25 mrt 2020
VPRO hoeft uitlating over Baudet niet te rectificeren
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 25 maart 2020, IEF 19100; ECLI:NL:RBMNE:2020:1070 (Baudet tegen VPRO) In het tv-programma Buitenhof legde de presentatrice uitlatingen van Baudet voor aan een studiogast. Baudet en Forum voor Democratie stellen dat Buitenhof door middel van deze parafrase bewust karaktermoord pleegde op Baudet en dus onrechtmatig handelde. Geoordeeld wordt dat de VPRO de uitzending van Buitenhof, niet hoeft te rectificeren. De parafrase is gebrekkig, maar tegelijkertijd, gelet op alle omstandigheden, handelde de VPRO niet onrechtmatig. Baudet is namelijk een publieke figuur, die actief deelneemt aan het publieke (politieke) debat. Dit betekent dat hij meer moet accepteren dan de gemiddelde burger. Bovendien kan de vraag van de presentatrice worden gezien als een bijdrage aan het publieke debat. Volgens het Europese Hof van de Rechten van de Mens mag het recht op vrijheid van meningsuiting dan minder snel ingeperkt worden, omdat op grond van een op basis van art. 8 en 10 EVRM gemaakte belangenafweging er geen noodzaak is tot beperking van de vrijheid van meningsuiting van de VPRO. Bij de belangenafweging spelen de eerdere door Baudet gedane uitspraken een rol. De door Baudet en Forum voor Democratie gevorderde rectificatie is verder niet toewijsbaar, ook niet omdat niet duidelijk is wat de omvang van de door hen gestelde schade is. Bovendien is door de zelf gezochte publiciteit het eigen standpunt inmiddels voldoende aan het publiek duidelijk gemaakt en heeft de VPRO ook zelf aan nadere berichtgeving gedaan.
4.17. Op grond van de onder 4.2 en 4.3 bedoelde belangenafweging is de voorzieningenrechter van oordeel dat de door de presentatrice gedane uitlating in het programma Buitenhof van 23 februari 2020 niet onrechtmatig jegens Baudet c.s. is. Doorslaggevend is daarbij geweest, zoals hiervoor nader uiteengezet is, dat Baudet een publieke figuur is die actief deelneemt aan het publieke (politieke) debat, dat de presentatrice met haar openingsvraag aan Otten een bijdrage heeft willen leveren aan dat publieke debat, dat die vraag niet los kan worden gezien van eerdere door Baudet gedane uitspraken, dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat sprake is van een vooropgezet doel om karaktermoord te plegen op Baudet c.s., dat Vpro Baudet niet heeft weggezet als racist en dat Baudet c.s. niet vooraf om een reactie had moeten worden gevraagd. Verder geldt dat de door Baudet c.s. gestelde negatieve gevolgen onvoldoende zijn onderbouwd (zie hierna onder 4.19).
4.18. Ook als wordt aangenomen dat de in de uitzending door de presentatrice gedane uitlating wel onrechtmatig tegenover Baudet c.s. is, betekent dit nog niet zonder meer dat de gevorderde rectifcaties ook toewijsbaar zouden zijn geweest. In de gevorderde rectificaties genoemd onder 3.1.a en 3.1.c. staat dat Baudet niet gezegd zou hebben dat hij denkt ‘dat de EU een vooropgezet plan heeft om het blanke Europese ras te vervangen door Afrikaanse immigranten’, maar dat is slechts ten dele juist. Baudet heeft de woorden ‘blank’, ‘ras’ en ‘vervanging’ niet gebruikt, maar de overige woorden zijn wel door Baudet uitgesproken. Verder geldt voor de onder 3.1.b. genoemde rectificatie dat gemeld wordt dat Baudet ten onrechte is neergezet als racist, maar zoals onder 4.8 reeds is overwogen heeft het programma Buitenhof Baudet niet neergezet als racist.4.21. Ten slotte mag bij de beoordeling van de vraag of er voldoende grond is om tot rectificatie over te gaan, niet voorbij worden gegaan aan de omstandigheid dat Vpro, naar aanleiding van de door Baudet c.s. gedane verzoeken tot rectificatie, al op 23 februari 2020 op haar website de achtergrond heeft geschetst van de door de presentatrice gestelde vraag en daarbij tevens de uitspraken van Baudet heeft geciteerd waarop haar vraag aan Otten was gebaseerd. Daarbij wordt ook met een link verwezen naar de volledige transcriptie van het bewuste kamerdebat. Deze internetpagina is nog steeds op de website van Vpro te raadplegen. Het deels gebrekkige karakter van de in geding zijnde parafrase is daarmee verholpen.