Handelsnaamrecht  

IEF 22582

Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Ruby Nefkens Legal

Handelsnaaminbreuk: Gedaagde moet gebruik van ‘Frigo LogistiX’ staken

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 feb 2025, IEF 22582; (Frigo Group Logistics tegen Frigo Breda Forwarding), https://delex.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-gedaagde-moet-gebruik-van-frigo-logistix-staken

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 26 februari 2025, IEF 22582 (Frigo Group Logistics tegen Frigo Breda Forwarding). Eiseres drijft sinds 2007 een onderneming als internationaal expediteur van diepvriesproducten en is onderdeel van de Frigo Group. Eiseres heeft ‘Frigo Group Logistics B.V.’ en ‘Frigo Logistics’ als handelsnamen in het handelsregister ingeschreven. Gedaagde drijft eveneens een onderneming als expediteur van diepvriesproducten, sinds 2014. Tot voor kort deed gedaagde dit onder de handelsnamen ‘Frigo Breda Forwarding’ en ‘Frigo Breda’. Eind 2024 heeft gedaagde aangekondigd dat haar handelsnaam wordt gewijzigd naar ‘Frigo LogistiX’. De indirecte bestuurders van beide ondernemingen zijn neef en nicht en er bestaan in de familie meerdere ondernemingen met de naam Frigo. Er is echter geen verbondenheid tussen de ondernemingen van eiseres en gedaagde. Na de aankondiging van de naamswijziging van gedaagde, heeft eiseres gedaagde gesommeerd het gebruik van de handelsnaam ‘Frigo LogistiX’, en enige handels- en domeinnamen met daarin de woorden ‘Frigo’ en ‘Logistics’ of LogistiX’ te staken. Nadat gedaagde hier geen gehoor aan heeft gegeven en partijen niet tot een oplossing zijn gekomen, is eiseres deze kort geding procedure gestart. 

IEF 22572

Gedaagde maakt inbreuk op auteursrecht van het logo van zwemvereniging Blue Marlins

Rechtbank Den Haag 25 feb 2025, IEF 22572; ECLI:NL:RBDHA:2025:2769 (Blue Marlins tegen gedaagden c.s.), https://delex.nl/artikelen/gedaagde-maakt-inbreuk-op-auteursrecht-van-het-logo-van-zwemvereniging-blue-marlins

Vzr. Rb. Den Haag 25 februari 2025, IEF 4794; ECLI:NL:RBDHA:2025:2769 (Blue Marlins tegen gedaagden c.s.). Blue Marlins is een zwemvereniging die gebruik maakt van het bovenstaande logo (hierna: het Blue Marlins-logo). Gedaagde 1 en gedaagde 2 (hierna samen: gedaagden c.s.) zijn echtgenoten. Hun zoon was lid bij Blue Marlins. Gedaagde 2 was vrijwilligster en ondersteunend lid. Op 1 januari van dit jaar heeft de zwemvereniging de lidmaatschappen van gedaagde 2 en haar zoon opgezegd, vanwege een betalingsachterstand en vermeend onwenselijk gedrag van de zoon. Gedaagde 2 heeft toen een e-mail gestuurd naar meerdere ouders of leden van de club, met een lange klaagzang over wat er allemaal fout gaat binnen de vereniging. In deze e-mail zijn verschillende afbeeldingen opgenomen. Twee daarvan, het vergrootglasteken en het stembusteken, bevatten het logo van de Blue Marlins. Blue Marlins heeft gedaagden c.s. gesommeerd om de e-mail in te trekken, en het onrechtmatig gebruik van haar handelsnaam en het Blue Marlins-logo te staken. Gedaagden c.s. heeft daaraan geen gehoor gegeven en dus vordert Blue Marlins dit nu bij de voorzieningenrechter.

IEF 22565

Opheffing conservatoir beslag: handelsnaamrecht Cycle Growth prevaleert boven Uniemerk Ridefuture

Rechtbank Gelderland 27 jan 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture), https://delex.nl/artikelen/opheffing-conservatoir-beslag-handelsnaamrecht-cycle-growth-prevaleert-boven-uniemerk-ridefuture

Vzr. Rb. Gelderland 27 januari 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture). Cycle Growth is een onderneming die elektrische bezorgfietsen verkoopt en least op de Nederlandse markt. Ridefuture maakt deel uit van de Rybit Group, een groep bedrijven die zich eveneens bezighoudt met de verkoop en lease van dit soort fietsen. Binnen deze groep valt ook de Taiwanese onderneming Moovo Mobility. E-bike Nederland, kortweg EBN, was tot medio 2024 actief in de verkoop en lease van bezorgfietsen onder de naam EBIKE4DELIVERY en gebruikte daarbij het logo wat hierboven is afgebeeld. Met het oog op een mogelijke samenwerking op de Europese markt sloot EBN een overeenkomst met Moovo, maar de onderhandelingen hierover liepen uiteindelijk stuk. In de tussentijd had Ridefuture het logo van EBIKE4DELIVERY als Uniebeeldmerk in zwart-wit laten registreren. Na het faillissement van EBN nam Cycle Growth alle activa en passiva over, waaronder fietsen met het EBIKE4DELIVERY-logo. Na de doorstart van het merk stelde Moovo dat het Uniewoordmerk geen onderdeel uitmaakte van de faillissementsboedel en dat het gebruik ervan moest worden gestaakt. Aan het eind van 2024 kreeg Ridefuture verlof van de voorzieningenrechter om beslag te leggen op verschillende digitale bescheiden en onderdelen van fietsen.

IEF 22483

Oordeel hof over de rechten op de handelsnamen na overname scheepswerf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 dec 2024, IEF 22483; ECLI:NL:GHARL:2024:7467 (Appellanten tegen geïntimeerden), https://delex.nl/artikelen/oordeel-hof-over-de-rechten-op-de-handelsnamen-na-overname-scheepswerf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2024, IEF 22483; ECLI:NL:GHARL:2024:7467 (Appellanten tegen geïntimeerden). Deze zaak betreft geschillen die voortgevloeid zijn uit de overname van een scheepswerf. Twee broers hebben in 1997 een jachtbouwbedrijf opgericht en dit later omgezet in een holdingstructuur. In 2017 werden de werkmaatschappijen en de vastgoedholding aan de vennootschap van de in 2016 aangestelde titulaire directeur verkocht. De koopsom werd niet volledig betaald. Het overnemende bedrijf raakte in financiële moeilijkheden. Een van de werkmaatschappijen raakte failliet en een andere werkmaatschappij verkocht haar handelsnaam aan een derde. De broers hadden ook nog een andere onderneming, aanvankelijk onder hun naam. Partijen hebben meerdere procedures gevoerd. Deze zaak gaat onder andere over de geldigheid van de verkoop van de handelsnaam. Geïntimeerden hebben hoger beroep ingesteld tegen het eindvonnis dat de rechtbank tussen partijen heeft uitgesproken. Dit hoger beroep is niet doorgezet en de procedure heeft daarna enige tijd stilgelegen. Vervolgens hebben appellanten de procedure hervat en hebben zij incidenteel hoger beroep ingesteld. Alleen dat hoger beroep is nog aan de orde.

IEF 22436

De handelsnaam 'Umami' voor een sushirestaurant is niet beschrijvend

Rechtbank Overijssel 12 dec 2024, IEF 22436; ECLI:NL:RBOVE:2024:6612 (Umami tegen Sushi Brothers), https://delex.nl/artikelen/de-handelsnaam-umami-voor-een-sushirestaurant-is-niet-beschrijvend

Rb. Overijssel 12 december 2024, IEF 22436; ECLI:NL:RBOVE:2024:6612 (Umami tegen Sushi Brothers). Umami en Sushi Brothers exploiteren beide sushirestaurants. In 2024 heeft Sushi Brothers haar naam veranderd in Umami (Borne), waarna Umami Sushi Brothers heeft gesommeerd haar handelsnaam te wijzigen, omdat volgens haar sprake is van inbreuk op haar handelsnaam. Volgens Umami leidt dit tot verwarringsgevaar, omdat er twee verschillende sushirestaurants zijn die allebei Umami heten en beide in het oosten van het land worden geëxploiteerd. Vervolgens heeft Sushi Brothers aangegeven haar handelsnaam te veranderen in Umami Taste Raalte en Umami Taste Borne. Even later heeft zij nog een locatie geopend, genaamd Umami Taste Nijverdal. Umami heeft bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam Umami in de verschillende handelsnamen van Sushi Brothers. Onbetwist is dat Umami haar handelsnaam al jaren voert en daarmee de oudste rechten op deze naam heeft. Sushi Brothers betoogt echter dat Umami een beschrijvende handelsnaam is, waardoor zij volgens haar geen inbreuk maakt op het handelsnaamrecht van Umami.

IEF 22422

Uitspraak ingezonden door Rebecca van der Lugt en Anne de Laat, BRIGHT ip Lawyers.

Geen inbreuk handelsnaam MAN MET BRIL KOFFIE door MAN MET FRIET

Rechtbank Rotterdam 6 dec 2024, IEF 22422; ECLI:NL:RBROT:2024:12214 (MAN MET BRIL KOFFIE tegen MAN MET FRIET en Het Paviljoen by MMF), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaam-man-met-bril-koffie-door-man-met-friet

Rb. Rotterdam 6 december 2024, IEF 22422; ECLI:NL:RBROT:2024:12214 (MAN MET BRIL KOFFIE tegen MAN MET FRIET en Het Paviljoen by MMF) MMBK is een onderneming genaamd MAN MET BRIL KOFFIE die gespecialiseerd is in koffieproducten. Daarvoor heeft ze een horecagelegenheid en verkoopt deels online koffieproducten aan consumenten en horecaondernemingen. MMF is een onderneming genaamd Man met Friet en verkoopt friet aan horecagelegenheden. De bestuurders van MMF hebben een onderneming genaamd Het Paviljoen by MAN MET FRIET opgericht voor de exploitatie van de snackbar Het Paviljoen. MMF heeft een Benelux-beeldmerk met woordelementen geregistreerd. MMBK stelt dat de gedaagden inbreuk maken op haar handelsnaam- en merkrechten, omdat de namen te veel op elkaar lijken, wat tot verwarringsgevaar leidt.

IEF 22396

Geen merkinbreuk door gebruik handelsnaam Vackracht

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 nov 2024, IEF 22396; ECLI:NL:GHARL:2024:7032 (Kracht Recruitment tegen Vakkracht), https://delex.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-door-gebruik-handelsnaam-vackracht

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 november 2024, IEF 22396; ECLI:NL:GHARL:2024:7032 (Kracht Recruitment tegen Vakkracht) Kracht Recruitment heeft in kort geding gevorderd dat Vakkracht het gebruik van het woordmerk ‘Vackracht’ moet staken door verwarringsgevaar met haar woord- en beeldmerk ‘Kracht Recruitment’. Deze vorderingen zijn in kort geding toegewezen, waarna Vakkracht de handelsnaam en het teken ‘Vakkracht’ is gaan gebruiken. Vakkracht is hierna in hoger beroep gegaan waarbij het eerdere vonnis is vernietigd [zie IEF 21203]. Na deze vernietiging is Vakkracht weer haar eerdere handelsnaam gaan gebruiken en is Kracht Recruitment een volgende bodemprocedure begonnen. In deze bodemprocedure heeft Kracht Recruitment een verklaring van inbreuk in haar merkenrechten gevorderd. Als tegenvordering eist Vakkracht een verklaring van onrechtmatig handelen en een schadevergoeding door het dwingen tot wijzigen van haar handelsnaam. De rechtbank heeft de vorderingen van Kracht Recruitment afgewezen en de tegenvorderingen van Vakkracht deels toegewezen. Hiertegen is Kracht Recruitment in hoger beroep gegaan.

IEF 22381

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Armita Hosseini, Clairfort Advocaten.

Handelsnaaminbreuk in de uitvaartbranche: rechtbank oordeelt over gebruik persoonsnaam en schending vaststellingsovereenkomst

Rechtbank Midden-Nederland 13 nov 2024, IEF 22381; (Van Tellingen tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-in-de-uitvaartbranche-rechtbank-oordeelt-over-gebruik-persoonsnaam-en-schending-vaststellingsovereenkomst

Rb. Midden-Nederland 13 november 2024, IEF 22381 (Van Tellingen tegen verweerder). Partijen zijn beide actief in de uitvaartbranche en gevestigd in Zeist. De onderneming Van Tellingen was vroeger eigendom van verweerder. De achternaam van verweerder is in de handelsnaam verwerkt. Hij begint later in dezelfde branche en op dezelfde vestigingsplaats een onderneming waarbij hij opnieuw zijn naam gebruikt voor zijn ondernemersactiviteiten. Omdat beide ondernemingen de naam van verweerder gebruiken in bedrijfsmatige uitingen, hebben de partijen in 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Verweerder heeft zich ertoe verbonden geen inbreuk te maken op de handelsnaamrechten van Van Tellingen. Volgens Van Tellingen heeft verweerder zijn naam echter toch weer gebruikt in advertenties, op zijn bedrijfswagen, in een domeinnaam en op zijn website te gebruiken. Voor de rechtbank vordert Van Tellingen dan ook 68.500 euro aan boetes wegens het handelen in strijd met de overeenkomst. Verweerder stelt dat hij zijn naam uitsluitend als persoonsnaam heeft gebruikt en daarom geen inbreuk heeft gemaakt.

IEF 22327

Hof bevestigt auteursrecht architect op modulair bouwsysteem

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 sep 2024, IEF 22327; ECLI:NL:GHARL:2024:5733 (Echtpaar tegen architect), https://delex.nl/artikelen/hof-bevestigt-auteursrecht-architect-op-modulair-bouwsysteem

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 september 2024, IEF 22327; ECLI:NL:GHARL:2024:5733 (echtpaar tegen architecht) Een echtpaar en een architect hebben in het verleden samengewerkt aan een modulebouwsysteem. Na het oprichten van de vennootschap Woodstacker door de man en de architect ontstonden spanningen toen de vrouw een aandeel in de vennootschap claimde. Dit leidde tot een verslechtering van de relatie tussen de man en de architect. De vrouw richtte vervolgens een nieuwe eenmanszaak op en postte op sociale media dat ze met haar man door zou gaan met Woodstacker, zonder de architect. Beide partijen zijn nu van mening dat zij auteursrechten hebben op het bouwsysteem en dat de andere partij inbreuk maakt op deze auteursrechten. In eerste aanleg waren alleen de architect en de vrouw partij. De rechtbank kende de auteursrechten toe aan de architect. In hoger beroep voegde de man zich bij de vrouw om ook vorderingen tegen de architect in te stellen.

IEF 22326

Viday B.V. behoudt handelsnaam, maar financiële vorderingen worden afgewezen

Rechtbanken 23 okt 2024, IEF 22326; ECLI:NL:RBDHA:2024:17259 (Viday B.V. tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/viday-b-v-behoudt-handelsnaam-maar-financiele-vorderingen-worden-afgewezen

Rb. Den Haag 23 oktober 2024, IEF 22326; ECLI:NL:RBDHA:2024:17259 (Viday B.V. tegen gedaagde). In deze zaak staat de vraag centraal wie recht heeft op de handelsnaam “Viday” en de bijbehorende domeinnaam viday.nl. Viday B.V., een productiebedrijf in Alphen aan den Rijn, stelt dat de handelsnaam aan haar toekomt, aangezien zij sinds de oprichting in 2018 deze naam heeft gebruikt. Gedaagde, voormalig medeoprichter van Viday B.V., had echter de domeinnaam in 2018 geregistreerd en claimt rechten op de naam als bedenker. Na het beëindigen van de samenwerking eist gedaagde een licentievergoeding voor het gebruik van de naam. Daarnaast vordert Viday B.V. terugbetaling van onrechtmatige privéonttrekkingen door gedaagde, ter hoogte van €15.103,13, die volgens haar onterecht via zakelijke rekeningen waren betaald. De rechtbank oordeelt dat Viday B.V. het recht heeft op de handelsnaam “Viday”, omdat zij deze al jaren commercieel voert en gedaagde zelf geen onderneming drijft onder deze naam. Domeinnaamregistratie alleen creëert geen handelsnaamrecht. De vordering voor een verklaring van recht wordt echter afgewezen vanwege het gebrek aan dreigende inbreuk: gedaagde had tijdens de zitting al afstand gedaan van aanspraken op de naam. Voor de vordering tot terugbetaling stelt de rechtbank vast dat Viday B.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd van onrechtmatige betalingen. Als gevolg hiervan worden de financiële vorderingen afgewezen, en wordt Viday B.V. veroordeeld tot betaling van de proceskosten van €3.014 aan gedaagde.