23 nov 2021
Vergoeding negatief contractsbelang
Hof Arnhem-Leeuwarden 23 november 2021, IEF 20489; ECLI:NL:GHARL:2021:10837 (Biek tegen FarmCamps) In de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland [IEF 18699] ging het om de Akoestiekfabriek (waarvan Biek enig aandeelhouder en bestuurder is) en FarmCamps die gezamenlijk ontwerptekeningen hebben gemaakt. De Akoestiekfabriek heeft een prototype hiervan gemaakt, de Barntent. Na de samenwerking heeft FarmCamps een aangepaste versie van het prototype geproduceerd en geëxploiteerd. Volgens de rechtbank was Akoestiekfabriek geen auteursrechthebbende van het prototype en bestond er een andere totaalindruk tussen de prototypes. In hoger beroep verklaart het hof zich onbevoegd ten aanzien van de vorderingen van Biek die zijn gebaseerd op de GMoVo en verwijst de zaak voor dit gedeelte naar het gerechtshof Den Haag. Biek meent auteursrechthebbende te zijn van de Barntent. FarmCamps heeft echter de bestelling voor de Barntent gedaan met het oog op gebruik in de handel daarvan, zodat volgens artikel 3.8 BVIE FarmCamps auteursrechthebbende is. Er zijn geen afwijkende afspraken tot stand gekomen. Doordat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen over de bouw en afname van 40 tenten, is daarover geen overeenkomst tot stand gekomen. Er kan dus geen sprake zijn van wanprestatie door FarmCamps.
Biek vordert een vergoeding van het positief contractsbelang na het afbreken van de onderhandelingen door FarmCamps. Doordat FarmCamps komt met bezwaren tegen het prototype en van koers verandert met betrekking tot de beoogde samenwerking, mocht Biek er niet meer op vertrouwen de opdracht te krijgen. Er is dus geen plaats voor de vergoeding van het positief contractsbelang door FarmCamps. Het negatief contractsbelang dient daarentegen wel te worden vergoed, want het stond FarmCamps naar het oordeel van het hof niet vrij om de onderhandelingen met Akoestiekfabriek te staken zonder haar een aanvullende vergoeding te betalen. Het was voor FarmCamps duidelijk dat Akoestiekfabriek zich met een groot deel van haar bedrijf inspande voor FarmCamps en daarbij de nodige kosten maakte. FarmCamps heeft zich te weinig aangetrokken van de (financiële) belangen van Akoestiekfabriek. Daarnaast heeft FarmCamps een derde de opdracht gegeven de Barntent na te maken met een paar aanpassingen. Zij was dus grotendeels tevreden met het prototype van Akoestiekfabriek. Enkel de grief met betrekking tot vergoeding van het negatief contractsbelang slaagt.
De derde heeft weliswaar een aantal, met name constructieve aanpassingen verricht aan de Barntent, maar de basis van de huidige Barntent ligt onmiskenbaar in het ontwerp dat Akoestiekfabriek in opdracht en naar de wensen van FarmCamps heeft gemaakt en het prototype dat Akoestiekfabriek heeft gebouwd. Het stond FarmCamps daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet vrij om op 29 april 2016 de onderhandelingen over de opdracht voor de seriebouw af te breken zonder Akoestiekfabriek een aanvullende vergoeding te betalen.