Gepubliceerd op maandag 6 augustus 2018
IEF 17898
Rechtbank Rotterdam ||
20 jul 2018
Rechtbank Rotterdam 20 jul 2018, IEF 17898; ECLI:NL:RBROT:2018:5365 (eiser tegen VOF), https://delex.nl/artikelen/wel-sprake-van-oplevering-video-s-op-youtube

Wel sprake van oplevering video's op YouTube

Ktr. Rechtbank Rotterdam 20 juli 2018, IEF 17898; ECLI:NL:RBROT:2018:5365 (eiser tegen VOF) Contractenrecht. Kantonrechter bespreekt een minnelijke regeling; afgesproken wordt dat VOF in de avond de video online zal plaatsen en eiser daarop mag reageren met aanpassingen of wijzigingen. Eiser voert aan dat de toegestuurde links melding 'deze video is door de gebruiker verwijderd' opleveren. Omdat YouTube het volgens VOF niet toelaat om twee dezelfde video’s online te hebben, is er geen sprake van oplevering volgens eiser. Eiser heeft op printscreens gewezen, maar in de internetbalk staan andere links dan VOF heeft gestuurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide video’s door gebruikmaking van de betreffende links online te bekijken zijn.  Eiser wordt niet nog eens toegelaten voorstellen van aanpassing te doen. De vordering in reconventie ziet op de restantbetaling van het overeengekomen basisbedrag en een bedrag ter zake van meerwerk voor 45 seconden extra.

5.2. [eiser] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om nadere aanpassingen en/of wijzigingen voor te stellen. Dat komt onder de gegeven omstandigheden voor zijn risico. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat een goedkeuring van [eiser] van de (definitieve) video’s ontbreekt. Dat laat onverlet dat [VOF] de bereidheid heeft uitgesproken om aanpassingen in ontvangst te nemen en door te voeren en de kantonrechter wijst [VOF] erop dat die verplichting ook onverminderd bestaat op grond van de gemaakte afspraken. Ook de verplichting van [VOF] om de bronbestanden aan [eiser] te doen toekomen blijft uiteraard in stand. Gelet op de hiervoor genoemde vaststelling van de online plaatsing van de video’s op 10 april 2018, ziet de kantonrechter geen aanleiding om [eiser] in deze procedure alsnog toe te laten tot het doen van een voorstel tot aanpassing/wijziging.

5.3. Nu [VOF] heeft voldaan aan haar verplichtingen op grond van de in deze procedure tussen partijen gemaakte afspraken - voor zover zij daartoe zelfstandig en zonder inbreng/medewerking van [eiser], die hij niet heeft gegeven, in staat was - dient ook [eiser] zijn deel van de afspraak na te komen, te weten nakoming van de overeenkomst van 9 juni 2017. Dat betekent dat er geen grond is voor toewijzing van de door [eiser] gevorderde ontbinding van de overeenkomst, zodat zijn vordering in conventie wordt afgewezen.

5.5 De vordering van [VOF] in reconventie ziet op de restantbetaling van het overeengekomen basisbedrag en een bedrag ter zake van meerwerk voor 45 seconden extra. In de opdrachtbevestiging is een prijs overeengekomen van € 1.500,00 voor in totaal 90 seconden aan film. De video’s die door [VOF] op 11 april 2018 online zijn geplaats hebben een lengte van respectievelijk 77 seconden (video 1) en 59 seconden (video 2), derhalve opgeteld 46 seconden langer dan overeengekomen. Gelet op het ontbreken van een voldoende gemotiveerde betwisting van [eiser] ten aanzien van de tijdsduur en inhoud van de video’s, wordt geoordeeld dat [VOF] terecht - conform de overeenkomst van 9 juni 2017 - het bedrag van € 1.361,25 inclusief btw bij de onder 2.5 genoemde factuur van 17 augustus 2017 aan [eiser] in rekening heeft gebracht en dat [eiser] dus verplicht is om dat bedrag aan [VOF] te betalen. Daartoe wordt hij veroordeeld. Dat betekent dat de vordering in reconventie van [VOF] wordt toegewezen, zoals hierna bepaald.