Zelfregulering door Google: een stap in de goede richting?
Een bijdrage van Tom Jozak, Mitopics.
Eigenaar van werelds grootste internetzoekmachine Google heeft aangekondigd dat zij meer dan 200 veranderingen in hun zoekalgoritmes gaan aanbrengen om de goede (lees: legitieme) zoekresultaten te kunnen blijven leveren. Deze veranderingen houden onder meer in dat het aantal verwijderverzoeken vanwege auteursrechtelijke inbreuken voor bepaalde content wordt geteld. Pagina’s die aan het zoekalgoritme voldoen, zullen volgens Google lager worden geplaatst in de zoekresultaten. Speelt Google hier voor de internet-cop of is er meer aan de hand? En wat is het alternatief?
Vooropgesteld dat alleen auteursrechthebbenden er belang bij hebben dat hun werk wordt herkend en als zodanig ook wordt beloond, stelt Google dat alleen gerechtelijke instanties op diens verzoek mogen bepalen of er sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk. Zij mogen hierbij dan ook de schade en de mate van herstel van die inbreuk vaststellen. Daarom zullen – volgens Google – geen websites uit de zoekresultaten verwijderd worden totdat zij hiertoe een rechtmatig verwijderverzoek (“Copyright Removal Notice”) voor hebben ontvangen. En omdat de bovengenoemde wijzigingen in de zoekresultaten ook voor Google nadelig kunnen uitpakken – met het bieden van een groot aantal van nauwkeurige zoekresultaten zijn ze immers groot geworden – stellen zij ook middelen beschikbaar aan de beweerdelijke auteursrechtelijke inbreukmakers om zich hiertegen te kunnen verweren, althans te kunnen verweren tegen aantijgingen van derden.
Google geeft hiermee een negatief signaal af aan de potentiële inbreukmakers hoewel de kans bestaat dat rechtelijke instanties deze niet langer zullen zien als doorgeefluik (‘mere conduit’) alleen. De netneutraliteit wordt hierdoor eveneens verder aangetast door een monopolist. Dit hebben we al eerder gezien en hier is door de Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC) al afwijzend op gereageerd. De voorlopige conclusie moet dan ook zijn dat Google wel goede voornemens lijkt te hebben om de ‘webwereld’ inhoudelijk te reguleren maar dat Google hierbij zelf niet aan de regels gebonden wil zijn.
In een tijd dat content-beheerders naar zoekresultaten van de flagrante auteursrechtovertreders verwijzen en deze op de eerste zoekpagina laten verschijnen, terwijl websites van bepaalde rijksvoorlichtingsdiensten vier pagina's verderop worden begraven, mag door Google niet beweerd worden dat hij volledig in het maatschappelijk belang handelt. Google probeert hier wel iets aan te doen en dat is een goede zaak, maar de wijze waarop verdient geen schoonheidsprijs.
Er kan uiteraard meer worden gedaan. Op het internet, waar spam en malware de dienst uitmaken, bestaan reeds initiatieven die het internetten veiliger en het downloaden legitiemer proberen te maken. Eén daarvan is het bijhouden van zwarte lijsten door verschillende gecertificeerde platforms waardoor onder meer hackersaanvallen kunnen worden verminderd. Deze aanpak zou ook kunnen werken voor het auteursrecht als vergelijkbare – bij voorkeur real-time – lijsten ontwikkeld worden om inbreuk op auteursrechten te registreren. Content-beheerders zouden dan gebruik kunnen maken van verschillende signalen die op deze lijsten worden vergaard en daarop hun content kunnen afstemmen. Een onafhankelijke instantie zou hier het beheer van kunnen doen en er toezicht op kunnen uitoefenen. Het verschil tussen deze aanpak en die van Google is dat de toegang tot de internetmarkt voor de vermoedelijk auteursrechtelijke inbreukmaker niet door een belangenverstengelde partij wordt beheerd en al dan niet onbedoeld belemmerd. Pas na het signaal van de auteursrechthebbende en een check door een integere beheerder van de zwarte lijst, of er inderdaad sprake is van ongeautoriseerde content, zou deze op de lijst geplaatst mogen worden al dan niet met toestemming van een onafhankelijk instantie. Een soort BKR-registratie (of de Amerikaanse versie hiervan: Credit-score), maar dan voor auteursrecht-inbreukmakers.
Google heeft natuurlijk zelf al een behoorlijke (zwarte) lijst opgebouwd, maar als er echt een onafhankelijke instantie voor dit soort lijsten van de aanbieders van ongeautoriseerde content in het leven geroepen zou worden, zou de hele internetmarkt hiervan kunnen profiteren. Idealiter zou Google zelf ook meewerken en deelnemen aan het verstrekken van gegevens aan deze onafhankelijke instantie en verder helpen bij het opbouwen en optimaliseren hiervan.
Auteursrechthebbenden en diens gemachtigde lopen nu steeds achter feiten aan, onder meer omdat landen buiten Europa nog steeds geen effectieve wet- en regelgeving op dit terrein hebben of omdat deze traag wordt ingevoerd en niet afgestemd is op de nieuwste ‘sharingtechnologieën’. Zij hebben dus snel andere initiatieven hard nodig, want de huidige aanpak werkt kennelijk niet zoals die bedoeld is. De snelle ontwikkeling van de technologie gooit namelijk steeds roet in het eten.
De oplossingen voor de besproken problematiek hoeven niet persé ver van thuis te worden gezocht. Er kan in dit verband worden gekeken naar de ervaringen met bestrijding van internetspam en -malware en hoe met soortgelijke problemen op het internet wordt omgegaan. Deze aanpak zou mogelijk effectiever kunnen zijn dan het continu aanpassen van de wet- en regelgeving en dus uitgebreid kunnen worden naar bestrijding van verrijking door gebruik van andermans werk. Hoewel hiervoor natuurlijk een brede consensus nodig is, betekent dit echter niet dat we niet eerst klein mogen beginnen.
Tom Jozak, Mitopics.