DOSSIERS
Alle dossiers

Bewijs  

IEF 21885

Verzoek Jehova's afgewezen vanwege ontbreken rechtmatig belang

Rechtbanken 8 feb 2024, IEF 21885; ECLI:NL:RBDHA:2024:1338 (Christelijke Gemeente van Jehova’s Getuigen in Nederland tegen De Staat Der Nederlanden), https://delex.nl/artikelen/verzoek-jehova-s-afgewezen-vanwege-ontbreken-rechtmatig-belang

Rb. Den Haag 8 februari 2024, IEF 21885; ECLI:NL:RBDHA:2024:1338 (Christelijke Gemeente van Jehova’s Getuigen in Nederland tegen De Staat Der Nederlanden) In deze zaak leidde een onderzoek naar seksueel misbruik binnen de Christelijke Gemeente van Jehova’s Getuigen in Nederland (hierna: CGJG) tot het UU-rapport. CGJG probeerden publicatie ervan te stoppen via een kort geding, maar faalden.

IEF 18784

Gijzeling opgeheven op grond van journalistiek verschoningsrecht

Rechtbank Rotterdam 25 okt 2019, IEF 18784; ECLI:NL:RBROT:2019:8376 (gegijzelde journalist), https://delex.nl/artikelen/gijzeling-opgeheven-op-grond-van-journalistiek-verschoningsrecht

Rechtbank Rotterdam 25 oktober 2019, IEF 18784, IT 2922; ECLI:NL:RBROT:2019:8376 (gegijzelde journalist) In het onderzoek ter zake de “vergismoord“ is de telefoon van een getuige enige tijd getapt geweest. Hierdoor heeft de officier van justitie kennis gekregen van een drietal gesprekken tussen deze getuige en een journalist. De raadsman van de verdachte heeft de rechtbank verzocht om de journalist als getuige te laten oproepen. De journalist heeft zich vervolgens beroepen op zijn verschoningsrecht. De rechter-commissaris heeft beslist dat het verschoningsrecht geldt met uitzondering van de drie in het dossier opgenomen telefoongesprekken en de reeds bekende bron daarvan. De journalist bleef zich categorisch op zijn journalistiek verschoningsrecht beroepen en heeft geen enkele door de raadsman van verdachte gestelde vraag beantwoord. Hierop heeft de rechter-commissaris ambtshalve de gijzeling van de journalist bevolen. De raadkamer van de rechtbank Rotterdam heeft de journalist uit de gijzeling ontslagen.

Aan de journalist als getuige komt een verschoningsrecht toe. Dat recht is niet absoluut, in de zin dat hij op geen enkele vraag antwoord zou  hoeven geven, maar betekent in elk geval wel dat hij geen vragen hoeft te beantwoorden waardoor hij (informatie over) zijn bronnen zou prijsgeven. Dat verschoningsrecht moet ruim worden uitgelegd en geldt daarom ook, zoals hier, als uit andere informatie al duidelijk is wie de bron is. De vragen die de getuige in dit geval gesteld zouden worden, vallen volgens de rechtbank (en anders dan de rechter-commissaris eerder van oordeel was) allemaal onder het verschoningsrecht van de journalist. De journalist hoeft daarom geen uitleg te geven over uitlatingen van hem die hij heeft gedaan in een gesprek met zijn bron. Vervolgens is doorbreking van het verschoningsrecht volgens de wet nog mogelijk, maar de rechtbank vindt dat hier niet aan de orde, omdat het fundamentele belang van bronbescherming in dit geval zwaarder weegt dan andere belangen, zoals het ondervragingsrecht van de verdediging.

IEF 18627

Verzoek getuigenverhoor toegewezen na vermeende inbreuk auteursrechten

Rechtbank Amsterdam 10 jan 2019, IEF 18627; ECLI:NL:RBAMS:2019:4856 (X tegen Mosman c.s.), https://delex.nl/artikelen/verzoek-getuigenverhoor-toegewezen-na-vermeende-inbreuk-auteursrechten

Rechtbank Amsterdam 10 januari 2019, IEF 18627; ECLI:NL:RBAMS:2019:4856 (X tegen Mosman c.s.) Auteursrecht. Procesrecht. Verzoek getuigenverhoor. Verzoeker houdt zich bezig met technisch speur- en ontwikkelingswerk. Mosman c.s. (hierna: Mosman) verkoopt Bulk Solid Heat Exchanger torens (hierna: BHSE’s), torens die worden gebruikt bij productie van o.a. suiker, kunststofkorrels, koolzaad en kunstmestkorrels. Voor de ontwikkeling van de BHSE’s heeft Mosman samengewerkt met een ontwikkelaar. Verzoeker en Mosman zijn een overeenkomst aangegaan ter ontwikkeling van twee warmtewisselaars. Beide samenwerkingen zijn inmiddels beëindigd. Verzoeker vordert nu dat Mosman gebruik van kennis, die is vormgegeven in bepaalde spreadsheets uit deze samenwerking, waarop zijn auteursrechten rusten, staakt. In kort geding is deze voorziening geweigerd. Nu wordt verzocht een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Verzoeker wil de ontwikkelaar en bestuurder van Mosman verhoren. Mosman verzet zich hiertegen. Voorop staat dat een verzoek tot getuigenverhoor kan worden toegewezen als de te bewijzen feiten zijn betwist, het bewijs daarvan door getuigen is toegelaten en de te bewijzen feiten tot een beslissing in de zaak kunnen leiden. Wel kan een dergelijk verzoek worden afgewezen indien de bevoegdheid tot het bezigen van dit middel misbruik maakt. Nu in deze zaak aan de eisen is voldaan, en er geen sprake is van een dergelijke uitzondering, wordt het verzoek toegewezen.

IEF 18609

Inzage-incident leidt tot strijd goede procesorde

Rechtbank Den Haag 24 jul 2019, IEF 18609; ECLI:NL:RBDHA:2019:7528 (Abbott tegen Kamstra), https://delex.nl/artikelen/inzage-incident-leidt-tot-strijd-goede-procesorde

Rechtbank Den Haag 24 juli 2019, IEF 18609, IEFbe 2918; ECLI:NL:RBDHA:2019:7528 (Abbott tegen Kamstra) 843a Rv-incident. Goede procesorde. Zie eerder [IEF 17126] [IEF 17132] [IEF 18193]. Het gaat in de hoofdzaak om een art. 843a Rv-incident. Kamstra vordert het incident tegen Abbott en is gericht op enige instructie van de hoofdzaak. Het dient echter enkel en alleen de vrijwaringszaak. Dit past niet in het systeem van Rv en leidt tot met de goede procesorde strijdige vertraging in de hoofdzaak en levert in dit geval ook misbruik van recht op, omdat het een op voorhand zinloze vordering is. Voor zover het incident is ingesteld met het oog op het voeren van verweer in de hoofdzaak en een voorgenomen reconventionele vordering, is het een buiten de reikwijdte van artikel 843a Rv vallende fishing expedition. De rechtbank wijst de inzage vordering dus af.

IEF 17886

Conclusie AG: Belang van geheimhouding door Syngenta minder zwaar dan recht op inzage

Hoge Raad 6 jul 2018, IEF 17886; ECLI:NL:PHR:2018:829 (Syngenta tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-belang-van-geheimhouding-door-syngenta-minder-zwaar-dan-recht-op-inzage

Conclusie AG HR 6 juli 2018, IEF 17886; ECLI:NL:PHR:2018:829 (Syngenta tegen verweerder) Syngenta houdt zich onder meer bezig met de ontwikkeling en verkoop van diverse groenterassen. Zij laat de haar in eigendom toebehorende planten eerst opkweken op Plantenkwekerij A. Verweerster verzorgt uitsluitend groentegewassen die eigendom zijn van Syngenta, nadat Syngenta deze door een vervoerder van A naar verweerster heeft laten vervoeren. Er zijn besmettingen geconstateerd. Syngenta stelt dat bron van besmetting bij verweerder ligt en wil de overeenkomst opzeggen. Verweerder stelt dat bron van besmetting bij A ligt en verzoekt om inzage van de resultaten. Aan het verzoek heeft Syngenta niet voldaan. Verweerder heeft bij rechtbank verzocht om een voorlopig getuigenverhoor over wat is besproken tussen Syngenta en A. De rechtbank heeft bij een beschikking voorlopig geruigenverhoor gelast. Daartegen is Syngenta in hoger beroep gegaan. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en Syngenta veroordeeld om onder andere de onderzoeksverslagen te verstrekken. Syngenta heeft tegen deze beschikking cassatie ingediend. Het belang van geheimhouding van Syngenta weegt minder zwaar dan het belang van verweerder bij verstrekking van genoemde stukken. Er is dus geen sprake van gewichtige reden die zich tegen inzage verzet. Conclusie AG: cassatieberoep dient verworpen te worden.

 

IEF 17881

Uitspraak ingezonden door Ron Lamme, Boekx.

Overleggen rapporten over misstanden Reclassering Nederland (mag beperkt geanonimiseerd)

Rechtbank Midden-Nederland 27 jul 2018, IEF 17881; ECLI:NL:RBMNE:2018:3991 (X, Y, Z tegen Reclassering Nederland), https://delex.nl/artikelen/overleggen-rapporten-over-misstanden-reclassering-nederland-mag-beperkt-geanonimiseerd

Rechtbank Midden-Nederland 27 juli 2018, IEF 17880; IT 2612; ECLI:NL:RBMNE:2018:3991 (X, Y, Z tegen Reclassering Nederland) Procesrecht. Opvraging stukken. Privacy. Eisers waren werkzaam bij Reclassering Nederland en hebben misstanden aangekaart bij de projectplaats "Koperwerf" - een werkplaats waar taakgestraften onder begeleiding straf uitvoeren door meubels te maken voor derden. Intern onderzoek heeft geen misstanden naar boven gebracht. Extern bureau Tinguely Xperts heeft een ernstig geëscaleerde verhouding geconcludeerd. In opdracht van gedaagde heeft Bureau Hoffmann geen misstanden kunnen vaststellen. Het AD heeft een artikel gepubliceerd naar aanleiding van verborgen camera-onderzoek. Daarna zijn er nog twee opdrachten geweest om vermeende misstanden te onderzoeken. Eisers vorderen met succes de afschriften van de rapporten ex 843a Rv; de namen, adresgegevens en telefoonnummers mag Reclassering Nederland weglakken.

IEF 17835

Vernietiging verstekvonnis: aangedragen stellingen wijzen onvoldoende op A als aanbieder

Rechtbank Den Haag 21 mrt 2018, IEF 17835; ECLI:NL:RBDHA:2018:8299 (Ross-Tech tegen A), https://delex.nl/artikelen/vernietiging-verstekvonnis-aangedragen-stellingen-wijzen-onvoldoende-op-a-als-aanbieder

Rechtbank Den Haag 21 maart 2018, IEF 17835; ECLI:NL:RBDHA:2018:8299 (Ross-Tech tegen A) Verzet. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Ross-Tech heeft het product VCDS ontwikkeld, dat bestaat uit software met een bijbehorende koppeling om verbinding te kunnen leggen tussen een computer en autobesturingssysteem. Vanaf 2012 zijn via Marktplaats nagemaakte VCDS-producten aangeboden. A is bij verstek veroordeeld voor inbreuk op de auteursrechten van Ross-Tech en slaafse nabootsing van het VCDS-product. Bij de verzetdagvaarding vordert A dat het verstekvonnis wordt vernietigd, omdat de dagvaarding onjuist is betekend. Voorts betwist A dat hij de persoon is die de nagemaakte VCDS-producten heeft aangeboden. De dagvaarding wordt niet nietig verklaard, want A is niet onredelijk in zijn belangen geschaad. De door Ross-Tech aangedragen stellingen zijn echter onvoldoende om haar vorderingen te dragen. De aangedragen gegevens wijzen onvoldoende duidelijk op A als aanbieder. Het verstekvonnis wordt vernietigd. De vorderingen worden alsnog afgewezen.

IEF 17356

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey en Arnoud Martens, Van Benthem & Keulen 

Vernietiging van de gegevensselecties die door late toezending niet tijdig zijn afgerond

Rechtbank Midden-Nederland 13 dec 2017, IEF 17356; ECLI:NL:RBMNE:2017:6184 (Holland Legacy Pump Group c.s. tegen Houttuin en Equilibristen), https://delex.nl/artikelen/vernietiging-van-de-gegevensselecties-die-door-late-toezending-niet-tijdig-zijn-afgerond

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland, 13 december 2017, IEF 17356; ECLI:NL:RBMNE:2017:6184 (Holland Legacy Pump Group c.s. tegen Houttuin en Equilibristen) Executiegeschil. Bewijsbeslag. Inzage in gegevens van Holland Legacy Pump Group (HLPG) is in eerste aanleg afgewezen [IEF 15030], maar in hoger beroep toegewezen. De gegevens zijn in bewaring gegeven bij Equilibristen. In 2017 heeft Equilibristen selecties van de gegevens aan HLPG gestuurd voor controle. De gegevens die niet definitief geselecteerd waren zouden op 27 juni 2017 vernietigd moeten worden. Een belangrijk deel van de selecties is in de week voor deze einddatum naar HLPG gestuurd. HLPG heeft vervolgens haar bezwaren tegen de korte termijn kenbaar gemaakt. Daarnaast heeft Equilibristen in diezelfde periode medegedeeld dat tijdens de beslaglegging bestanden zijn gewist. De gewiste gegevens zijn ten dele hersteld. De bescheiden die niet onder de definitieve selectie vallen dienen vernietigd te worden. Hieronder begrepen zijn de selecties die vlak voor de einddatum zijn verstuurd, omdat deze selectie, door de late toezending, niet is afgerond. Daarnaast wordt de bewaring van forensische kopieën (Images) bevolen, omdat deze kunnen dienen als bewijs van wisacties. Houttuin dient een afschrift te krijgen van de verwijderde data, voor zover die binnen de selectie.

[eiseres] c.s. is opgericht door enkele voormalige werknemers van Houttuin. Houttuin meent dat sprake is van onrechtmatige concurrentie en inbreuk op rechten van intellectuele eigendom. Zij heeft verlof gekregen om bewijs beslag te leggen. In conventie wordt Houttuin en gedaagden veroordeelt tot vernietiging van alle data en bescheiden die zij onder zich houden, inclusief de links 24 t/m 27, met uitzondering van de Images en de Verwijderde Data [G].

In reconventie wordt de gerechtelijke bewaring van de Images bevolen. Eiseres moet afschrift verstrekken van de Verwijderde Data en dulden dat gedaagden selecteren conform de selectie-bezwaar en inzageprocedure en de definitieve selectie aan Houttuin ter inzage beschikbaar maakt.

IEF 17041

Oordeel dat de bewijzen van European Food niet in aanmerking mochten worden genomen is onjuist

Gerecht EU (voorheen GvEA) 28 sep 2016, IEF 17041; ECLI:EU:T:2016:568 (European Food tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/oordeel-dat-de-bewijzen-van-european-food-niet-in-aanmerking-mochten-worden-genomen-is-onjuist

Gerecht EU 28 september 2016, ECLI:EU:T:2016:568; T-476/15; IEF 17041; IEFbe 2318 (European Food tegen EUIPO) Merkenrecht. Procesrecht. Nestlé heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan betreft het woordteken 'FITNESS' waarna dit merk werd ingeschreven. European Food heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend. Dit werd zowel door de oppositieafdeling als de beroepskamer van het EUIPO verworpen. De kamer van beroep heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bewijzen die verzoekster voor het eerst voor de kamer had overgelegd, niet in aanmerking mochten worden genomen omdat deze te laat waren aangedragen. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEF 16961

Ambtshalve toepassing vreemd recht laat stelplicht overdracht auteursrecht per land onverlet in Scotch-jaszaak

Rechtbank Den Haag 12 jul 2017, IEF 16961; ECLI:NL:RBDHA:2017:7753 (Scotch & Soda tegen Esprit), https://delex.nl/artikelen/ambtshalve-toepassing-vreemd-recht-laat-stelplicht-overdracht-auteursrecht-per-land-onverlet-in-scot

Rechtbank Den Haag 12 juli 2017, IEF 16961; ECLI:NL:RBDHA:2017:7753 (Scotch & Soda tegen Esprit) Auteursrecht(inbreuk) op jas. Scotch & Soda voert de Scotch-jas in verschillende versies al een aantal jaren in haar collectie sinds 2012. n oktober 2015 heeft zij een soortgelijke jas van Esprit aangetroffen. De combinatie van de niet-bijzondere elementen, geeft de jas een voldoende eigen gezicht. Inbreuk. Rechtsmacht. Pluraliteit van verweerders. Vereiste van een nauwe band tussen de vorderingen (art. 8 sub 1 Brussel I bis-Verordening). De rechter is weliswaar gehouden ambtshalve vreemd recht toe te passen (en uit dien hoofde geacht wordt dit te kennen), maar dat dit onverlet laat dat partijen de voor die toepassing relevante feiten en omstandigheden dienen te stellen. Scotch & Soda heeft het auteursrecht en krijgt verbodstoewijzing in Nederland, maar is voor alle overige landen in Europa in het ongelijk gesteld. Scotch & Soda heeft tegenover de betwisting door Esprit c.s. onvoldoende gesteld om naar het nationale recht van deze landen te kunnen beoordelen of het auteursrecht, de daaraan verbonden persoonlijkheidsrechten daaronder begrepen, inderdaad aan haar toekomt.