Als extensie in een adreslink
Vzr. Rechtbank Breda, 6 januari 2009, LJN: BG9038, The Beat Factory B.V., mede handelend onder de namen Ebeat En AV Retail Partners tegen Handyman B.V.
Het eerste gepubliceerde IE-vonnis van 2009. Merkenrecht. Het gebruik van de naam ‘e-beat’ als extensie in een adreslink naar een webpagina is niet aan te merken als gebruik van het beeldmerk ‘eBEAT’, noch als (onrechtmatig) gebruik van de handelsnaam ‘eBEAT’. Geen (spoedeisend) belang. Toepassing van de indicatietarieven.
The BEAT Factory verzorgt voor het personeel van Handyman cursussen in een digitale leeromgeving. Eén of enkele werknemers van Handyman hebben in deze digitale leeromgeving slagingsgegevens van één of meer werknemers hebben gewijzigd, door, na het doen van een toets in de digitale leeromgeving van Handyman, in de adresbalk getoonde gegevens te wijzigen alvorens het resultaat van de gemaakte toets wordt getoond. The BEAT Factory ziet dit als een inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten. De voorzieningenrechter niet.
“4.2. Om te beginnen is voldoende aannemelijk dat in dit geval sprake is van een goedbedoelde en onschuldige actie van de werknemer van Handyman, juist gericht op het behartigen van het belang van The BEAT Factory, die dit zeer wel zó kon begrijpen en er zó ook profijt van had kunnen hebben. Zelfs indien zou worden aangenomen dat enige wettelijke of contractuele bepaling door Handyman zou zijn geschonden, dan nog is niet aannemelijk dat daardoor enige relevante en aan Handyman toerekenbare schade voor The BEAT Factory is ontstaan.
4.3. Het verwijt van The BEAT Factory aan het adres van Handyman komt er in essentie op neer dat één of enkele werknemers van Handyman in de digitale leeromgeving van Handyman slagingsgegevens van één of meer werknemers hebben gewijzigd. Volgens Handyman is dat gebeurd door, na het doen van een toets in de digitale leeromgeving van Handyman, in de adresbalk getoonde gegevens te wijzigen alvorens het resultaat van de gemaakte toets wordt getoond. Van een gebruik van het beeldmerk ‘eBEAT’ of van één van de handelsnamen van The BEAT Factory is daarbij geen sprake. Het gebruik van de naam ‘e-beat’ als extensie in een adreslink naar een webpagina is evenmin aan te merken als gebruik van het beeldmerk ‘eBEAT’, noch als (onrechtmatig) gebruik van de handelsnaam ‘eBEAT’. Bij het onder b gevorderde heeft The BEAT Factory dan ook geen belang. Aangezien Handyman en haar werknemers inmiddels geen toegang meer hebben tot de digitale leeromgeving van Handyman, is de mogelijkheid van herhaling van de verweten gedraging uitgesloten en heeft The BEAT Factory ook geen belang bij haar vordering onder a. De vorderingen onder c tot en met e zijn te beschouwen als nevenvorderingen en komen bij gebrek aan een zelfstandig belang én een deugdelijke onderbouwing van de gestelde en door Handyman betwiste schadebedragen evenmin voor toewijzing in aanmerking.
4.4. Als de in het ongelijk te stellen partij zal The BEAT Factory op de voet van het bepaalde in artikel 1019h Rv worden veroordeeld in de door Handyman in het kader van dit geding in redelijkheid gemaakte kosten. In aansluiting op het verzoek van Handyman wordt daarbij wat betreft de advocaatkosten uitgegaan van het indicatietarief ad eur 6.000,- voor een eenvoudige zaak. De kosten voor de door Handyman ingeschakelde informaticadeskundige worden vastgesteld op eur 4.095,- (21 uur x eur 195,- exclusief verrekenbare BTW). Het door Handyman voor dit geding verschuldigde vastrecht bedraagt eur 254,-.”
Lees het vonnis hier.