Betaling taks is niet voldoende voor beroep
GvEA, arrest 31 mei 2005, zaak T-373/03 Solo Italia tegen OHIM/Nuova Sala.
Solo Italia heeft op 14 januari 2000 een gemeenschapsmerkaanvraag voor het teken PARMITALIA voor kazen ingediend bij het OHIM. Nuova Sala heeft hiertegen met succes oppositie ingesteld op grond van haar beeldmerk PARMITAL ingeschreven voor onder andere kazen. Bij beslissing van 26 november 2002 heeft de oppositieafdeling de oppositie toegewezen. Daarna gaat het mis.
De Franse onderneming OK SA heeft op 4 december 2004 op de rekening van het OHIM het bedrag van 800 euro overgemaakt onder vermelding van PARMITALIA. De boekhouding van BHIM heeft op 17 januari 2003 aan het Franse bedrijf Solo Italia France om opheldering gevraagd inzake de betaling. Op 17 februari 2003 heeft Solo Italia het OHIM geïnformeerd dat het bedrag verband hield met het beroep tegen de beslissing van 26 november 2002. Na ontvangst van de stukken van beroep op 24 maart 2003 heeft het OHIM de zaak verwezen naar de kamer van beroep. De kamer heeft daarop Solo Italia niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding beroepstermijn. Solo Italia heeft tegen deze beslissing drie middelen aangevoerd:
1) schending artikel 6 EVRM, omdat het OHIM verzoekster niet naar behoren zou hebben ingelicht
2) schending regels 55, 61 en 65 verordening nr. 2868/95, omdat uit de kennisgeving niet zou blijken dat de beslissing is ondertekend en deze zou zijn voorzien van de voorgeschreven stempelafdruk
3) schending artikel 59 van verordening nr. 40/49, omdat de betaling van de broepstaks zou volstaan om officieel beroep in te stellen
Het Gerecht van eerste aanleg maakt terecht korte metten met deze middelen.
1) Het middel is niet tijdens de administratieve fase van de procedure voor het OHIM aangevoerd. Het Gerecht richt zich op toetsing van de rechtmatigheid van beslissingen van de kamers van beroep van het OHIM aan de hand van de rechtsvragen die voor de kamer van beroep zijn gebracht.
2) Ook dit middel is niet aangevoerd in de administratieve fase van de procedure voor het OHIM.
3) Het enkel overmaken van de beroepstaks is niet voldoende voor een geldig beroep. Het beroep moet binnen twee maanden na kennisgeving van de beslissing schriftelijk zijn ingesteld bij het OHIM. Het beroep moet bovendien aanduiden welke beslissing wordt aangevochten en aangeven in hoeverre wijziging of herziening van de beslissing wordt verlangd. De beroepstaks moet binnen twee maanden zijn betaald en de gronden van het beroep moeten binnen vier maanden na de bestreden beslissing zijn ingediend.
Ten overvloede overweegt het Gerecht nog: "En wat het herstel in de vorige toestand betreft, de bewoordingen van artikel 78 van verordening nr. 40/94 sluiten de toepassing van dit beginsel niet uit in geval van een fout van een gemachtigde. Dit laat onverlet dat moet worden voldaan aan de voorwaarden hiervoor, met name dat alle in de gegeven omstandigheden noodzakelijke zorgvuldigheid is betracht." Lees arrest