1 jul 2022
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.
Voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af
Vzr. Rb. Amsterdam 1 juli 2022, IEF 20815; ECLI:NL:RBAMS:2022:4410 (Scopema tegen gedaagde) Een zaak over zit/slaapbanken en draaiplateaus voor in busjes. Scopema had gedaagde gedagvaard op grond van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing en ongeoorloofd parasiteren. De voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af. Er is geen sprake van auteursrechten, omdat alle ingeroepen elementen niet origineel, ofwel banaal, ofwel functioneel bepaald zijn, of een combinatie van die drie. Aan de inbreukvraag wordt niet toegekomen. Slaafse nabootsing wordt ook afgewezen. Er is geen sprake van verwarring omdat de totaalindruk van de bank van gedaagde afwijkt van die van Scopema, en overgenomen keuzes zijn gedaan in het kader van de deugdelijkheid en bruikbaarheid van producten. Ook van een onrechtmatig profiteren van de prestatie van Scopema is geen sprake. Het enkele feit dat [naam bedrijf] distributeur is geweest is onvoldoende voor een geslaagd beroep op het leerstuk van parasiteren, waarvoor een hoge drempel geldt. De rechter weigert de door Scopema gevraagde voorzieningen.
4.7. De conclusie is dat de elementen die door Scoperna worden genoemd ofwel niet origineel, ofwel banaal, ofwel functioneel bepaald zijn, of een combinatie van die drie. Van een eigen intellectuele schepping die het resultaat is van creatieve keuzes is dan ook onvoldoende gebleken. Hoewel ook een selectie van op zichzelf onbeschermde elementen tot bescherming zou kunnen leiden, is dat hier niet aan de orde, nu onvoldoende aannemelijk is dat die verzameling een persoonlijk stempel van de maker draagt. Voorshands is dan ook onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat de zit/slaapbanken van Scopema auteursrechtelijk beschermd zijn. Aan de inbreukvraag wordt daarom niet toegekomen.
4.9. Al met al is ook voor het draaiplateau onvoldoende aannemelijk dat daarbij creatieve keuzes zijn gemaakt die de conclusie kunnen dragen dat het draaiplateau het resultaat is van een eigen intellectuele schepping, dan wel dat de genoemde selectie van elementen het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het draaiplateau is dus evenmin een auteursrechtelijk beschermd werk, waardoor aan de inbreukvraag niet wordt toegekomen.
4.11. Zoals eerder overwogen zijn de elementen die door Scopema worden genoemd als creatieve keuzes in belangrijke mate functioneel bepaald, en dus nodig voor de deugdelijkheid en bruikbaarheid van de producten. Daarbij komt dat niet onnodig verwarring wordt gezaaid, doordat de totaalindruk van de banken van Travois afwijkt van die van Scopema. Een belangrijk en in het oog springend verschil is het onderstel van de bank. De Scopema-bank staat op twee, drie of vier dunne, metalen en vaststaande poten. De Travois-bank staat op een vierkant blok, dat over een rails kan worden verschoven, en waardoor de bank ook eenvoudig kan worden verwijderd uit de bus. Daarmee heeft de Travois-bank ook een belangrijke andere functionaliteit die aan verwarring in de weg staat. Verder springt in het oog dat de zitting en rugleuning van de Travois-bank dunner is en daardoor in het geheel een slankere uitstraling heeft dan de Scopema-bank. Van nabootsing is dus geen sprake. De vraag of Travois een andere weg had kunnen inslaan hoeft dan ook geen bespreking. Ten slotte heeft Scopema niet aangetoond dat haar producten op het moment dat Travois haar stoelen op de markt bracht een eigen plaats innamen in de relevante markt. Het is juist Travois die onweersproken (ondersteund met afbeeldingen) heeft gesteld dat er al (ruim) voor 11juni 2021 veel andere en oudere stoelen van andere fabrikanten zijn aan te wijzen die grote gelijkenis vertonen met de Scopema stoelen en Scoperna heeft daar niets tegenover gesteld. Wat betreft het draaiplateau geldt dat deze door het publiek niet wordt waargenomen, maar slechts door de monteur die het draaiplateau installeert. Het publiek zal zich in de aankoopbeslissing niet laten leiden door de vormgeving van het draaiplateau, maar door de functionaliteit ervan en de compatibiliteit met het type busje en stoel dat door de autofabrikant reeds is geplaatst. Ook wat betreft het draaiplateau kan dus geen onnodige verwarring bij het publiek ontstaan. Van slaafse nabootsing is dus voorshands geen sprake.