3 sep 2024
Bevoegdheid van het UPC
UPC CoA 3 september 2024, IEF 22278, IEFbe 3801; UPC_CoA_188/2024 (AYLO tegen Dish en Sling). Dish is octrooihouder van een methode voor het presenteren van snelheidsaanpassende streams. Sling heeft een exclusieve licentie. AYLO, appellant in deze procedure, biedt videobestanden en mediaspelers aan via haar websites en levert aan eindgebruikers in onder meer Duitsland die, wanneer ze op de eindgebruikersstations werken, de in het litigieuze octrooi geclaimde methode uitvoeren. Dit wijst op een mogelijke indirecte inbreuk en Dish en Sling starten een inbreukactie tegen AYLO, die vervolgens een voorlopig bezwaarschrift indient omdat het UPC niet bevoegd zou zijn. Het Gerecht in Eerste Aanleg wijst dit af en ook het Hof van Beroep oordeelt dat het beroep van AYLO moet worden afgewezen.
De plaats waar de daadwerkelijke of dreigende inbreuk heeft plaatsgevonden of kan plaatsvinden als bedoeld in artikel 33.1 (a) UPCA moet op dezelfde manier worden geïnterpreteerd als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen als bedoeld in artikel 7 lid 2 van de herschikte Brussel I-verordening. Een indirecte inbreuk is voldoende om de bevoegdheid van het UPC vast te stellen, aangezien het litigieuze octrooi rechtsgevolgen heeft in onder meer Duitsland. Hierbij oordeelt het Hof van Beroep dat Dish en Sling niet hoefden aan te voeren dat de servers van AYLO zich op het grondgebied van de overeenkomstsluitende lidstaten bevinden. Verder oordeelt het Hof van Beroep dat het Gerecht in Eerste Aanleg terecht het argument van AYLO heeft verworpen dat misbruik en kennelijke ongegrondheid ongeschreven excepties in de zin van Rule 19 RoP zijn, want die lijst van voorlopige bezwaren is limitatief.
15) Das von DISH und SLING in ihrer Klageschrift vorgetragene schädigende Ereignis besteht darin, dass AYLO über ihre Websites Videodateien und Media Player an Endnutzer u. a. in Deutschland anbietet und liefert, die, wenn sie auf Endbenutzerstationen arbeiten, das im Klagepatent beanspruchte Verfahren durchführen. DISH und SLING machen geltend, dies stelle eine mittelbare Verletzung des Streitpatents dar. Dies sei ausreichend, um die Zuständigkeit des EPG gemäß Art. 7 Abs. 2 in Verbindung mit Art. 71b Abs. 1 der Verordnung Brüssel Ia zu begründen, da (unstreitig) das Streitpatent u.a. in Deutschland Wirkung entfaltet und die Websites von AYLO u.a. in Deutschland zugänglich sind.