Octrooirecht  

IEF 22375

UPC overzicht: 12 t/m 18 november 2024

UPC CoA 12 november 2024, IEF 22375, IEFbe 3827; UPC_CoA_489/2023, UPC_CoA_500/2023 (AIM Sport tegen Supponor Oy). Deze hoger beroepsprocedure draait om de uitleg van de zinsnede ‘unless an action has already been brought before a national court’ uit artikel 83 lid 4 UPCA en dan met name het woord ‘action’. AIM Sport stelt dat hiermee wordt verwezen naar vorderingen die tijdens de overgangsregeling bij een nationale rechterlijke instantie zijn ingesteld en Supponor beweert dat er wordt verwezen naar vorderingen die voor de opt-out zijn ingesteld bij een nationale rechterlijke instantie, waarbij het niet uitmaakt of dit voor of tijdens de overgangsregeling was. 

IEF 22373

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

Hof Den Haag 16 apr 2024, IEF 22373; ECLI:NL:GHDHA:2024:2081 (Team absolute tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/hof-oordeelt-over-bevoegdheid-octrooigemachtigde-na-vertrek-opdrachtnemer

Hof Den Haag 16 april 2024, IEF 22373; ECLI:NL:GHDHA:2024:2081 (Team Absolute tegen Verweerder) Team Absolute heeft een klacht ingediend bij de raad van toezicht van de Orde van Octrooigemachtigden, waarin zij verweerder verwijten ten onrechte als hun octrooigemachtigde te hebben opgetreden zonder hun expliciete toestemming. Verweerder is in dienst van het Octrooibureau en heeft de octrooizaak van Team Absolute overgenomen van [A], die het Octrooibureau heeft verlaten. Hierdoor heeft verweerder  het Europees Octrooibureau verzocht om hem als nieuwe vertegenwoordiger namens het Octrooibureau bij de zaak van Team Absolute te registreren. Dit heeft hij ook aan Team Absolute meegedeeld. Vervolgens heeft verweerder aan Team Absolute gemeld dat hij had geconstateerd dat zij een andere vertegenwoordiger hadden aangesteld en hen gevraagd om deze aanstelling te bevestigen. Hierna heeft de nieuwe vertegenwoordiger het Europees Octrooibureau verzocht de gegevens te corrigeren. Naar aanleiding hiervan heeft Team Absolute de klachtprocedure bij de raad van toezicht gestart. De raad van toezicht heeft de klachten ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Octrooibureau terecht de belangen van Team Absolute bleef behartigen na het vertrek van [A]. Team Absolute is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan.

IEF 22367

UPC overzicht: 5 t/m 11 november 2024

Objectieve benadering voor beoordeling inventiviteit - UPC CFI CD Parijs 5 november 2024, IEF 22367, IEFbe 3824; UPC_CFI_315/2023 (NJOY tegen Juul Labs). In deze procedure wordt het ‘front-loaded’ systeem van UPC procedures benadrukt. Partijen zijn verplicht om hun volledige zaak zo vroeg mogelijk uiteen te zetten en als ze dat niet doen, kunnen argumenten worden uitgesloten. Maar om de redelijkheid en billijkheid te waarborgen, mag de eiser in zijn antwoord op het verweerschrift argumenten aanvoeren die een reactie vormen op de argumenten uit het verweerschrift. In casu was het onduidelijk of de argumenten van eiser nieuw waren of een reactie op het verweerschrift. Daarom werd het door eiser ingediende deskundigenrapport toegelaten. Maar een uitgebreidere dupliek werd niet toegestaan door het Gerecht: dit mocht alleen een antwoord op de repliek inhouden. Ook een nadere verklaring van de verweerder werd afgewezen, want daarvoor bieden de RoP geen rechtsgrondslag.

IEF 22348

Verzoek tot bevel om bewijsmateriaal over te leggen deels toegewezen

Unified Patent Court (UPC) 14 okt 2024, IEF 22348; UPC_CFI_327/2024 (Winnow tegen Orbisk), https://delex.nl/artikelen/verzoek-tot-bevel-om-bewijsmateriaal-over-te-leggen-deels-toegewezen

UPC CFI LD Den Haag 14 oktober 2024, IEF 22348, IEFbe 3820; UPC_CFI_327/2024 (Winnow tegen Orbisk) Winnow heeft een octrooi op een systeem en methode voor het monitoren van voedselverspilling (EP 245) en volgens haar maakt Orbisk hier inbreuk op. In deze procedure verzoekt Winnow dat Orbisk wordt bevolen documenten over te leggen overeenkomstig Rule 190 RoP en artikel 59 UPCA. Dit verzoek moet volgens Orbisk worden afgewezen, onder andere omdat Winnow geen bewijsmateriaal heeft overgelegd waarover ze redelijkerwijs kon beschikken en omdat het niet voldoende waarschijnlijk is dat het octrooi geldig is en er inbreuk op wordt gemaakt. De volgende vereisten gelden voor een bevel tot overlegging van bewijs: ten eerste moet de verzoekende partij bewijsmateriaal hebben overgelegd dat redelijkerwijs beschikbaar is ter ondersteuning van haar vorderingen, ten tweede moet het bewijsmateriaal waartoe om toegang wordt verzocht zijn gespecificeerd en in het bezit zijn van de andere partij, ten derde moet de vertrouwelijke informatie van de andere partij worden beschermd en ten slotte moet elk bevel om bewijsmateriaal over te leggen voldoen aan de vereisten van evenredigheid en billijkheid.

IEF 22347

Confidentiality Club

Unified Patent Court (UPC) 24 okt 2024, IEF 22347; UPC_CFI_22/2023 (10x Genomics en President and Fellows of Harvard College tegen Vizgen), https://delex.nl/artikelen/confidentiality-club

UPC CFI LD Hamburg 24 oktober 2024, IEF 22347, IEFbe 3819; UPC_CFI_22/2023 (10x Genomics en President and Fellows of Harvard College tegen Vizgen). Deze procedure gaat over bijlage BP 34. 10x Genomics en President and Fellows of Harvard College, eisers in deze procedure, verzoeken dat wordt bevolen dat de inhoud van het BP 34 dossier als vertrouwelijk moet worden behandeld en dat deze alleen toegankelijk mag worden gemaakt voor de gemachtigde vertegenwoordigers en hun secretariaten. Het Gerecht van Eerste Aanleg van het UPC beslist dat voor de toepassing van een vertrouwelijkheidsregeling voldoende is als het Gerecht ervan overtuigd is dat de informatie zeer waarschijnlijk vertrouwelijk is en daar is in casu sprake van.

IEF 22342

Visibly moet Engelse vertalingen van memorie van eis en bijlagen aanbieden

Unified Patent Court (UPC) 22 okt 2024, IEF 22342; UPC_CFI_525/2024 (Easee & Yves Prevoo tegen Visibly), https://delex.nl/artikelen/visibly-moet-engelse-vertalingen-van-memorie-van-eis-en-bijlagen-aanbieden

UPC CFI LD Hamburg 22 oktober 2024, IEF 22342, IEFbe 3818; UPC_CFI_525/2024 (Easee & Yves Prevoo tegen Visibly). In deze procedure vorderen Easee en Yves Prevoo wijziging van de procestaal van Duits naar Engels, de taal waarin het octrooi is verleend (Rule 323 RoP). Visibly vindt deze wijziging geen probleem, maar wil geen Engelse vertalingen overleggen van de memorie van eis en vier in het Duits ingediende bijlagen. Het Gerecht van Eerste Aanleg van het UPC oordeelt dat de procestaal wijzigt naar het Engels, de taal waarin het octrooi is verleend.

IEF 22341

Uitspraken ingezonden door Rik Zagers, Hogan Lovells International LLP.

Octrooi en ABC van BMS op apixaban zijn geldig

Rechtbank Den Haag 30 okt 2024, IEF 22341; ECLI:NL:RBDHA:2024:17665 en ECLI:NL:RBDHA:2024:17666 (Teva tegen BMS en BMS tegen Sandoz), https://delex.nl/artikelen/octrooi-en-abc-van-bms-op-apixaban-zijn-geldig

Rb. Den Haag 30 oktober 2024, IEF 22341, LS&R 2263; ECLI:NL:RBDHA:2024:17665 (Teva tegen BMS) en Rb. Den Haag 30 oktober 2024, IEF 22341, LS&R 2263; ECLI:NL:RBDHA:2024:17666 (BMS tegen Sandoz). BMS is houder van een octrooi op apixaban, een antistollingsmiddel. Zij stelt dat Sandoz, een producent en distributeur van generieke geneesmiddelen, inbreuk maakt op haar octrooi. Sandoz betwist dit niet, maar doet wel een beroep op nietigheid van het octrooi. Teva, een andere producent en distributeur van generieke geneesmiddelen, stelt in een andere procedure onder andere dat het octrooi ten onrechte prioriteit inroept van US 165 en op de indieningsdatum nieuw noch inventief was gelet op WO 131. Het bestaan van een nietigheidsgrond die vernietiging van het octrooi als basisoctrooi gerechtvaardigd zou hebben, brengt de nietigheid van het ABC met zich. Teva vordert daarom ook vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi en nietig verklaring van het ABC.

IEF 22340

Verzoek om terugbetaling gerechtskosten afgewezen

Unified Patent Court (UPC) 24 okt 2024, IEF 22340; UPC_CFI_427/2024 (Qualcomm), https://delex.nl/artikelen/verzoek-om-terugbetaling-gerechtskosten-afgewezen

UPC CFI CD Parijs 24 oktober 2024, IEF 22340, IEFbe 3817; UPC_CFI_427/2024 (Qualcomm). Qualcomm heeft het UPC gevraagd om een beslissing van het EOB nietig te verklaren, maar voordat het UPC hierover besliste, had het EOB de beslissing zelf al gecorrigeerd. Vervolgens heeft het UPC op grond van Rule 91.2 RoP de zaak gesloten en geoordeeld dat Qualcomm geen gerechtskosten terug krijgt. In deze procedure verzoekt Qualcomm het Gerecht in Eerste Aanleg van het UPC de beslissing te herzien en terugbetaling van de gerechtskosten te gelasten (Rule 91.2 jo. Rule 370.11 RoP). Het Gerecht in Eerste Aanleg oordeelt dat zelfs als Rule 370.11 RoP bepaalt dat een verzoek ook in een later stadium kan worden ingediend, het zo blijft dat het Hof in Eerste Aanleg zijn eerdere beslissing niet kan herzien en op een andere manier kan beslissen, want de beslissing is genomen door een alleensprekende rechter en daartegen kan hoger beroep worden ingesteld. Het verzoek om terugbetaling wordt afgewezen.

IEF 22338

Verlening van toegang tot schriftelijke memories en bewijsstukken

Unified Patent Court (UPC) 22 okt 2024, IEF 22338; ACT_459505/2023 (Verzoek van Dehns in procedure Sanofi tegen Amgen), https://delex.nl/artikelen/verlening-van-toegang-tot-schriftelijke-memories-en-bewijsstukken

UPC CFI CD München 22 oktober 2024, IEF 22338, IEFbe 3816; ACT_459505/2023 (Verzoek van Dehns in procedure Sanofi tegen Amgen). Dehns verzoekt dat de schriftelijke memories en bewijsstukken van de procedure tussen Sanofi en Amgen, die bij het Gerecht zijn neergelegd en door de griffie zijn geregistreerd, beschikbaar worden gesteld aan publiek, overeenkomstig Rule 262.1 (b) RoP. De rechter-rapporteur bij de Central Division in München van het Gerecht in Eerste Aanleg oordeelt dat het verzoek ontvankelijk is. Het verzoek is met redenen omkleed, want in het verzoekschrift staat welke stukken vallen onder het verzoek, het doel van het verzoek en er is toegelicht waarom toegang tot de gespecificeerde documenten noodzakelijk is voor het gestelde doel.

IEF 22311

Uitspraak ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER

Essity/MTS: rechtbank legt verbod en grensoverschrijdend provisioneel verbod op aan MTS wegens inbreuk op twee octrooien

Rechtbank Den Haag 16 okt 2024, IEF 22311; ECLI:NL:RBDHA:2024:17019 (Essity tegen MTS), https://delex.nl/artikelen/essity-mts-rechtbank-legt-verbod-en-grensoverschrijdend-provisioneel-verbod-op-aan-mts-wegens-inbreuk-op-twee-octrooien

Rb. Den Haag 16 oktober 2024, IEF 22311; ECLI:NL:RBDHA:2024:17019 (Essity tegen MTS). Essity is houder van een Europees octrooi (EP 1 799 083; EP 083) voor een dispenser waarin een rol toiletpapier is opgenomen. Essity is tevens houder van een Europees octrooi (EP 3 260 029; EP 029), dat is afgesplitst van (de aanvrage voor) EP 083, dat een rol toiletpapier onder bescherming stelt dat kan worden opgenomen en gebruikt in een bepaald type dispenser. MTS verhandelde toiletpapier dat volgens Essity aan de op het papier gerichte kenmerken van diverse conclusies van de genoemde octrooien voldoet. Volgens Essity maakte MTS door de verhandeling van dit toiletpapier indirecte inbreuk op diverse conclusies van EP 083 en directe inbreuk op diverse conclusies van EP 029. MTS was naar aanleiding van een verhandeling van dispensers en rollen toiletpapier in november 2015 door Essity aangeschreven wegens inbreuk op EP 083 en had toegezegd om de verhandeling van deze producten te staken en gestaakt te houden. Essity was er achter gekomen dat MTS de verhandeling van het toiletpapier had gecontinueerd. In haar eerste verweer betwiste MTS nog dat het papier dat bij een van haar afnemers was aangetroffen van haar afkomstig was. Essity heeft bewijsmateriaal in het geding gebracht waaruit bleek dat het betreffende toiletpapier door MTS aan klanten werd aangeboden op een enkel voor haar klanten via een login toegankelijk deel van haar website, en bewijsmateriaal dat zij in het kader van een beslag inzake namaak in België had verkregen, waaruit bleek dat MTS in strijd met de gedane toezegging de inbreuk had gecontinueerd.