Bijdrage ingezonden door Dafne de Boer, Micha Schimmel, SOLV.
Auteursrechtdebat: Dafne de Boer, Micha Schimmel - Auteursrecht in de Digital Single Market
Eind 2015 publiceerde de Europese Commissie een bericht waarin de Commissie aangaf het Europese auteursrecht te willen moderniseren met als achterliggende gedachte het verbeteren van de ‘Digital Single Market’. In mei werd in een blog al aandacht besteed aan de nieuwe wetgeving en nu, drie maanden later, is de conceptversie van richtlijn auteursrecht in de ‘Digital Single Market’ uitgelekt. De conceptversie roept met betrekking tot bepaalde nieuwe, exclusieve publiecatierechten voor nieuwsuitgevers een aantal vragen op die hieronder worden behandeld. In het bijzonder is onduidelijk aan wie deze rechten worden toegekend, en welk probleem nu eigenlijk wordt opgelost met het introduceren van dit exclusieve recht.
Definitiebepalingen
In de conceptversie wordt getracht de rechtspositie van auteurs en uitgevers te versterken door bepalingen toe te voegen die onder andere toezien op de rechten van nieuwsuitgevers met betrekking tot het publiceren van nieuws. Met het publiceren van nieuws wordt in de conceptversie alleen gedoeld op ‘journalistieke publicaties, gepubliceerd bij een service provider, periodiek of regelmatig geüpdatet in enige media, met het doel het informeren of entertainen van het algemene publiek’. In de preambule geeft de Europese Commissie aan dat onder bovenstaande definitie geen periodieke publicaties met wetenschappelijke of academische doel vallen. Naar de letter van de tekst moet het bij een nieuwspublicatie gaan om een ‘journalistieke nieuwspublicatie’. Wanneer een publicatie als ‘journalistiek’ kan worden aangemerkt, wordt echter niet vermeld. Houdt het in dat een artikel moet worden uitgebracht door een bekende krant of nieuwssite of kan een wekelijks blog van een individu ook journalistieke waarde hebben?
Positie nieuwsuitgevers
Indien de conceptversie ongewijzigd blijft en de richtlijn in deze vorm in werking zou treden, brengt dat met zich mee dat nieuwsuitgevers gedurende twintig jaar het exclusieve recht verkrijgen om hun nieuwsartikelen te publiceren voor online gebruik. De achterliggende gedachte van het toekennen van dit exclusieve recht aan nieuwsuitgevers is dat op dit moment nieuwsartikelen worden overgenomen en gepubliceerd, soms zelfs zonder dat lezers worden verwezen naar het oorspronkelijke artikel. Dit heeft tot gevolg dat lezers niet op de website van de nieuwsuitgevers terecht komen en de nieuwsuitgevers geen inkomsten kunnen genereren uit het publiceren van nieuwsartikelen, zo redeneert de Europese Commissie.
Positie online service providers
Het verwerven van een alleenrecht op het publiceren van nieuwsartikelen door nieuwsuitgevers kan grote gevolgen hebben voor online service providers. Het alleenrecht van nieuwsuitgevers is er mede op gericht dat online service providers zoals Google News geen (delen van) nieuwsartikelen mogen publiceren zonder toestemming van nieuwsuitgevers. De vraag is echter: mogen ze dat nu wel dan? Ook wanneer een artikel niet beschermd wordt door een exclusief publicatierecht voor de uitgever, is het artikel immers normaal gesproken beschermd door de auteursrechten op het artikel. Voor zover die rechten bij de uitgever liggen vanwege een werkgeversrelatie, verandert er dus helemaal niets. Het nieuwe publicatierecht is dus enkel relevant in de situatie dat een artikel door een freelancer is geschreven, en de rechten om het artikel online te publiceren niet bij overeenkomst zijn overgedragen of gelicentieerd aan de uitgever van het artikel. Elk serieus nieuwsmedium zal echter inmiddels toch wel in hun standaard freelancecontracten hebben opgenomen dat het nieuwsmedium het exclusieve recht krijgt een artikel online te publiceren?
Na het doornemen van de conceptversie is één ding wel duidelijk en dat is dat er nog veel werk aan de winkel is. Met name de onderlinge samenhang met bestaande wetgeving is nog niet bijzonder sterk te noemen.