Al door het kleurverschil
Rechtbank ’s-Gravenhage, 26 mei 2010, HA ZA 08-2766, BVBA VR Construct tegen Jurenco Equipment B.V.
Octrooirecht. Slaafse nabootsing. Onkruidborstels. Gedeeltelijke aanhouding m.b.t. geldigheid Belgisch octrooi en buitenlandse delen EP. Dagvaarding uitgebracht vóór verlening octrooi. Vernietiging NL deel EP. Door kleurverschil en technische eisen geen slaafse nabootsing.
Beide partijen zijn producent van (onder meer) onkruidborstels en actief op de markt in België en Nederland. Aan VR Construct is op 6 april 2004 Belgisch octrooi 1014801A3 verleend voor een ‘Borstel en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke borstel’. Aan VR Construct is voorts onder nummer EP 1 356 750 Europees octrooi verleend voor ‘Brush and method for manufacturing such a brush’. De verlening van het octrooi (verder te noemen: EP 750) is gepubliceerd op 31 december 2008 (dus na het uitbrengen van de dagvaarding).
VR Construct vordert een verbod op slaafse nabootsing van haar borstels door Jurenco, alsmede een verbod op inbreuk op BE 801 en een verbod op inbreuk op EP 750 voor alle landen waarvoor het octrooi gelding heeft, althans voor België en Nederland met nevenvorderingen. Jurenco voert onder meer het verweer dat EP 750 en BE 801 nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit. Jurenco voert onder meer het verweer dat EP 750 en BE 801 nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit en vordert in reconventie de hoofdzaak vernietiging van het Nederlandse deel van EP 750.
Voor zover de vorderingen van VR Construct zien op de gestelde inbreuk op BE 801 en de buitenlandse delen van EP 750, dient de rechtbank de beoordeling in beginsel aan te houden omdat Jurenco zich beroept op ongeldigheid van de ingezette octrooien (GAT/LuK en Roche/Primus).
De door Jurenco gevorderde verklaring voor recht dat geen inbreuk op het octrooi wordt gemaakt omdat het octrooi nietig is bij gebrek aan inventiviteit ten opzichte van de stand van de techniek, kan de rechtbank alleen geven voor in Nederland verhandelde borstels omdat zij niet bevoegd is te oordelen over de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 750 en van BE 801 (vergelijk Rechtbank Den Haag, 18 juni 2008, IEF 6298, Fort Vale / Pelican. Voor zover de gevorderde verklaring ziet op in het buitenland verhandelde borstels moet de beoordeling worden aangehouden totdat door de bevoegde buitenlandse rechter is beslist op de door Jurenco gestelde nietigheid van de buitenlandse delen van EP 750 en van BE 801 tenzij Jurenco zich tegen aanhouding verzet.
Jurenco meent verder dat de vorderingen in conventie, zover die zijn gebaseerd op EP 750, niet kunnen worden toegewezen omdat op het tijdstip van de dagvaarding het octrooi nog niet was verleend. Jurenco verwijst naar de uitleg die de voorzieningenrechter van deze rechtbank in zijn beslissing van 30 juni 1999, IER 1999, 39 (LJN AK4131) heeft gegeven aan H.R. 29 maart 1985, NJ 1986, 242 (LJN AG4989). De Hoge Raad oordeelde dat uit de wetsgeschiedenis van de Rijksoctrooiwet blijkt dat de aanvrager weliswaar bevoegd is tot het nemen van conservatoire maatregelen, maar dat hij pas bevoegd is een vordering in te stellen wanneer het octrooi verleend is. Volgens de rechtbank ziet het arrest van de Hoge Raad niet op een situatie, zoals de onderhavige, waarin na het instellen van de dagvaarding maar vóór het tijdstip van de beslissing het octrooi wordt verleend. Naar het oordeel van de rechtbank geldt ook voor een situatie als hier aan de orde dat voldoende is dat het recht waarop een partij zich beroept bestaat op het tijdstip van de beslissing.
Uitgaande van US 610 is het objectieve technische probleem (I) op welke wijze kan de kabel op eenvoudige wijze van bekleding worden voorzien en (II) welke alternatieve wijze van bevestiging van het kabelstuk leidt tot geringere vuilophoping tussen het kabelstuk en de houder? Naar het oordeel van de rechtbank is de wijze waarop het octrooi voor deze problemen een oplossing biedt niet als inventief aan te merken. Als de vakman al niet in US 610 zou meelezen dat de kabelstukken zijn afgesneden van een al beklede kabel, zou hij zonder inventieve arbeid tot deze maatregel komen.
Slaafse nabootsing
Al door het kleurverschil ontstaat een zodanig duidelijk onderscheid tussen het product van VR Construct en dat van Jurenco dat verwarring bij het publiek niet aannemelijk is. Voor zover er overeenkomsten bestaan, lijken die te worden gedicteerd door de aan de borstels te stellen technische eisen. Ook op deze grond kan VR Construct Jurenco dus niet verbieden haar borstels op de markt te brengen.
Lees het vonnis hier.