Voor andere doelen dan het kopiëren voor privé-gebruik
HvJ EG, 21 oktober 2010, zaak C-467/08, Sociedad General de Autores y Editores (SGAE) tegen Padawan S. L. (prejudiciële vragen v Audiencia Provincial de Barcelona, Spanje).
Auteursrecht. Heffingen. Beperking voor privé-kopie is toegestaan. Een heffing voor privé-gebruik kopieën is echter alleen toegestaan als het ook echt privé-gebruik betreft: een ongedifferentieerde toepassing van de heffing op alle types reproductiemedia is in strijd met de richtlijn. Eerst even alleen het persbericht (arrest zelf is nog niet beschikbaar): “De toepassing van de „heffing voor het kopiëren voor privé-gebruik” op reproductiemedia die voor andere doelen dan het kopiëren voor privé-gebruik door ondernemingen en beroepsuitoefenaars worden aangeschaft, is in strijd met het Unierecht. Een dergelijke heffing kan op reproductiemedia worden toegepast wanneer zij door natuurlijke personen voor privé-gebruik kunnen worden gebruikt.
De lidstaten kunnen toestaan dat voor privé-gebruik kopieën worden gemaakt, mits de rechthebbenden een „billijke compensatie” ontvangen. Die compensatie moet ertoe bijdragen dat de rechthebbenden een passende beloning ontvangen voor het gebruik van hun werken of ander beschermd materiaal.
(…) de ongedifferentieerde toepassing van de heffing op alle types installaties, apparaten en media voor digitale reproductie, ook in het geval waarin andere dan natuurlijke personen deze installaties, apparaten en media duidelijk voor andere doelen dan het kopiëren voor privé-gebruik aanschaffen, in strijd met de richtlijn.
Het Hof (Derde kamer) verklaart voor recht: 1) Het begrip „billijke compensatie” in de zin van artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is een autonoom unierechtelijk begrip dat uniform moet worden uitgelegd in alle lidstaten die een uitzondering voor het kopiëren voor privé-gebruik hebben ingevoerd, ongeacht hun bevoegdheid om binnen de door het Unierecht en in het bijzonder door die richtlijn gestelde grenzen de vorm, de wijze van financiering en inning en het niveau van deze billijke compensatie te bepalen.
2) Artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat het tussen de betrokken personen te vinden „rechtvaardige evenwicht” impliceert dat de billijke compensatie moet worden berekend op basis van het criterium van de schade geleden door de auteurs van beschermde werken als gevolg van de invoering van de uitzondering voor het kopiëren voor privé-gebruik. Een regeling volgens welke de personen die over installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie beschikken en deze op die grond juridisch of feitelijk ter beschikking van privé-gebruikers stellen of daarmee ten behoeve van hen reproductiediensten verrichten, de billijke compensatie dienen te financieren, voldoet aan de vereisten van dit „rechtvaardige evenwicht”, aangezien die personen de daadwerkelijke last van die financiering kunnen afwentelen op de privé-gebruikers.
3) Artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat er een verband moet bestaan tussen de toepassing van de heffing voor de financiering van de billijke compensatie op installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie en het vermoedelijke gebruik van deze installaties, apparaten en dragers voor het vervaardigen van reproducties voor privé-gebruik. Bijgevolg is de ongedifferentieerde toepassing van de heffing voor het kopiëren voor privé-gebruik, met name met op installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie die niet ter beschikking van privé-gebruikers worden gesteld en duidelijk bestemd zijn voor andere doelen dan voor het kopiëren voor privé-gebruik, niet in overeenstemming met richtlijn 2001/29.
Lees het arrest hier. Persbericht hier,