Buitenlandse uitzendkrachten eerder bekend met de Engelse e-klank
Vzr. Rechtbank Gelderland 23 juli 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2404 (Connect tegen Conact Uitzendbureau B.V.)
Uitspraak ingezonden door Laurens Kamp, Simmons & Simmons LLP en Gert Jan van de Kamp, Parklegal.
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Connect is sinds 1992 actief als uitzendbureau met diverse vestigingen, waaronder Rotterdam, en is houder van het woordmerk CONNECT. ConAct is een uitzendbureau sinds 2005 en heeft vestigingen in Maasland, Vlaardingen en Den Haag.
Dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden in kort geding, omdat in de overlegde pleitnota meer jurisprudentie wordt aangehaald dan in de dagvaarding, faalt nu het eigen is aan een kort geding. Het past in de context van een uitzendbureau dat beide tekens CONNECT en ConAct Engels worden uitgesproken.
Voor wat betreft de laatste is het niet geloofwaardig dat het met een a-klank wordt uitgesproken, nu laag-opgeleide buitenlandse uitzendkrachten eerder bekend zullen zijn met het Engels (e-klank) dan het Latijn (a-klank). Het is niet aannemelijk dat aan de tekens een ander begrip zal worden toegekend dan aan het Engelse 'connect', dus verbinden en samenbrengen. Dat past immers in de context van een uitzendbureau.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van merkinbreuk en concludeert ook tot verwarring in de zin van art. 5 Handelsnaamwet en is het tevens ex 5a Hnw verboden om een handelsnaam te voeren die het merk bevat waarop een ander recht heeft. Ook de domeinnaam uzbcontact.nl wordt als handelsnaam in strijd met artikel 5 Hnw gevoerd.
4.3. Volgens ConAct is het beginsel van hoor en wederhoor geschonden omdat Connect in haar ter zitting overlegde pleitnota meer jurisprudentie aanhaalt en uitgebreider ingaat op de juridische standpunten dan in de dagvaarding. Dat verweer faalt. Het is eigen aan een kort geding dat ter zitting in aanvulling op de dagvaarding de standpunten verder worden uitgediept en met jurisprudentie onderbouwd.
4.7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de tekens ConAct en ConAct Uitzendbureau in het economisch verkeer worden gebruikt voor identieke diensten als waarvoor Connect haar woordmerk heeft geregistreerd. Het teken wordt immers gebruikt in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd, te weten het aanbieden van uitzenddiensten, terwijl het woordmerk CONNECT (onder meer) is ingeschreven in klasse 35, die ziet - kort gezegd - op uitzending en detachering van personeel, waaronder tekenkamer- en technisch uitvoerend personeel, en werving en selectie van personeel.(...) Het mag zo zijn dat ConAct thans vooral de agrarische markt bedient, maar zij kan ook (weer) uitzendactiviteiten ontplooien in de techniek sector. Aldus is er sprake van identieke uitzenddiensten.
4.11. In dat kader wordt overwogen dat in dit geval het merk en de tekens auditief en begripsmatig overeenstemmen. Het is niet aannemelijk dat daar waar in de uitzendbranche connect onweersproken wordt opgevat als een Engels woord en als zodanig wordt uitgesproken, het tegen ConAct, zoals ConAct heeft aangevoerd, door het relevante publiek van opdrachtgevers en werkzoekenden wordt opgevat als een woord afkomstig uit het Latijn en daarom door hen wordt uitgesproken met een a-klank, in plaats van een e-klank, zoals het geval is indien het woord ConAct wordt opgevat als een Engels woord. Dat is vooral neit geloofwaardig waar het de werkzoekenden betreft die zich bij ConAct inschrijven. Die hebben volgens ConAct niet of nauwelijks opleiding gehad en zullen dus doorgaans niet vertrouwd zijn met Latijn en dikwijls, omdat het buitenlanders zijn, wel enigzins met het Engels. (...) Gelet op het vorenstaande is ook niet aannemelijk dat aan de tekens ConAct of ConAct Uitzendbureau een ander begrip zal worden toegekend dan aan het Engelse connect, dus verbinden en samenbrengen. Dat past immers in de context van een uitzendbureau.
4.21. Met betrekking tot de vraag of ook de domeinnaam www.uzbconact.nl in strijd is met art. 5 Hnw, geldt het volgende. In beginsel is een domeinnaam niet meer of anders dan een (internet)adres van de domeinnaamhouder en is het gebruik daarvan niet aan te merken als het voeren van een handelsnaam. Door omstandigheden kan het evenwel anders zijn. Dat is het geval als de domeinnaam overeenkomt met een handelsnaam en gebruikt wordt ter aanduiding van de bedrijfsactiviteiten van een onderneming, waarbij ook de inhoud van de website achter de domeinnaam van belang is (vgl. o.a. gerechtshof Amsterdam 19 oktober 2006, red. IEF 3344).
Lees de uitspraak hier
Rechtspraak.nl (link)
ECLI:NL:RBGEL:2013:2404 (pdf)
KG ZA 13-285 (afschrift)