Basic goods for the fine arts
GvEA, 12 september 2007, zaak T 164/06, ColArt/Americas, Inc tegen OHIM.
Weigering woordmerk BASICS voor, kort gezegd, verf en aanverwante artikelen. Gebrek aan onderscheidend vermogen wegens beschrijvendheid van teken BASICS ex artikel 7 lid 1 sub c GMV. Geen beroep op inburgering.
Het Board of Appeal heeft het beroep tegen beslissing van de examiner dat BASICS dient te worden geweigerd afgewezen. Met het Board of Appeal oordeelt het Gerecht van Eerste Aanleg nu ook dat ‘the word ‘basics’ denotes essential, fundamental or elementary elements, which constitute a basis. In reading that everyday word in the English language, the target public may thus immediately, and without further thought, perceive it as a description of one of the characteristics of the relevant goods, namely the fact that they are basic goods for the Fine Arts and for decoration.’ (r.o. 23) Met verwijzing naar onder meer het Companyline-arrest oordeelt het Gerecht van Eerste Aanleg dat aangezien de aanvrage strandt op één van de weigeringsgronden van artikel 7 lid 1 GMV (t.w. sub c), onderzoek naar de weigering via artikel 7 lid 1 sub b GMV niet hoeft plaats te vinden.
Het beroep op inburgering slaagt niet; het bewijs wordt te mager geacht: ‘None of the documents featuring tubes of acrylic paint bearing the mark BASCIS and none of the print-outs containing promotional material contains any form of reference to the dates and places where those goods were marketed or where such material was used.’ (r.o. 50) Ook een verklaring van de algemeen directeur van de distributeur van de BASICS-goederen, waarin verkoopaantallen worden genoemd (r.o. 51), en het marktaandeel van de aanvrager (r.o. 52) worden voor het bewijs van inburgering onvoldoende geacht.
Lees het arrest hier (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).