Gepubliceerd op donderdag 24 maart 2016
IEF 15808
Rechtbank Amsterdam ||
23 mrt 2016
Rechtbank Amsterdam 23 mrt 2016, IEF 15808; (Orasure Technologies tegen Koninklijke Utermöhlen), https://delex.nl/artikelen/bezwaren-van-orasure-tegen-eindbeslissing-ongegrond

Uitspraak ingezonden door Peter Claassen en Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD

Bezwaren van Orasure tegen eindbeslissing ongegrond

Rechtbank Amsterdam, 23 maart 2016, IEF 15808; HA ZA 14-1008 (Orasure Technologies tegen Koninklijke Utermöhlen)
Zie eerder IEF 15360. Octrooirecht. Knowhow. Orasure heeft in haar akte de gelegenheid te baat genomen uiteen te zetten dat en waarom de beslissingen van de rechtbank in haar ogen onjuist zijn, in het bijzonder dat de rechtbank een onjuiste invulling heeft gegeven aan het begrip knowhow. De rechtbank ziet in hetgeen Orasure naar voren heeft gebracht geen feitelijke of juridische grondslag waarop terug gekomen kan worden op de eerdere eindbeslissing en verwerpt daarom het verzoek. Verder heeft de rechtbank de door Utermöhlen voorgestelde deskundige aangesteld en de aan de deskundige te stellen vragen geformuleerd. 

2.2. Orasure heeft in haar akte de gelegenheid te baat genomen uiteen te zetten dat en waarom de beslissingen van de rechtbank in haar ogen onjuist zijn, in het bijzonder dat de rechtbank een onjuiste invulling heeft gegeven aan het begrip knowhow. 
De rechtbank stelt voorop dat zij in beginsel gebonden is aan de eindbeslissingen die zij in het vonnis van 2 september 2015 heeft genomen. Eisen van een goede procesorde brengen echter mee dat de rechter, aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven, maar niet in een eind uitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaan­gaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, om te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen (zie HR 25 april 2008, LJN: BC 2800). 
Om die reden heeft de rechtbank Utermöhlen in de gelegenheid gesteld op de betreffende stellingen van Orasure bij akte te reageren. 

2.3. Hetgeen door Orasure in dit kader naar voren is gebracht bestaat voornamelijk uit een herhaling van hetgeen zij eerder naar voren heeft gebracht, op onderdelen nader toegelicht. Een onjuiste feitelijke of juridische grondslag waarop de rechtbank terug zou kunnen komen op haar eerdere eindbeslissingen ziet de rechtbank daarin niet, zodat zij het verzoek om op die beslissingen terug te komen verwerpt.