Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Belgische twijfel over werkgeversauteursrecht
Artikel geschreven door Dirk Visser, Paul Kreijger en Iris Toepoel over Belgische vragen aan het HvJ EU over cessio legis en het recht op een billijke vergoeding. Is een Belgische regeling waarbij de rechten van uitvoerende kunstenaars bij wettelijk voorschrift tegen een vaste lump sum worden overgedragen aan hun werkgever in strijd met recht op een ‘passende en evenredige vergoeding’? En geldt dat ook als die regeling vóór 7 juni 2021 is ingevoerd en dus al voor die datum overdracht bewerkstelligd heeft? Dat is de kern van de eerste vragen van uitleg aan het HvJ EU over het recht op een billijke vergoeding vastgelegd in de DSM-richtlijn.
Wat is de achtergrond van deze vraag en wat betekent dit mogelijk voor Nederland?
Op 31 augustus 2023 heeft de Belgische Raad van State prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU en aan het Belgische Grondwettelijk hof. 2 Centraal staat het Belgische artikel XI. 205 paragraaf 4 van het Wetboek van economisch recht, dat als volgt luidt:
“Wanneer een uitvoerende kunstenaar een prestatie levert ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst of een statuut, kunnen de vermogensrechten worden overgedragen of in licentie gegeven aan de werkgever voor zover uitdrukkelijk in die overdracht of licentieverlening van rechten is voorzien en voor zover de prestatie binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst of het statuut valt. (…)”
Aan het Grondwettelijk Hof van België is de vraag gesteld of een wettelijke regeling (het hierna te bespreken Koninklijk Besluit) waarin naburige rechten geacht worden te zijn overgedragen zonder dat van daadwerkelijke wilsovereenstemming sprake is, in strijd is met genoemd artikel XI.205 en het grondrecht van eigendom van artikel 16 van de Belgische Grondwet 3 jo. artikel 1 EVRM, aangezien het de overdracht van de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars regelt zonder hun (individuele dan wel collectieve) instemming. Deze interessante vraag laten we hier terzijde, wel merken we nog op dat het eigendomsrecht ook in artikel 17 van het EU Handvest is geregeld (de Belgische Raad van State noemt die bepaling ook) en in zoverre ook een vraag op dit punt aan het HvJ EU denkbaar was geweest.