DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 3656

Artiesten (3)

Kamervragen met antwoord, nr. 973, 2006-2007,  2e Kamer. Antwoord Staatsecretaris De Jager, Financiën, op vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Financiën en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van diskjockeys als artiest. (Ingezonden 12 februari 2007).

Aangegeven wordt dat óók VJ's en Masters of Ceremony (MC's) - gelijk DJ's - als uitvoerende kunstenaars mogen worden aangemerkt en aldus onder de reikwijdte van de artiestenregeling voor de loonheffingen kunnen vallen (i) en het lage BTW-tarief van 6% kunnen toepassen op hun optredens op dance feesten, festivals, poppodia etc. (ii). Onduidelijkheden naar aanleiding van de eerdere antwoorden van Minister Zalm zijn nu grotendeels weggenomen. Een "generaal pardon" voor evenementenorganisatoren met betrekking tot naheffingen over de periode van vóór 28 november 2006 - de dag waarop eindelijk enige helderheid is ontstaan over de fiscale rechtspositie van DJ's - lijkt er echter voorlopig niet in te zitten.

Lees de antwoorden op de kamervragen hier en het voorafgaande artikel van Bjorn Schipper (Van der Steenhoven) over dit onderwerp hier (Muziekwereld 2007-1). Eerder bericht hier.

 

IEF 3560

Handhaving

Kamerstukken  30392 , nr. D, Eerste Kamer. Implementatie Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.

Eindverslag (teneinde als hamerstuk af te doen) van de vaste commissie voor justitie,  vastgesteld 27 februari 2007:

Na kennisneming van de memorie van antwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.  

Lees alle relevante kamerstukken hier.  

IEF 3474

Handhaving

1stekamer.bmpKamerstuk 30392 C,  Eerste Kamer. Implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Wijziging van een aantal wetten inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (30.392)  

De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft op 9 februari 2007 de memorie van antwoord ontvangen en bespreekt op 13 februari 2007 de nadere procedure.

Uit de memorie van antwoord:  “Een eenvoudiger – en wellicht doelmatiger – oplossing voor het door de NOvA gesignaleerde probleem zou kunnen zijn dat partijen desgewenst onderling afspreken dat ze zich in de desbetreffende zaak binden aan de regels van artikel 237 e.v. Rv en aan het huidige liquidatietarief en geen beroep zullen doen op artikel 1019h Rv. Regels van proceskostenveroordeling zijn niet van openbare orde en partijen kunnen er bij overeenkomst van afwijken. Doorgaans zal aan een dagvaarding, een sommatie tot staking van de inbreuk voorafgaan en vervolgens zal er tussen de advocaten van partijen vaak onderhandeld worden om buiten rechte tot overeenstemming te komen. Voor het geval dat dit niet tot resultaat leidt en de rechter alsnog wordt ingeschakeld, kunnen partijen een afspraak maken over de proceskostenveroordeling. 

De Raad voor de Rechtspraak stelt momenteel een werkgroep samen die zich zal buigen over het advies van de NOvA over het liquidatietarief. Deze werkgroep zal bezien of binnen de marges van de EU-richtlijn een aanwijzing opgesteld kan worden waarbij zowel partijen als de rechter enig houvast wordt geboden bij het bepalen van de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld wordt.” 

Lees de gehele memorie van antwoord hier. Overzicht kamerstukken hier.

IEF 3402

Repealed and replaced

Nieuwe geconsolideerde versies van het Directoraat-Generaal Interne Markt:

- Directive 92/100/EEC has been repealed and replaced by Directive 2006/115/EC, without prejudice to the obligations of the Member States relating to the time-limits for transposition into national law of the Directives

Nieuw: Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (gecodificeerde versie). Lees de richtlijn hier.

- Copyright Directive 93/98/EEC has been repealed and replaced by Directive 2006/116/EC, without prejudice to the obligations of the Member States relating to the time-limits for transposition into national law of the Directives, and their application

Nieuw: Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie).Lees de richtlijn hier.

Lees het nieuwsbericht van de DG IM hier.

IEF 3289

Collectief grensoverschrijdend

Vorig jaar deed de Europese Commissie de aanbeveling over collectief grensoverschrijdend  beheer van auteursrecht en naburige rechten voor legitieme on-line muziekdiensten. In deze aanbeveling (Recommendation 2005/737/EC) stelde de Europese Commissie drie opties voor Om online muziekwinkels in staat te stellen op eenvoudiger wijze een licentie te verkrijgen die dan gelijk voor de hele EU van toepassing is: 1) niets doen, 2) het verbeteren van de samenwerking tussen collecting societies en, 3) het aanwijzen van 1 organisatie door rechthebbenden welke organisatie dan het werk kan licentiëren in de hele EU.

Inmiddels is het tijd om de impact van de aanbeveling te monitoren. De Commissie roept daarom alle stakeholders op om hun ervaringen met de aanbevelingen kenbaar te maken en om aan te geven hoe de online muziek sector zich heeft ontwikkeld.

Lees de call for comments hier. Lees de recommendation hier. Eerder bericht hier.

IEF 3154

Gecodificeerd

Op 17 januari 2007 zullen in werking treden:
 
- Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (gecodificeerde versie)
 
Lees hier de richtlijn.
 
- Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie)
 
Lees hier de richtlijn.

 

IEF 3059

Artiesten (2)

Tweede Kamer, Kamervragen met antwoord 2006-2007, nr. 400. Vragen van de leden Van der Ham (D66) en Irrgang (SP) aan de ministers van Financiën en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van diskjockeys (dj's) als artiest. (Ingezonden 7 november 2006); Antwoord

“Zoals blijkt uit het voorgaande gaat het erom of de dj voor publiek een artistieke prestatie levert. Deze voorwaarde geldt niet alleen voor dj’s, maar voor iedereen die als artiest in de loonheffingen wordt betrokken. Een specifiek onderzoek naar de positie van dj’s is niet nodig. Een dj brengt naar eigen artistiek inzicht geselecteerde muziek van (delen van) geluidsdragers in een zelf gekozen volgorde voor een publiek ten gehore, al dan niet onder toevoeging van live-elementen zoals muziekinstrumenten, vocalen en samples. In de rechtspraak wordt bij de beoordeling van de artistieke prestatie veel waarde gehecht aan maatschappelijke opvattingen en spraakgebruik. Met inachtneming daarvan zijn dj’s die op dance-parties, festivals, poppodia en dergelijke optreden thans zonder meer als artiest aan te merken.”

Lees hier de antwoorden en hier het artikel DJ's zijn artiesten van Bjorn Schipper.

IEF 2795

Wel een volwaardige artiest

Update bij ''Geen volwaardige artiest' (eerder bericht hier): De Minister van Financiën heeft de motie geaccepteerd en aangegeven dat per 1 januari a.s. de belastingregels zullen worden aangepast. Daarmee is onder andere een feit dat DJ's in fiscaal opzicht de artiestenstatus krijgen en onder het 6% BTW tarief gaan vallen.

IEF 2792

Geen volwaardige artiest

Bjorn Schipper (Van der Steenhoven Advocaten): DJ debat, leuker kunnen ze niet draaien. SP en D66 eisen artiestenstatus voor DJ’s.

Een bijzonder fiscaal getint onderwerp, maar er zijn raakvlakken met IE. Zo ligt de oorsprong van het standpunt over de artiestenstatus voor DJ's in het auteursrecht en het naburige recht.

 “Het DJ Debat kende dit jaar een fiscaal-juridische insteek en draaide om de centrale vraag of de huidige regelgeving voor DJ’s op het gebied van de loon- en omzetbelasting nog wel van deze tijd is. Binnen de belastingwetgeving blijken DJ’s niet of nauwelijks gedefinieerd te zijn. De fiscus merkt DJ’s vaak nog steeds niet als “volwaardige” artiesten aan."

DJ debat: Leuker kunnen ze niet draaien! SP en D66 eisen artiestenstatus voor DJ’s.

Op zaterdag 21 oktober jl. vond wederom het DJ Debat plaats tijdens het DJ en producer seminar (D3) in het kader van het Amsterdam Dance Event (ADE). Het ADE is de grootste en belangrijkste elektronische (dance)muziekconferentie van Europa en vond van donderdag 19 tot en met zaterdag 21 oktober jl. plaats in Felix Meritis in Amsterdam. De organisatie van het ADE is in handen van Buma Cultuur. Naast een dagconferentie is het ADE óók een nachtfestival waarbij meer dan 300 nationale en internationale DJ’s/dance artiesten hebben opgetreden in een keur van clubs en DJ-café’s in Amsterdam.

Het DJ Debat kende dit jaar een fiscaal-juridische insteek en draaide om de centrale vraag of de huidige regelgeving voor DJ’s op het gebied van de loon- en omzetbelasting nog wel van deze tijd is. Binnen de belastingwetgeving blijken DJ’s niet of nauwelijks gedefinieerd te zijn. De fiscus merkt DJ’s vaak nog steeds niet als “volwaardige” artiesten aan. In het kader van de loonbelasting betekent dit dat DJ’s lang niet altijd onder de speciale artiestenregeling vallen. Het is dus twijfelachtig of over gages van DJ’s loonbelasting geheven moet worden en of DJ’s onder de sociale verzekeringen vallen. Voor wat betreft de omzetbelasting geldt dat voor DJ’s ten opzichte van andere artiesten verzwaarde fiscale eisen gelden om onder de regeling van het verlaagde BTW-tarief (6%) te kunnen vallen. Alleen ingeval een DJ in een professionele studio zélf muziekwerken produceert én over hem of haar door collega’s in vakliteratuur artikelen of recensies worden geschreven, kan een DJ onder het lage BTW tarief vallen. Gevolgen van het huidige arbitraire fiscale beleid: verstoring van de concurrentieverhoudingen en rechtsonzekerheid voor zowel DJ’s als organisatoren van feesten en festivals. Met in het achterhoofd de mogelijkheden die het recht van de intellectuele eigendom ons biedt om de draaiprestaties van DJ’s (artiesten?!) te beschermen, dient de vraag zich aan of we vandaag de dag niet toe zijn aan een fiscale herdefiniëring van DJ’s, en wat dit allemaal met zich mee kan brengen voor de dance sector?

Aan de hand van dit onderwerp en de stelling “De huidige belastingregels voor DJ’s zijn niet (meer) van deze tijd” zijn belastingadviseur Dick Molenaar (All Arts Tax Advisers) en de kamerleden Arda Gerkens (SP) en Boris van der Ham (D66) onder leiding van advocaat Bjorn Schipper (Van der Steenhoven Advocaten) afgelopen zaterdag in Felix Meritis met elkaar de discussie aangegaan.

Arda Gerkens, onder andere auteur van de initiatiefnota “Oorstrelend en hartveroverend” ter verbetering van de positie van de Nederlandse artiest, sloot zich aan bij de kritiek van Dick Molenaar op de huidige fiscale regels voor DJ’s. Het is niet aan de belastinginspecteur om uit te maken of de ene DJ wel en de andere DJ niet als artiest gezien kan worden.

Ook Boris van der Ham, onder andere auteur van het “D66 Dance Manifest” en pleitbezorger van minder betutteling van de dance sector en méér investeringen in dance, liet zich niet onbetuigd en viel het huidige arbitraire beleid van de fiscus ten aanzien van dance en DJ’s inhoudelijk aan. De artiestenstatus voor DJ ’s moet er komen, zelfs al zou dat met een “schot hagel” bereikt moeten worden. 

De panelleden pleitten met betrekking tot de loonbelasting voor het recht op keuzevrijheid: artiestenregeling of “zelfstandigheid”. DJ’s (maar ook bijvoorbeeld VJ’s) dienen hiervoor door de fiscus per definitie als artiesten aangemerkt te worden om als zodanig onder de speciale artiestenregeling te kunnen vallen. Indien DJ’s niet onder deze artiestenregeling willen vallen en dus “zelfstandig” wensen te zijn, kan een zogeheten verklaring arbeidsrelatie met winst uit onderneming (VAR-WUO) uitkomst bieden. Het is dus aan de DJ/artiest om hierin een keuze te maken. Dit schept voor de organisatoren meteen duidelijkheid. Wél dient ter voorkoming van gigantische naheffingen door de fiscus een soort “generaal pardon” gegeven te worden voor het verleden.

Als het aan de panelleden ligt, worden de verzwaarde fiscale eisen die aan DJ’s gesteld worden in het kader van de heffing van omzetbelasting, meteen afgeschaft. Optredens van DJ’s dienen volgens het panel per definitie onder het lage BTW tarief te vallen. Dit zal onze (muziek) cultuur in het algemeen ten goede kunnen komen. Als we daarbij bedenken dat voor overige artiesten géén verzwaarde materiële eisen gelden, zorgt het bestaan van deze “DJ-voorwaarden” op zichzelf al voor rechtsongelijkheid. Inhoudelijk valt op de voorwaarden eveneens het nodige af te dingen. Zo zijn de “DJ-voorwaarden” geschreven voor producers van muziekwerken (niet zijnde DJ’s) en schepen ze de dance sector met een onnodig zware administratieve last die betrekking heeft op het verzamelen van publicaties over artiesten. Afschaffen dus! 

Arda Gerkens en Boris van der Ham hebben aan het einde van het debat bevestigd dat nog deze week bij de behandeling van het belastingplan in de Kamer in de vorm van een motie een aanzet gegeven zal worden voor erkenning van de artiestenstatus voor DJ’s en het schrappen van de huidige voor DJ’s en de dance industrie geldende maar achterhaalde fiscale regels. Het verbaast niet dat de publieksstemming aan het einde van het debat haast unaniem was: de huidige belastingregels voor DJ’s zijn niet meer van deze tijd!

BS

Lees hier een bericht op 3voor12.nl over het debat.

 

IEF 2789

Wetgeving

- Wijziging Goedkeuringswet inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (30.633)  

Dit wetsvoorstel strekt tot nakoming van de toezegging aan de Eerste Kamer te bevorderen dat in de Goedkeuringswet bij het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (30.403) een parlementair instemmingsrecht bij besluiten van het Comité van Ministers wordt opgenomen.

Het voorstel is op 5 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken heeft op 17 oktober 2006 het blanco eindverslag uitgebracht. Het voorstel wordt op 31 oktober 2006 als hamerstuk afgedaan.

Lees hier meer.

- Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaaden plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195)

Het voorstel is op 19 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is in behandeling bij de Eerste Kamercommissie voor Justitie.

Lees hier meer.