Gepubliceerd op maandag 15 mei 2023
IEF 21417
Rechtbank Limburg ||
20 apr 2023
Rechtbank Limburg 20 apr 2023, IEF 21417; ECLI:NL:RBLIM:2023:2700 (Eiseres tegen Meta), https://delex.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-vorderingen-hondenfokster-af

Uitspraak ingezonden door: Reindert van der Zaal, Michiel Coops en Else Groen, Kennedy van der Laan

Voorzieningenrechter wijst vorderingen hondenfokster af

Rechtbank Limburg 1 mei 2023, IEF 21417; ECLI:NL:RBLIM:2023:2700 (Eiseres tegen Meta) De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in een kort geding over de inbreuk van auteursrechten en de vrijheid van meningsuiting. De eiseres in de zaak is een fokster en verkoper van Pomeranian honden met een stamboom. De gedaagde in deze zaak is Meta Platforms, de organisatie die Facebook host en exploiteert. Facebook is een dienst die gebruikers in staat stelt om pagina's te maken waarop haar leden opmerkingen kunnen plaatsen. De eiseres heeft Meta in 2021 geïnformeerd over publicaties van derden op Facebook die volgens haar onterecht en onjuist zijn. De eiseres heeft Meta gesommeerd om deze publicaties te verwijderen en de identificerende gegevens van de daders te verstrekken. 

In 2020 wordt er op Facebook een post geplaatst waarin wordt gesteld dat de eiseres puppy's verkoopt zonder toestemming van de persoon die de post plaatst. Verder beweert de auteur van de post dat de eiseres een oplichtster is en dat mensen zich niet voor de gek moeten laten houden door haar. Tot slot wordt er opgeroepen om de post zoveel mogelijk te delen. De eiseres stelt dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn omdat ze niet op feitelijke grondslag berusten. Daarnaast stelt de eiseres dat er door het delen van een screenshot van haar website, zonder haar toestemming, inbreuk is gemaakt op haar auteursrecht.

In deze zaak moest de voorzieningenrechter een afweging maken tussen het recht van de eiseres op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer en het recht op vrijheid van meningsuiting van de auteur van de post. De voorzieningenrechter oordeelt dat het plaatsen van de post en de bijbehorende comments vallen onder de vrijheid van meningsuiting. Deze vrijheid van meningsuiting is echter niet absoluut. Beperkingen zijn toegestaan als deze bij wet zijn voorzien of noodzakelijk zijn in het belang van de rechten en vrijheden van anderen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de stellingen van de eiseres onvoldoende zijn onderbouwd en dat op basis van de beschikbare informatie niet kan worden vastgesteld dat de inhoud van de geplaatste post onjuist was. Ten aanzien van de vermeende inbreuk op het auteursrecht van de eiseres komt de rechter tot dezelfde conclusie dat de eiseres haar beroep op het auteursrecht onvoldoende heeft onderbouwd.

De voorzieningenrechter heeft alle vorderingen van de eiseres afgewezen.

4.13. Wat hier ook van zij, in het bestek van dit kort geding, waarin in beginsel geen plaats is voor nader onderzoek en bewijslevering, kan niet eenduidig worden vastgesteld dat de inhoud van de post van [naam] onjuist is, nu [handelsnaam] haar stellingen in deze onvoldoende heeft onderbouwd. Zo heeft [handelsnaam] geen stukken overgelegd waaruit, bijvoorbeeld, kan blijken dat zij de betreffende puppy’s heeft gekocht van een tussenhandelaar. Op grond van de blote stelling van [handelsnaam] kan de rechtbank dus niet voorshands uitsluiten dat de inhoud van de post van [naam] juist is en op feitelijke grondslag berust. De voorzieningenrechter passeert dit standpunt van [handelsnaam] dan ook.

4.14. [handelsnaam] heeft verder bezwaar tegen de bewoordingen die zijn gebruikt in de post. Dit bezwaar onderschrijft de voorzieningenrechter echter niet. Van onnodig grievende, lasterlijke of anderszins schadelijke uitlatingen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake. De door [naam] gekozen bewoordingen houden een waarschuwing in voor een situatie die door [naam] als een misstand wordt gezien. Of dit juist of onjuist is kan de voorzieningenrechter niet vaststellen. De uitlating “sick people” in de eerste comment is weliswaar geen flatteuze uitlating, maar kan, gelet op de ingevolge de vaste jurisprudentie geldende criteria, op grond waarvan het recht op vrijheid van meningsuiting het recht omvat “to offend, shock or disturb”, in het licht hiervan niet worden gezien als een onrechtmatige uitlating, nog daargelaten of dit als een onmiskenbare onrechtmatigheid kan worden gekwalificeerd. De tweede comment bevat een uitnodiging om misstanden te melden, zij het met de voorwaardelijke toevoeging en alleen indien dit “verifieerbaar is.” Ook dit kan niet als onrechtmatig worden aangemerkt, laat staan onmiskenbaar onrechtmatig. Het suggereert een misstand, maar ook niet meer dan dat. Bovendien ziet de voorzieningenrechter de vermelding van het adres van [handelsnaam] niet als doxing. Het betreft een zakelijk adres, dat voor een ieder te vinden is indien op internet wordt gezocht naar [handelsnaam] . Van een inbreuk op de levenssfeer van [handelsnaam] is daarom geen sprake.

4.15. Meta heeft naar aanleiding van de door [handelsnaam] gestelde inbreuk op haar auteursrechten aangevoerd dat hiervan geen bewijs is geleverd. Het is onduidelijk is of de afbeelding die op het screenshot te zien is überhaupt auteursrechtelijk is beschermd en als dit al het geval is, of [handelsnaam] de auteursrechthebbende hierop is en of het gebruik valt binnen de reikwijdte van een auteursrechtelijke exceptie zoals het citaatrecht ingevolge artikel 15a Auteurswet. Ook vanuit auteursrechtelijk oogpunt is de content dus niet onmiskenbaar onrechtmatig, aldus Meta.

4.16. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had van [handelsnaam] inderdaad meer uitleg mogen worden verwacht bij haar beroep op schending van haar auteursrecht. Het is niet duidelijk of [handelsnaam] zich beroept op een auteursrecht op haar website in zijn geheel en op welke wijze dit dan is gevestigd, zoals bijvoorbeeld door het opnemen van een disclaimer, of dat het haar te doen is om de afbeeldingen – met name een aantal foto’s van [handelsnaam] keeshonden – die op het screenshot te zien zijn. Meta stelt terecht dat niet is gebleken dat de afbeeldingen op die website auteursrechtelijk zijn beschermd. Gelet hierop komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat onvoldoende is gesteld om te kunnen vaststellen dat in dit kader onrechtmatig is gehandeld door het delen van het screenshot.

4.17. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de post en comments onmiskenbaar onrechtmatig zijn. De vorderingen van [handelsnaam] worden daarom afgewezen.