Gepubliceerd op dinsdag 25 april 2023
IEF 21379
BBIE ||
2 feb 2023
BBIE 2 feb 2023, IEF 21379; (Baidu tegen Baidu Europe), https://delex.nl/artikelen/baidu-vordert-succesvol-doorhaling-op-basis-van-kwade-trouw

Uitspraak ingezonden door Jos Klaus, Leeway

Baidu vordert succesvol doorhaling op basis van kwade trouw

In 2022 heeft het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) in vier zaken besloten tot doorhaling van verschillende Benelux-merkinschrijvingen van het woordmerk 'BAIDU' van Baidu Europe (zie IEF 21289). De vorderingen van Baidu in deze zaken zijn steeds gebaseerd op het standpunt dat Baidu Europe het merk 'BAIDU' niet 'normaal gebruikt' voor de relevante waren en diensten waarvoor het betwiste merk zou zijn geregistereerd (onder andere papier, boeken, financiële dienstverlening en telecommunicatiediensten). De aanvraag van Baidu Europe zou hierdoor te kwader trouw zijn ingediend. 

BBIE 2 februari 2023, IEF21379; Besluit tot doorhaling Nr. 3000314 (Baidu tegen Baidu Europe) De Chinese techgigant 'Baidu' heeft recent nogmaals een kwade trouw doorhalingsactie verricht tegen Baidu Europe, en met succes. Baidu Europe – een vennootschap die tot het imperium van Michael Gleissner behoort – is een van ‘s werelds meest beruchte trade mark trolls. Het BOIP oordeelde dat het handelen van Baidu Europe aan alle omstandigheden van kwade trouw voldeed. Zo had Baidu Europe op de hoogte moeten zijn van de oudere BAIDU merken van Baidu. Het niet-gebruik van het bestreden merk van ‘spookvennootschap’ Baidu Europe droeg ook bij aan de doorhaling. Tot slot gaf het BOIP aan dat Baidu Europe geen inzicht had gegeven in haar intenties en de onderliggende commerciële logica. De doorhaling is inmiddels finaal geworden.

22. In the Sky and Others case , this was further specified. The Court recalls at the outset that, in accordance with its usual meaning in everyday language, the concept of ‘bad faith’ presupposes the presence of a dishonest state of mind or intention and that its interpretation must take account of the specific context of trademark law, which is that of the course of trade and the system of undistorted competition8 . While the court adds that bad faith cannot be presumed on the basis of the mere finding that, at the time of filing its application for registration, the applicant had no economic activity corresponding to the goods and services referred to in that application9 , it goes on to conclude that the provision "must be interpreted as meaning that a trademark application made without any intention to use the trademark in relation to the goods and services covered by the registration constitutes bad faith, within the meaning of those provisions, if the applicant for registration of that mark had the intention either of undermining, in a manner inconsistent with honest practices, the interests of third parties, or of obtaining, without even targeting a specific third party, an exclusive right for purposes other than those falling within the functions of a trademark."

24. Based on the facts and arguments presented by the parties, the Office concludes that it has been sufficiently established that the defendant was acting in bad faith when he filed the application on 2 July 2019. In fact, all the circumstances indicating bad faith mentioned in the case law apply in this case.

31. The Office concludes that the defendant filed the application for registration of the contested trademark in bad faith. In brief, the knowledge of the claimant’s BAIDU trademark and its reputation, the lack of use of the previous trademarks of the defendant and the subsequent filing of the contested sign, as well as the lack of any explanation on the reason for filing the contested sign and its commercial logic, makes that the Office finds that there is a dishonest intention.