Gepubliceerd op woensdag 24 september 2014
Voeging van flatscreenarmzaken
Rechtbank Den Haag 17 september 2014, IEF 14229 (Europlex en Vlaar tegen Markant) en (Europlex tegen Markant)
Procesrecht. De incidentele vordering voldoet aan artikel 222 Rv, de zaken zijn aanhangig bij dezelfde rechter en zijn verknocht vanwege dezelfde gevorderde schadevergoeding als gevolg van auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing door Markant ter zake van de flatscreenarm E-motion. De zaken worden gevoegd.
4.2. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de incidentele vordering aan het bepaalde in artikel 222 Rv. De onderhavige zaak en de zaak 14-561 zijn beide voor dezelfde rechter aanhangig. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de zaken aan elkaar zijn verknocht. In de onderhavige zaak wordt door Europlex schadevergoeding gevorderd wegens schade als gevolg van auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing door Markant ter zake van de E-motion, terwijl in de zaak 14-561 door Europlex c.s. eenzelfde vordering wordt ingesteld jegens Markant c.s. Daarnaast wordt in de zaak 14-561 schadevergoeding gevorderd wegens diverse andere gestelde onrechtmatige gedragingen van Markant c.s. met betrekking tot de E-motion. Gelet hierop ligt in de rede dat de geschilpunten in beide zaken een zodanige samenhang vertonen dat consistentie geboden is, onder meer ten aanzien van de vraag welke schade van Europlex is veroorzaakt door welke (onrechtmatige) gedraging van Markant International, Markant International Nederland B.V. en/of 3D Tradelink B.V. De incidentele vordering zal derhalve worden toegewezen.