Al zou het merendeel van het publiek de handelsnaam uitspreken
Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 18 december 2012, zaaknr. 429233 / KG ZA 12-1139 (X hodn PUBLIEC tegen Publiq B.V. c.s.)
Uitspraak ingezonden door Chantal Bakermans en Peter Kits, Holland Van Gijzen.
PUBLIEC drijft een communicatiebureau en is gespecialiseerd op het gebied van non-profit- en overheidscommunicatie. Publiq verricht dienstverlening aan de publieke sector en werkt nauw samen daarmee.
Auditieve en begripsmatige overeenstemming: Het relevante publiek kan de handelsnaam PUBLIEC niet alleen uitspreken als "publiek", maar ook als "Publie-cee", nu op de website zij de handelsnaam schrijft met een bijzondere nadruk op de letter C.
4.8. Of juist is dat Publiq c.s. haar handelsnaam PBLQ zelf of diverse manieren uitspreekt (...), kan in het midden blijven. Het gaat immers om hoe het relevante publiek de handelsnaam PBLQ opvat.
En al zou het merendeel van het relevante publiek de handelsnaam uitspreken als "publiek", dan geldt dat de handelsnaam PUBLIEC, hoewel niet zuiver beschrijvend voor een communicatiebureau, wel enigszins beschrijvend zijn, omdat zij zich richt op de overheid oftewel de publieke sector. Van een zodanig geringe afwijking dat tussen PUBLIEC en PBLQ verwarring te duchten is, is geen sprake. De vorderingen worden afgewezen.
4.7. Allereerst is aan de orde of er tussen de handelsnamen ook auditieve en begripsmatige overeenstemming bestaat. Door Publiq c.s. is aangevoerd dat het in aanmerking komende publiek de handelsnaam PUBLIEC niet alleen als “publiek” maar ook als “publie-cee” kan uitspreken hetgeen volgens Publiq c.s. niet ondenkbeeldig is nu X op haar website door de wijze waarop zij haar handelsnaam schrijft bijzondere nadruk legt op de letter c. Dit is door X betwist met de stelling dat zij consequent haar handelsnaam uitspreekt als “publiek” zodat haar communicatiebureau als zodanig bekend is bij haar klanten. Publiq c.s. heeft voorts betwist dat de handelsnaam PBLQ wordt uitsproken als “publiek”. Zij heeft betoogd dat zij haar handelsnaam op meerdere wijzen uitspreekt namelijk niet alleen als “publiek” maar ook als afkorting “pee-bee-el-kuu” of als “publikuu” en in een internationale context als het Engelstalige woord “public” en dat ook het in aanmerking komende publiek de handelsnamen op verschillende wijzen uitspreekt.
4.8. Of juist is dat Publiq c.s. haar handelsnaam PBLQ zelf op diverse manieren uitspreekt, hetgeen door X uitdrukkelijk is betwist, kan in het midden blijven. Het gaat er immers om hoe het relevante publiek de handelsnaam PBLQ opvat. Hierover is door X niets gesteld. Wat betreft de uitspraak van de handelsnaam PUBLIEC is door X niets anders gesteld dan dat zij consequent haar handelsnaam uitspreekt als “publiek” zodat haar communicatiebureau als zodanig bekend is bij haar klanten.
4.9. In aanmerking nemende dat beide handelsnamen op diverse manieren kunnen worden uitgesproken, is voorshands oordelend door X onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het merendeel van het relevante publiek, dat volgens partijen bestaat uit overheidsinstanties in ruime zin, beide handelsnamen zal opvatten of uitspreken als “publiek”. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is dan ook niet vast komen te staan dat sprake is van auditieve en (gelet hierop) begripsmatige overeenstemming tussen de handelsnamen.
4.10. Als al met X ervan zou worden uitgegaan dat zowel PUBLIEC als PBLQ door het merendeel van het relevante publiek wordt uitgesproken als “publiek” - hetgeen zou betekenen dat wel sprake is van auditieve en begripsmatige overeenstemming tussen beide handelsnamen - dan geldt nog het navolgende. Door Publiq c.s. is terecht aangevoerd dat in dat geval de handelsnaam PUBLIEC, hoewel niet zuiver beschrijvend voor een communicatiebureau, wel enigszins beschrijvend is omdat X zich met haar communicatiebureau met name richt op de overheid of te wel de publieke sector. Het woord publiek geldt in die zin als een verwijzing naar het relevante publiek. Dit betekent voorshands oordelend dat de handelsnaam PUBLIEC (uitgesproken als “publiek”) een relatief beperkte beschermingsomvang heeft.
Lees het afschrift KG ZA 12-1139, en een schone versie KG ZA 12-1139.