Gepubliceerd op dinsdag 7 april 2009
IEF 7789
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Virtuele goederen

Kinderrechter Rechtbank Amsterdam, 2 april 2009, LJN: BH9789 en BH9791, Strafzaken computervredebreuk.

Eerst even voor jezelf lezen. Computervredebreuk en diefstal van virtuele goederen binnen een online computerspel. Beide feiten gepleegd door middel van het gebruik van een 'fake-site', Artikel 138a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht geen lex specialis van artikel 310/311 WvSr. 
 
“Verdachte heeft zich op slinkse wijze samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het binnendringen in internet- en e-mailaccounts van derden, met als doel zelfverrijking van de virtuele items van anderen. Verdachte en zijn mededaders hebben daarmee een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van anderen. Zij hebben daartoe zelfs een speciaal programma gedownload waarmee zij op professionele wijze aan de inloggegevens van anderen konden komen om vervolgens onder valse hoedanigheid andermans eigendommen weg te nemen, waardoor anderen schade hebben opgelopen.

Met het alsmaar groeien van het belang en de afhankelijkheid van het internet in de samenleving, is het van belang dat gebruikers daarvan veilig gebruik kunnen maken en dat zij erop moeten en kunnen vertrouwen dat dit mogelijk is. Het internet dient daarom gevrijwaard te blijven van het zogenaamde ‘hacken’. Hoewel verdachte en zijn mededaders destijds jong van leeftijd waren en het spel volgens hun visie inhield om zoveel mogelijk meubels te verzamelen op Habbohotel, doet dit geen recht aan de disproportionele manier waarop zij de eigendommen van anderen hebben ontvreemd. Verdachte en zijn mededaders hebben zodanig buiten de context van het spel gehandeld dat dit niets meer te maken heeft met de spelregels van het Habbohotel. Dat ook door anderen op Habbohotel werd gehackt, doet hieraan niets af.

Anderzijds heeft de kinderrechter rekening gehouden met Uittreksel Justitieel Documentatieregister betreffende verdachte van 29 oktober 2008, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. Voorts is rekening gehouden met het feit dat inmiddels sinds het plegen van de strafbare feiten veel tijd is verstreken en dat de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde handelen pas 14 jaren oud was.”

Lees het vonnis hier en hier