Bloemen houden van mensen
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 november 2007, rolnr. 04/1662, Bach Flower Remedies Ltd. tegen Healing herbs Ltd.(met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh).
Merkenrecht. De ingeschreven woordmerken van Flower Remedies verwijzen naar de eigenschap of het kenmerk dat het gaat om een product dat volgens de door dr. Bach ontwikkelde methode is vervaardigd. Hierbij is niet van belang of de aanduidingen op het moment van inschrijving daadwerkelijk werden gebruikt voor de beschrijving van dergelijke waren. Aanhouding i.v.m. mogelijkheid tot inburgering van beschrijvende woordmerken. Beeldmerken voldoende onderscheidend vermogen en dus niet nietig. Geen verschil tussen oud en nieuw Benelux Merkenrecht.
Flower remedies is houdster van een drietal Benelux-woordmerken en een tweetal Benelux-beeldmerken voor o.a. waren en diensten in de klassen 5 en 42. Flower remedies verzet zich tegen het gewezen vonnis tussen Flower remedies en Healing Herbs door de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 juni 2004. Zij richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de woordmerken “Bach” en “Bach Flower Remedies” nietig zijn daar deze aanduidingen ten tijde van de depots als generieke aanduidingen konden gelden dan wel als normale benamingen werden beschouwd door het in aanmerking komende publiek voor bloemen- of bloesemremedies die volgens de dr. Bach-methode zijn vervaardigd.
De woordmerken zijn gedeponeerd voor 1993 en hun geldigheid moet dan ook worden beoordeeld naar de BMW zoals die gold vóór 1996. In zijn oordeel verwijst het hof naar het Postkantoor-arrest (HvJEG, 12 februari 2004, C-363/99), het Chiemsee-arrest (HvJEG, 4 mei 1999, C-108/97) en het Doublemint-arrest (HvJEG, 23 oktober 2003, C-191/01) en komt tot de vooroverweging dat tekens of benamingen die kunnen dienen ter aanduiding van de kenmerken van de waren en diensten waarvoor zij worden ingeschreven door eenieder ongestoord kunnen worden gebruikt. Bij de beoordeling of deze tekens of benamingen de betrokken waren en of diensten beschrijven dan wel dat dit in de toekomst redelijkerwijs valt te verwachten, is de opvatting van de betrokken kringen relevant. De inschrijving van een woord als merk moet dan ook, aldus het hof, “(…) worden geweigerd indien het in minstens een van de potentiële betekenissen een kenmerk van de betrokken waren of diensten aanduidt.” In casu oordeelt het hof dat het relevante publiek wordt gevormd door “(…) de consument die geïnteresseerd is in natuurgeneeswijzen en dienovereenkomstige producten.”
De producten die Flower Remedies op de markt brengt zijn vervaardigd volgens de methode die door dr. Bach is ontwikkeld en vervolgens vrijelijk in het begin van de twintigste eeuw is gepubliceerd. Dit was dus voor de inschrijving/depots van Flower Remedies. Het hof is dan ook van oordeel dat de therapie en remedies van dr. Bach reeds enige bekendheid genoten bij het relevante publiek in de Benelux voordat de inschrijvingen door Flower Remedies waren verricht. Het hof komt tot het oordeel dat het niet gaat om:
11. “verwijzend gebruik naar de merken van Flower Remedies, maar om een verwijzing naar de eigenschap of het kenmerk dat het gaat om een volgens de methode van dr. Bach vervaardigd product. (…) de aanduidingen Bach, The Bach Remedies en Bach Flower Remedies kunnen en ten tijde van de depots/inschrijvingen konden dienen tot aanduiding van die eigenschappen of kenmerken van de desbetreffende waren en diensten. Daarbij is (…) niet van belang of de aanduidingen op het moment van de inschrijvingsaanvraag daadwerkelijk werden gebruikt voor de inschrijving van waren of diensten als die waarvoor de aanvraag is ingediend, of er andere aanduidingen bestaan of bestonden die gebruikelijker zijn of waren dan die waaruit het merk bestaat en of een groot dan wel een klein aantal concurrenten op het moment van de depots/inschrijvingen dan wel pas daarna belang kon hebben bij het gebruik van de aanduidingen.”
Vervolgens oordeelt het Hof dat de drie woordmerken beschrijvend/soortnamen zijn voor de waren en diensten waarvoor zij zijn ingeschreven en in zoverre elk onderscheidend vermogen missen.
Tot slot beroept Flower Remedies zich nog op de mogelijkheid dat haar (beschrijvende) woordmerken zijn ingeburgerd. Het hof geeft Flower Remedies de mogelijkheid om aan te tonen dat ondanks het feit dat de woordmerken beschrijvend van aard zijn het relevante publiek onderscheid maakt tussen de merken van Flower Remedies en de aanduiding “(bloesem- of bloemen)remedie vervaardigd volgens de methode van dr. Bach”.
Flower Remedies slaagt in haar beroep dat de beeldmerken, anders dan het oordeel van de rechtbank, niet nietig zijn. De enkele omstandigheid dat de in de beeldmerken voorkomende woorden op zich zelf beschrijvend zijn betekent nog niet dat de beeldmerken onderscheidend vermogen missen. Deze omstandigheid kan echter wel invloed hebben op de beschermingsomvang van de beeldmerken. Het Hof is van oordeel dat de beeldelementen aan het teken onderscheidend vermogen verschaffen. De mogelijkheid van verwording tot soortnaam geldt slechts voor woordmerken. Het betoog van Healing Herbs dat de beeldmerken misleidend zijn wordt niet gevolgd nu zij onvoldoende heeft onderbouwd dat het hier gaat om eigenschappen die de keuze voor een bepaald product zouden bepalen.
Healing Herbs wordt niet ontvankelijk verklaard in haar incidenteel hoger beroep en het hof verwijst de zaak naar de rol teneinde Flower Remedies de mogelijkheid te geven om aan te tonen dat de woordmerken zijn ingeburgerd.
Lees het arrest hier.