Gepubliceerd op maandag 19 december 2016
IEF 16459
Rechtbank Gelderland ||
19 dec 2016
Rechtbank Gelderland 19 dec 2016, IEF 16459; ECLI:NL:RBGEL:2016:6856 (Continental Bakeries-Haust en Tempels (en Bolletje)), https://delex.nl/artikelen/beschuitoctrooi-is-geen-misbruik-machtspositie-en-geen-gedwongen-licentieonderhandeling

Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp en Léon Korsten, DLA Piper.

Beschuitoctrooi is geen misbruik machtspositie en geen gedwongen licentieonderhandeling

Vzr. Rechtbank Gelderland 19 december 2016, IEF 16459; ECLI:NL:RBGEL:2016:6856 (Continental Bakeries-Haust en Tempels (en Bolletje)) Octrooirecht. Mededingingsrecht. FRAND. Tempels is uitvinder van een randinkeping waarmee platte baksels (beschuit) uit een strakke rolverpakking kunnen worden gehaald. Uit 4.17: Continental Bakeries (CB) wil meeliften op en heeft Tempels benaderd om alsnog in onderhandeling te gaan over een licentie. Tempels, een gepensioneerde burger van 77 jaar oud, heeft toen vanwege gezondheidsproblemen, eerst van zijn vrouw en daarna ook van hemzelf, om uitstel gevraagd. Daarop wilde CB niet wachten en heeft toen een vernietigingsprocedure aangekondigd en van Tempels, ter voorkoming daarvan, een licentie om niet geëist. Dit kon bepaald niet FRAND (fair, reasonable and non discriminatory) worden genoemd, niet jegens Tempels, die zijn rechten niet hoeft prijs te geven, en zeker ook niet jegens de bestaande licentiehouders, die de markt hebben gecreëerd en wel een vergoeding voor hun licentie betalen. Toen Tempels hier niet op inging, heeft CB overeenkomstig haar dreigement een procedure bij de rechtbank Den Haag aanhangig gemaakt waarin vernietiging van het octrooi werd gevorderd. Nadat de rechtbank Den Haag [IEF 16151] de vordering van CB had afgewezen is Continental Bakeries de onderhavige procedure gestart en eist zij hierin een licentie, thans wel op FRAND-voorwaarden, op grond van het mededingingsrecht.

Dat de inkeping onontbeerlijk of essentieel is om op de relevante beschuitmarkt door te dringen/actief te zijn, is onvoldoende aannemelijk geworden. Het bezit van een intellectueel eigendomsrecht levert op zichzelf niet een machtspositie op, en het gebruik van zon recht, ook al is wél sprake van een machtspositie, levert nog geen misbruik op. De vorderingen worden afgewezen.

4.3. Tempels heeft zich op het standpunt gesteld dat octrooirechteljke geschillen zoals het onderhavige tot de exclusieve bevoegdheid behoren van de rechtbank Den Haag, zodat alleen die rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van dit geschil. Vastgesteld kan worden dat Continental Bakeries haar vorderingen grondt op schending van het mededingingsrecht. Continental Bakeries heeft geen vordering ingesteld betreffende de uitleg of de inhoud van het octrooi dan wel om vast te doen stellen dat bepaalde door haar verrichte handelingen niet strijdig zijn met het octrooi van Tempels. Evenmin is sprake van een vordering tot handhaving van het octrooi wegens een (in)directe inbreuk oftot betaling van een redelijke vergoeding voor het gebruik van het octrooi voorafgaand aan de feitelijke verlening van het octrooi dan wel van een vordering inhoudende een “wapperverbod” (zijnde een verbod om mededelingen te doen over een beweerdelijke octrooi-inbreuk). De vorderingen van Continental Bakeries zijn er in essentie op gericht om de onderhandelingen op te starten over het verlenen van een licentie, omdat het niet verlenen ervan discriminatoir en mededingingsbeperkend zou zijn. Het verweer van Tempels dat de rechtbank Den Haag excltisief bevoegd zou zijn, wordt dan ook venvorpen. Tempels is woonachtig in Apeldoorn, zodat de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, die op grond van het bepaalde in het Zaakverdelingsregtement rechtbank Gelderland (StCrt 2014, 10620) kennisneemt van mededingingsrechtelijke geschillen, relatief bevoegd is.

4.12. (...) Het bezit van een intellectueel eigendomsrecht levert op zichzelf niet een machtspositie op, en het gebruik van zon recht, ook al is wél sprake van een machtspositie, levert nog geen misbruik op (vgl. HvJ EG 6 april 1995, C-241/91P en C-242/91P, ECLI:EU:C:1995:98, NJ 1995, 492, Magill). Slechts in uitzonderljke gevallen kan de ttitoefening van het aan een intellectuele eigendomsrecht verbonden alleenrecht door de houder van dat intellectuele eigendomsrecht misbruik in de zin van artikel 102 VWEU opleveren.
4.14. Continental Bakeries heeft nog een beroep gedaan op het arrest van 16juli 2015 van het HvJ EU (C-170/13. ECLI:EU:C:2015:477, RvdW 2015, 1195, Huawei/ZTE) waarin kort gezegd de volgende vraag is beantwoord: In welke omstandigheden kan een onderneming met een machtspositie die hottdster is van een Standaard Essentieel Octrooi fSEO, waarvoor zijjegens de standaardiscttieorganisatie de verbintenis is aangegaan aan derden licenties te verlenen onder fR.4ND-voorwaarden, door de instelling van een beroep wegens inbreuk tvrden geacht een door artikel 102 VWEU verboden misbruik te hebben gemacikt? Het HvJ EU is in dat arrest tot het oordeel gekomen dat het instellen van een dominante SEO-houder van vorderingen die strekken tot terugroeping van en een verbod op een verhandeling van de prodticten onder omstandigheden misbruik kan opleveren. De vergetijking met de onderhavige zaak gaat evenwel mank. nu hier geen sprake is van een SEO en evenmin jegens een standaardisatieorganisatie een verbintenis is aangegaan tot het verlenen van licenties aan derden onder FRAND-voorwaarden. De zaken zijn reeds daarom niet vergelijkbaar. Voor een rtiimere interpretatie van het arrest. zoals Continental Bakeries heeft betoogd, bestaat geen aanleiding.