18 mei 2022
Vordering tot verschaffen inloggegevens toegewezen
Vzr. Rb. Overijssel 18 mei 2022, IEF 20786, IT 3970; ECLI:NL:RBOVE:2022:1530 (VOF Ordermate-BRAMR tegen B) Kort geding. A en B waren beiden vennoten van de VOF ORDERMATE-BRAMR, waarna B zich heeft uitgeschreven in het handelsregister per april 2022. Hierdoor blijft A als enige vennoot over. De VOF bevindt zich hierna in liquidatie, waarbij er nog een aantal baten aanwezig zijn die moeten worden verdeeld. Alhoewel er volgens de kortgedingrechter geen sprake is van auteursrechten op de software die aan de VOF of A toekomen, worden de vorderingen op grond van het auteursrecht afgewezen. De vordering inhoudende het verstrekken van de inloggegevens van de website en e-mailaccounts om te beschikken over de software, wordt wel toegewezen. De vorderingen in reconventie worden afgewezen.
4.4. Tussen partijen staat vast dat [B] in december 2021 heeft laten weten dat hij niet meer verder wil met de VOF. [B] is per 1 april 2022 uitgeschreven als vennoot in het Handelsregister. [A] blijft als enige vennoot over. Daarmee is de VOF ontbonden (zie ook ECLI:NL:HR:2018:819 en ECLI:NL:RBROT:2021:5209). Anders dan de VOF en [A] stellen, is daarvoor geen schriftelijke afspraak vereist. Echter, de VOF is nog niet opgehouden te bestaan, omdat van een voltooide vereffening nog geen sprake is (ECLI:NL:GHAMS:2020:1431). Er zijn nog baten aanwezig die verdeeld moeten worden. De VOF bevindt zich dus in liquidatie. De VOF heeft in dat kader ook na opzegging van de samenwerking door een van partijen, belang bij het behoud van haar activa, waaronder haar concurrentiepositie. Daarmee heeft de VOF belang bij het instellen van de – ten behoeve van haar ingestelde – vorderingen (de vorderingen I en III t/m VI) en is zij ontvankelijk in deze vorderingen.
4.13. De vordering van de VOF en [A] onder V. om [B] te veroordelen om de inlogcodes en wachtwoorden te verstrekken voor de website en de emailaccounts en de overige inlogcodes en wachtwoorden die nodig zijn voor het kunnen beschikken over de software zal worden toegewezen. [B] heeft tegen deze vordering geen verweer gevoerd en heeft toegezegd – voor zover de wachtwoorden nog niet zijn overgedragen – dit (alsnog) te zullen doen. Gelet op de toezegging van [B] om de inlogcodes en wachtwoorden te verstrekken, zal aan deze veroordeling geen dwangsom worden verbonden. Een aanleiding om te vermoeden dat [B] aan die toezegging geen gevolg zal geven, is gesteld noch gebleken. De vordering onder VI. zal daarom worden afgewezen.