Afgifte van patronen
Vzr. Rechtbank Amsterdam, 22 november 2007, LJN: BB8550, House of Avalon B.V. c.s. tegen Percy Irausquin & Abelina Holding B.V.
Vonnis met geanonimiseerd merk. Stukgelopen samenwerking. Modeontwerper Percy Irausquin wordt veroordeeld tot afgifte van patronen maar hoeft het beslag op “het woordmerk [.] [GEDAAGDE SUB 1]” niet op te heffen.
Eiser House of Avalon heeft een belang van 80% en gedaagde Irausquin een belang van 20% in een gezamenlijke vennootschap. De vennootschap exploiteerde een winkel in de Cornelis Schuytstraat in Amsterdam. De samenwerking is stukgelopen, maar naar oordeel van de voorzieningenrechter is de samenwerkingsovereenkomst nog niet ontbonden. Totdat opartijen nadere afspraken hebben gemaakt, mogen patronen en merknaam niet te gelde maken.
“5.2. Zolang die nadere afspraken niet zijn gemaakt, dient geen van partijen handelingen te verrichten die de vennootschap (kunnen) schaden. In dit kader is de vordering om gedaagden te veroordelen de patronen aan de vennootschap terug te geven toewijsbaar (evenals de daarmee samenhangende vorderingen als weergegeven onder (2) en (3) van 3.1.) Voorshands is immers aannemelijk dat de (intellectuele) eigendom van die patronen bij de vennootschap rust, gezien hetgeen hierover in de overeenkomst is opgenomen (in de artikelen 2.1.8 en 3.3) en gezien het feit dat de ontwerper van die patronen ([gedaagde sub 1]) bij de vennootschap in loondienst was. Blijkens de stellingen van partijen vertegenwoordigen de patronen een waarde in geld en zij zullen dus moeten worden verdeeld bij het uiteengaan van partijen. Dit heeft voorshands tot gevolg dat het House of Avelon als aandeelhouder van de vennootschap niet vrijstaat de patronen die de vennootschap toebehoren vóórdat de samenwerking definitief wordt beëindigd te gelde te maken om zodoende een deel van haar investering terug te verdienen. De vordering tot afgifte van de patronen is niet te onbepaald om te kunnen worden toegewezen aangezien onder punt 14 van de dagvaarding voldoende duidelijk is omschreven welke papieren patronen het betreft. Aan het verweer van [gedaagde sub 1] dat de patronen die hij heeft meegenomen zijn persoonlijk eigendom waren, wordt, gezien het bovenstaande, voorbijgegaan. De aan de veroordeling te verbinden dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
5.3. Aangezien onder de tussen partijen te verdelen (of over te nemen) activa eveneens de merknaam [.] [GEDAAGDE SUB 1] behoort, hebben gedaagden er belang bij dat het door hen gelegde beslag op die merknaam blijft rusten. House of Avelon heeft immers te kennen gegeven dat zij ook de merknaam te gelde wil maken om zodoende een deel van haar investeringen terug te verdienen. House of Avelon is hiertoe voorshands niet bevoegd omdat niet kan worden uitgesloten dat Abelina Holding met succes een beroep zal kunnen doen op artikel 8 van de overeenkomst en op die grond de merknaam zal verwerven. Opheffing van het beslag zou ertoe kunnen leiden dat Abelina Holding als medeaandeelhouder buiten spel wordt gezet. De vordering tot opheffing van het beslag op de merknaam zal dan ook worden afgewezen. De in dit kader ingestelde subsidiaire vordering zal eveneens worden afgewezen omdat een conservatoir beslag tot afgifte van een goed niet wordt gelegd ter verzekering van een geldvordering en derhalve niet tegen zekerheidsstelling kan worden opgeheven.”
Lees het vonnis hier. Gedaagde is inmiddels een nieuw label begonmne onder de naam Atelier PRC.