Gepubliceerd op dinsdag 29 oktober 2024
IEF 22323
Rechtbanken ||
9 okt 2024
Rechtbanken 9 okt 2024, IEF 22323; ECLI:NL:RBNHO:2024:10341 (Brand Masters tegen PK Trading), https://delex.nl/artikelen/afwijzing-vorderingen-brand-masters-tegen-pk-trading-om-inzage-en-voorlopige-voorziening

Afwijzing vorderingen Brand Masters tegen PK Trading om inzage en voorlopige voorziening

Rb. Noord-Holland 9 oktober 2024, IEF 22323; ECLI:NL:RBNHO:2024:10341 (Brand Masters tegen PK Trading). In deze zaak zijn Brand Masters en PK Trading in een juridisch conflict verwikkeld over de rechten op de kokosdrank Coconut Grove en verschillende merken, zoals het "Groene Hart" en "Coconut Grove". Brand Masters claimt dat een licentieovereenkomst tussen haar en PK Trading, die per 1 januari 2024 zou zijn geëindigd, PK Trading in het verleden het recht gaf om deze merken te gebruiken. PK Trading stelt echter dat er geen formele licentieovereenkomst bestaat en betoogt dat zij samen met Andale Management en [betrokkene] de merkenrechten op Coconut Grove delen. PK Trading ontkent enige inbreuk en benadrukt dat zij het "Groene Hart" en "Blauwe Hart" merk sinds 1 januari 2024 niet meer gebruikt en het recht heeft om Coconut Grove en het bijbehorende logo onafhankelijk te exploiteren. Brand Masters eist inzicht in de bedrijfsgegevens van PK Trading (op grond van art. 843a Rv) en verzoekt om de voortzetting van de licentieovereenkomst (op grond van art. 223 Rv).

De rechtbank wijst de vorderingen van Brand Masters af. Volgens de rechtbank had Brand Masters niet voldoende onderbouwd dat zij op dit moment een rechtmatig belang heeft bij de inzage in de bedrijfsstukken van PK Trading. Artikel 843a Rv stelt dat de vordering moet zien op specifieke stukken die relevant zijn voor de zaak; de gevraagde stukken waren te breed geformuleerd en bleken prematuur omdat de hoofdzaak nog niet inhoudelijk was behandeld. Wat betreft de voorlopige voorziening op grond van art. 223 Rv, was er geen sprake van een spoedeisend belang. Ook miste Brand Masters voldoende grond om PK Trading te verplichten de exploitatie van de kokosdrank onder de gestelde merkrechten voort te zetten, omdat geen bewijs werd geleverd dat het merkgebruik door PK Trading cruciaal zou zijn voor de marktwaarde van de drank. 

5.9. De rechtbank constateert dat de incidentele vordering de licentieovereenkomst na te komen totdat in de hoofdzaak is geoordeeld dat de licentieovereenkomst is beëindigd op gespannen voet staat met de vorderingen in de hoofdzaak die ertoe strekken dat de rechtbank voor recht verklaart dat PK Trading inbreuk maakt op de merk- en auteursrechten van Brand Masters vanaf het einde van de licentieovereenkomst, die immers volgens (het primaire standpunt van) Brand Masters op 1 januari 2024 is geëindigd. Kennelijk acht Brand Masters het toch voor de waarde van de kokosdrank in de markt van cruciaal belang dat PK Trading de exploitatie van de kokosdrank – met gebruikmaking van het Groene Hart Merk, het Coconut Grove merk en de auteursrechten op de verpakking – voortzet. Uit de stellingen van Brand Masters maakt de rechtbank op dat zij bang is dat PK Trading de exploitatie van de kokosdrank zal frustreren of daaraan op andere manier schade zal berokkenen. Als PK Trading zonder opgave van redenen zou stoppen met leveren of in de markt kenbaar zou maken dat er een geschil is over de eigendom van het Groene Hart Merk en het Coconut Grove Merk zouden bestaande afnemers mogelijk niet langer de kokosdrank wensen af te nemen, aldus Brand Masters. Dat die vrees gegrond is blijkt echter nergens uit. Tussen partijen lijkt niet in geschil dat PK Trading het Groene Hart Merk en het Blauwe Hart Merk niet meer exploiteert. Dat daardoor de exploitatie van de kokosdrank wordt gefrustreerd of daaraan op andere manier schade wordt berokkend is echter niet onderbouwd en ligt ook niet voor de hand. Vooral niet omdat PK Trading heeft gesteld dat zij de kokosdrank met gebruikmaking van de overige elementen, het Coconut Groove Merk en de auteursrechten op de verpakking, zal doorgebruiken tijdens de procedure. Brand Masters heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij deze provisionele vordering.

Los hiervan heeft Brand Masters niet onderbouwd dat op PK Trading de verplichting zou rusten het Groene Hart Merk op de verpakking van de kokosdrank te gebruiken. Zij heeft weliswaar aangevoerd dat goed licentienemerschap van de licentienemer vergt dat zij alles doet om de reputatie van de in licentie gegeven merken hoog te houden, maar zij heeft niet uitgelegd dat en waarom dit mee brengt dat op PK Trading ook in de gegeven omstandigheden – waarin Brand Masters bovendien de (vermeende) licentieovereenkomst heeft opgezegd – de verplichting zou rusten het Groene Hart Merk op de verpakking van de kokosdrank te gebruiken.