16 jul 2018
Voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf wegens opzetten illegale cardsharingsystemen
Rechtbank Noord-Nederland 16 juli 2018, IEF 17845; ECLI:NL:RBNNE:2018:2779 (cardsharing) Strafrecht. Cardsharing. De verdachte wordt verdacht van het opzetten van een illegaal cardsharingsysteem. De rechtbank heeft ook zogenoemde dreamboxen (gemodificeerde apparatuur) inbeslaggenomen. Dit zijn voorwerpen waarmee het strafbare feit is begaan dan wel die tot het begaan van het feit zijn bestemd en deze toebehoren aan verdachte. Deze voorwerpen zijn op zichzelf legaal. Indien de dreamboxen worden voorzien van gemodificeerde software waarmee cardsharing wordt gepleegd, is het wel illegaal. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en legt een taakstraf van 240 uur op. [vgl. met medeplichtigheid in deze zaak IEF 17844]
Verdachte heeft een illegaal systeem van zogeheten ‘cardsharing’ opgezet, een fenomeen dat-samengevat- inhoudt dat een televisiesignaal via gemodificeerde apparatuur, zoals een zogenoemde dreambox, wordt doorgezonden naar derden, zonder dat de oorspronkelijke signaalaanbieder daarvan wetenschap draagt en zonder dat deze het doorzenden goedkeurt. Voornoemde derden ontlopen op die manier de betalingsverplichting aan de oorspronkelijke aanbieder. Als tegenprestatie voor het illegaal ontvangen van het signaal betalen zij abonnementsgeld aan degene die het signaal illegaal aan hen doorgeleidt. Dit abonnementsbedrag is substantieel lager dan het abonnementsgeld dat de oorspronkelijke aanbieder in rekening brengt. Verdachte heeft hiertoe gedurende meerdere jaren dreamboxen ingekocht en deze zodanig geprogrammeerd en ingesteld dat deze het digitale signaal vanaf zijn servers konden ontvangen. Vervolgens heeft hij deze gemodificeerde dreamboxen verkocht en zijn afnemers abonnementsgeld in rekening gebracht. De omvang van de klantenkring verraadt dat hij niet slechts een beperkte groep vrienden en bekenden bediende, maar ook buiten die kring opereerde. Verdachte prikkelde bovendien zijn klanten om nieuwe klanten te werven, door hen bij het aanleveren van nieuwe klanten geen abonnementsgeld in rekening te brengen. Verdachte hield er een jarenlange professionele bedrijfsvoering op na, waarmee hij zijn inkomen, een WIA-uitkering, heeft aangevuld teneinde een gokverslaving te onderhouden. Ook nadat verdachte zijn gokverslaving, naar eigen zeggen, onder controle heeft gekregen, heeft hij zijn bedrijfsactiviteiten voortgezet. Met deze handelwijze heeft verdachte de aanbieder van het televisiesignaal, Ziggo, benadeeld.
De rechtbank zal verder rekening houden met het feit dat verdachte zijn gokverslaving thans kennelijk onder controle heeft, waardoor de noodzaak tot het vergaren van middelen om die verslaving te financieren er niet meer is. Ook weegt de rechtbank ten voordele van verdachte mee dat hij niet eerder voor een soortgelijk vergrijp is veroordeeld, vanaf de start van het strafrechtelijk onderzoek volledig openheid van zaken heeft gegeven en verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen.
Het voorgaande in aanmerking nemende, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is en dat kan worden volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een maximale taakstraf. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient ertoe verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen.