1 aug 2016
Verzoek voorlopig getuigenverhoor stichting BREIN toegewezen
Rechtbank Den Haag 1 augustus 2016, IEF 17027; ECLI:NL:RBDHA:2017:9026 (Stichting Brein-voorlopig getuigenverhoor) Verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Geen fishing expedition. Auteursrecht. Stichting Brein heeft geconstateerd dat zich op door Ecatel gehoste websites inbreukmakend materiaal bevond. Het netwerk van Ecatel is overgenomen door Quasi Networks. Stichting Brein heeft binnen het netwerk van Quasi Networks meerdere websites aangetroffen met evident inbreukmakende content. Quasi Networks reageert structureel niet op verzoeken tot afsluiting van websites. Stichting Brein wenst [verweerders] als getuigen te horen om verdere duidelijkheid te krijgen over de structuur van en de relatie tussen deze ondernemingen, waar de servers zich bevinden en welke personen de verantwoordelijken achter Quasi Networks zijn. De rechtbank beveelt het voorlopig getuigenverhoor.
4.3. Inhoudelijk voert [verweerder 2] aan dat Stichting Brein kennelijk geen idee heeft tegen wie en/of welke entiteit zij een procedure zal aanspannen en wat voor procedure dat dan gaat worden, welke concrete feiten zij bewezen wil zien en waarom het nuttig is daarvoor getuigen te horen. Volgens [verweerder 2] dient het verzoek daarom te worden afgewezen omdat niet duidelijk en concreet is welk belang Stichting Brein heeft bij het verhoor. Naar het oordeel van [verweerder 2] gaat het louter om een ‘fishing expedition’ met als (enig) doel hem of de andere gerekwestreerden op de één of andere manier te kunnen aanpakken.
4.4. De rechtbank volgt [verweerder 2] hierin niet. Een voorlopig getuigenverhoor kan er mede toe dienen opheldering te krijgen omtrent (nog niet precies bekende) feiten teneinde de verzoeker in staat te stellen zijn positie te beoordelen, met name ook ten aanzien van de vraag tegen wie een eventueel geding moet worden aangespannen. Het belang van Stichting Brein bij het verzochte verhoor is daarmee gegeven. Uit het verzoekschrift en de daarop gegeven nadere toelichting komt bovendien voldoende duidelijk naar voren omtrent welke feiten Stichting Brein de getuigen wil horen. De in dat kader geschetste vermoedens zijn daarbij telkens feitelijk onderbouwd. De Stichting Brein heeft haar verzoek daarmee voldoende geconcretiseerd en daarbij ook aangegeven wat de juridische grondslag is van een eventuele vordering. Van een ‘fishing expedition’ is dan ook geen sprake.
4.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het verzoek dient te worden toegewezen.