BBIE 29 april 2011, oppositienr. 2003572 en 2003573 (GEO G. Sandeman Sons & Co. Ltd. tegen The Robertson Wide River Wines Company (Proprietary) Limited)
Nauwelijks reële commerciële exploitatie
Merkenrecht. Beeldmerken. Gebruik in de één lidstaat constitueert niet een normaal gebruik in de Gemeenschap. Twee franstalige oppositiebeslissingen ROBERTSON'S (klasse 33 - port) tegen ROBERTSON's WINERY RW en ROBERTSON. Nadere bepaling ONEL/OMEL (IEF 9378). Gebruik in Nederland is, gezien de frequentie en omvang van de commerciële exploitatie van de waren onvoldoende om normaal gebruik van het Gemeenschapsmerk aan te nemen. Afwijzing van de opposities, de merken worden ingeschreven. De Franstalige beslissing heeft rechtskracht, hier vertaalde citaten [red.]:
33. (...) BBIE 15 januari 2010, oppositienr. 2004448 (ONEL/OMEL)). Gebruik in uitsluitend één lidstaat leidt niet noodzakelijkerwijs tot wel of geen normaal gebruik in de Gemeenschap. Immers, moet worden onderstreept dat de interne (politieke) landsgrenzen van de Gemeenschap in beginsel geen rol spelen, maar dat er, conform de Europese rechtspraak, rekening moet worden gehouden met alle concrete omstandigheden van het geval, om vast te stellen of er sprake is van “normaal gebruik” voor de instandhouding van het ingeroepen merk.
35. Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat gekeken moet worden naar de desbetreffende markt en dat naast andere aspecten gerelateerd aan deze markt, de de territoriale omvang van het gebruik is een van de omstandigheden die in overweging wordt genomen om te beoordelen of het oudere merk wel of niet normaal wordt gebruikt voor de betreffende waren producten of diensten.
49. (…) Het is gebruikelijk in de handel van de betrokken waren om ze te produceren in grote hoeveelheden en ze te verkopen, zowel in winkels als in supermarkten. Deze waren zijn naar hun aard gericht op een zeer ruim publiek dat zich uitstrekt over het grondgebied van de gehele Gemeenschap.50. (...) Alle andere stukken betreffen slechts Nederland, dat is in dit geval slechts een zeer beperkt deel van de markt van de betreffende waren. Dergelijke eenmalige en beperkte acties kunnen in de context van de branchegebruiken, gezien de frequentie en omvang, nauwelijks worden als reële commerciële exploitatie beschouwd.
51. Gezien de omvang van het recht op een gemeenschapmerk en rekening houdend met de relevante markt van waren waarvoor het merkbescherming geniet (…) concludeert het Bureau dat zelfs al zouden de bewijzen volstaan om het gebruik aan te tonen van het ingeroepen merk in de relevante periode, dat in casu dit gebruik van het merk in een beperkt deel van de Gemeenschap onvoldoende is om normaal gebruik van het gemeenschapsmerk vast te stellen.