verwijderd houden van ongebalkte foto's
Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 17 juni 2011, LJN BQ8288 (Passageproces portretrecht)
Portretrecht. Persrecht. Websites. Publicatie van (link naar) ongebalkt portret van kroongetuige. Vrijheid van meningsuiting (10 EVRM) tegenover persoonlijke levenssfeer en onaantastbaarheid menselijk lichaam (2 en 8 EVRM, 10 en 11 Grondwet). Onrechtmatig indien gedaagde toelaat dat ongebalkte foto's worden gepubliceerd, voor de toekomst: gedaagde wordt geboden ongebalkte foto's van zijn website verwijderd houden.
3.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat gedaagde, indien hij toelaat dat ongebalkte foto's van eiser op zijn website worden gepubliceerd, onrechtmatig jegens eiser zou handelen. Het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zal dan ook worden toegewezen.
3.4. Toewijzing van het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zou een beperking vormen van het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting dat aan gedaagde op grond van artikel 10 lid 1 EVRM toekomt. Dat recht kan slechts worden beperkt, indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter voorkoming van strafbare feiten (artikel 10 lid 2 EVRM).
3.5. Tegenover het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting staat het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer in het algemeen en van de onaantastbaarheid van zijn lichaam in het bijzonder, dat wordt beschermd door artikel 8 lid 1 EVRM en, voor zover het betreft het recht op leven, mede door artikel 2 lid 1 EVRM. Weigering van de door eiser gevraagde voorzieningen zou op dat recht mogelijk inbreuk maken. Artikel 8 lid 2 EVRM laat echter onder dezelfde voorwaarden als artikel 10 EVRM een beperking toe, onder meer ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Een beperking zal eerder toelaatbaar zijn als met de publicatie een maatschappelijk belang is gediend, in het bijzonder wanneer het een publicatie door een journalist betreft. Het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer wordt daarnaast beschermd door artikel 10 van de Grondwet en, voor zover het de onaantastbaarheid van zijn lichaam betreft, mede door artikel 11 van de Grondwet.
3.7. In het kader van de vereiste afweging acht de voorzieningenrechter in het bijzonder van belang dat aan eiser de status van bedreigde getuige is verleend en dat hij is opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Dit betekent immers dat niet kan worden uitgesloten dat door het plaatsen van ongebalkte foto's op de website van gedaagde de veiligheid van eiser ernstig in gevaar wordt gebracht. Het argument van gedaagde dat het portret van eiser reeds sinds 12 maart 2009 voor een ieder beschikbaar is geweest via het internet, is onvoldoende overtuigend, nu eiser in de rechtszaal alleen verschijnt als hij is voorzien van een vermomming en in een separate ruimte, zodat het publiek hem niet kan zien. Aannemelijk is weliswaar dat zijn portret bij enkele van zijn 'vijanden' bekend is, maar dat geldt niet voor al zijn potentiële vijanden. Dat eiser in het verleden ook zelf contact met de media heeft gezocht, is niet relevant, aangezien hij toen nog geen 'kroongetuige' was. In verhouding tot het gewicht van het recht van eiser is dat van gedaagde naar het oordeel van de voorzieningenrechter gering. Gedaagde beroept zich op het publieke belang bij een eerlijk gevoerd strafproces. De noodzaak om bij het plaatsen van foto's op het internet deze eerst van een balk te voorzien, vormt in dat verband slechts een geringe beperking van de vrijheid van meningsuiting, ook als het een journalistieke publicatie betreft. De stelling van gedaagde dat zich in het Passageproces een nieuwe getuige heeft gemeld louter als gevolg van de herkenning van het portret van eiser in een ander medium, wat daarvan ook zij, kan geen rechtvaardiging bieden voor het in gevaar brengen van de veiligheid van eiser.