. Incidenten na echtscheiding. Ernstig verstoorde relatie. Man stelt lastig gevallen te worden met naaktfoto's ex-partner en vordert een verbod. Vrouw wordt verboden nog langer naaktfoto's aan eiser te sturen, met een te verbeuren dwangsom van € 250,00 voor iedere keer dat niet voldaan wordt aan het uitgesproken verbod, tot een maximum van € 5.000,00. Man wordt verboden om de (reeds eerder verstuurde) naaktfoto’s van gedaagde te verspreiden, met een dezelfde dwangsom.
5.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende vast komen te staan dat de beëindiging van de relatie van partijen niet zonder problemen is verlopen. Er hebben zich verschillende incidenten voorgedaan tussen partijen, in welk verband partijen over en weer aangifte tegen elkaar hebben gedaan bij de politie. De relatie tussen partijen is thans zeer gespannen en ernstig verstoord. Het is de voorzieningenrechter voldoende gebleken dat [de vrouw] [de man] na de beëindiging van de relatie is blijven benaderen, in een frequentie en op een manier die voor [de man] niet aanvaardbaar is. Daarnaast acht de voorzieningenrechter ook voldoende aannemelijk dat [de man] veelvuldig contact met [de vrouw] heeft gezocht.
5.4. Het door [de vrouw] onder (II) en (III) gevorderde komt eveneens voor toewijzing in aanmerking. [de man] heeft erkend dat hij in zijn mailbox nog naaktfoto’s van [de vrouw] heeft zitten en dat deze vernietigd kunnen worden zodra [de man] ze niet meer nodig heeft voor bewijs. De voorzieningenrechter leidt hieruit af dat [de man] niet op korte termijn uit eigen beweging zal overgaan tot vernietiging van deze foto’s. Daarnaast is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vrees van [de vrouw] voor verspreiding van deze foto’s of van nieuwe naaktfoto’s die op wat voor wijze dan ook tot zijn beschikking zullen kunnen komen, gezien de onderliggende gedingstukken, niet geheel ongegrond is. Deze vorderingen zullen dan ook op de hierna te melden wijze worden toegewezen.