Gepubliceerd op maandag 5 december 2016
IEF 16421
HvJ EU ||
1 dec 2016
HvJ EU 1 dec 2016, IEF 16421; ECLI:EU:C:2016:916 (W F Gözze Frottierweberei et Gözze), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-geen-grond-voor-nietig-of-vervallenverklaring-bij-ontbreken-kwaliteitscontrole-keurmerk

Conclusie AG: Geen grond voor nietig- of vervallenverklaring bij ontbreken kwaliteitscontrole keurmerk

Conclusie AG HvJ EU 1 december 2016, IEF ; C-689/15; ECLI:EU:C:2016:916 (W F Gözze Frottierweberei et Gözze) Uniemerk. Normaal gebruik van keurmerk. Certificeringsmerk. Geen regelmatige kwaliteitscontrole bij licentienemers. Conclusie AG:

1) Het gebruik van een teken als keurmerk kan een rechtshandhavend gebruik als merk in de zin van artikel 15 [UMVo] vormen, voor zover het gebruik van dat teken tegelijkertijd de wezenlijke herkomstaanduidingsfunctie van het merk vervult.

In dat geval moet artikel 9, lid 1, onder a), UMVo aldus worden uitgelegd dat het de houder van het met een keurmerk overeenkomend Uniemerk is toegestaan een concurrent te verbieden een identiek teken te gebruiken voor dezelfde waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, wanneer dit gebruik afbreuk kan doen aan een van de functies van het merk, zoals het aanduiden van de kwaliteit van de waar.

Wanneer daarentegen een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een merk gebruikt voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor dat merk is ingeschreven, moet artikel 9, lid 1, onder b)UMVo aldus worden uitgelegd dat de houder van het Uniemerk slechts gerechtigd is zich tegen het gebruik van voornoemd teken te verzetten wanneer er verwarring kan ontstaan.

2) Noch artikel 52, lid 1, onder a), juncto artikel 7, lid 1, onder g) UMVo noch artikel 73, onder c), van deze verordening biedt grond voor de nietig‑ of vervallenverklaring van een Uniemerk dat tevens een keurmerk is, wanneer de houder van dat merk niet door een daadwerkelijke of regelmatige kwaliteitscontrole bij zijn licentienemers waarborgt dat de kwaliteitsverwachtingen die het publiek aan het teken in kwestie verbindt, juist zijn.

Gestelde vragen [IEF 15665]:

1. Kan bij het gebruik van een individueel merk als keurmerk sprake zijn van een gebruik als merk in de zin van de artikelen 9, lid 1, en 15, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk voor de waren waarvoor het wordt gebruikt? 2.

Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag:
2. Moet een dergelijk merk overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a), juncto artikel 7, lid 1, onder g), nietig of met overeenkomstige toepassing van artikel 73, onder c), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk vervallen worden verklaard wanneer de merkhouder niet door regelmatige kwaliteitscontroles bij zijn licentienemers waarborgt dat de kwaliteitsverwachtingen die het publiek aan dit teken verbindt, juist zijn?