Aansluiting bij het basisoctrooi
Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 29 juli 2008, AWB 07/3547 OCT95, E.L. du Pont de Nemours and Company tegen Octrooicentrum Nederland (met dank aan Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland).
Eiseres Dupont is rechthebbende op een Europees octrooi voor Fungicide oxazolidinonen. Het Ctb heeft aan Dupont een vergunning verleend voor het in de handel brengen van het gewasbeschermingsmiddel “Tanos”.
Het Octrooicentrum heeft het aangevraagde ABC beperkt tot de samenstelling van werkzamen stoffen genoemd in de handelsvergunning. Dupont meent daarentegen dat aansluiting moet worden gezocht bij het basisoctrooi.
Aan de rechtbank Den Haag (sector bestuursrecht) staat ter beoordeling wat in dit geval als product in de zin van de Verordening (EG) nr. 1610/96 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen moet worden beschouwd. De rechtbank oordeelt als volgt:
“7. Ingevolge artikel 1, onder 8, en artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening, in onderlinge samenhang bezien, is de omschrijving van de werkzame stof of van de samenstelling van werkzame stoffen van het gewasbeschermingsmiddel in de handelsvergunning bepalend voor het antwoord op deze vraag
8. In de handelsvergunning van 26 juli 2002 is in paragraaf IV de samenstelling van het gewasbeschermingsmiddel vermeld. Daarbij zijn als werkzame stoffen aangeduid: cymoxanil en famoxadone. Hieruit blijkt dat de combinatie van deze twee werkzame stoffen als het in de handelsvergunning geïdentificeerde product moet worden beschouwd.
9. Niet in geschil is dat de handelsvergunning is verleend voor de combinatie van vorengenoemde twee werkzame stoffen. Voor dit product heeft verweerder aan eiseres een ABC verleend. Voor een andere productomschrijving, zoals bijvoorbeeld famoxadone is geen handelsvergunning gevraagd of verkregen.
10. Het betoog van eiseres dat het product niet op basis van de handelsvergunning maar aan de hand van de -ruimere- omschrijving in het octrooi moet worden gedefinieerd. gaat voorbij aan artikel 3 van de Verordening.”
De rechtbank oordeelt voorts dat het beroep van Dupont op het arrest van het HvJ van 16 september 1999, zaak C-392/97 (Farmitalia) niet slaagt. In die zaak heeft het HvJ bepaald dat een ABC ook bescherming biedt in het geval de werkzame stof in een andere – afgeleide – vorm dan omschreven in de vergunning in de handel wordt gebracht. Dat is een wezenlijk andere situatie dan wanneer, zoals in casu, sprake is van twee stoffen met een verschillende werking die tezamen als één product in de handel zijn gebracht.
Ook is de rechtbank niet met Dupont eens dat het Octrooicentrum door de weigering een ABC af te geven met de gevraagde ruime productomschrijving het doel en de strekking van de Verordening zou hebben miskend. Volgens de rechtbank is Dupont met de afgifte van het ABC voor het product famoxadone in combinatie met cymoxanil immers wel degelijk gecompenseerd voor de tijd en inspanningen die gemoeid zijn geweest met het doorlopen van de vergunningsprocedure.
Het beroep van Dupont wordt dan ook ongegrond verklaard
Lees het vonnis hier.