Gepubliceerd op dinsdag 2 mei 2017
IEF 16753
Rechtbank Gelderland ||
4 apr 2017
Rechtbank Gelderland 4 apr 2017, IEF 16753; ECLI:NL:RBGEL:2017:2433 (Connect tegen Connect Professionals), https://delex.nl/artikelen/connect-professional-maakt-inbreuk-op-connect-ex-sub-b

Connect Professional maakt inbreuk op CONNECT ex sub b

Vzr. Rechtbank Gelderland 4 april 2017, IEF 16753; IEFbe 2151; ECLI:NL:RBGEL:2017:2433 (Connect tegen Connect Professionals) Connect is een uitzendbureau sinds 1992 en is houdster van woordmerk CONNECT. Connect Professionals is opgericht in 2008 en voert (interim)opdracht uit en bemiddelt personeelsdiensten. Het woordmerk en het teken stemmen in zodanige mate overeen dat het verwarringsgevaar in beginsel is gegeven. Dit geldt te meer omdat ook Connect met louter beschrijvende elementen achter het woord Connect, zoals Connect Uitzendbureau en Connect Technisch Uitzendbureau, naar buiten treedt. Connect Professional handelt in strijd met artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. Connect is eind 2016 pas op de hoogte geraakt dat onder de naam Connect Professionals in dezelfde branche wordt gewerkt. Dat kan nauwelijks anders betekenen dan dat tussen 2009 en eind 2016 geen verwarring is ontstaan bij het in aanmerking komende publiek. Er is niet voldoende onderbouwd aannemelijk gemaakt dat verwarring te duchten is als bedoeld in artikel 5 Hnw. Staking woordmerkinbreuk wordt bevolen en veroordeling in de proceskosten €15.196,92.

4.5. Ten aanzien van de door partijen aangeboden diensten dient voor de toepassing van artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE te worden beoordeeld of Connect enerzijds en Connect Professionals anderzijds in het economisch verkeer worden gebruikt voor dezelfde waren of diensten als waarvoor Connect haar woordmerk heeft geregistreerd. De stelling van Connect dat dit zonder meer het geval is, valt te betwijfelen. Ter zitting heeft Connect Professionals aangevoerd dat haar activiteiten voor een belangrijk deel bestaan uit detachering van haar personeel in vaste dienst (circa 40%), terwijl dat voor Connect in beduidend mindere mate het geval is (circa 5-10%). Daarnaast heeft Connect Professionals aangevoerd dat haar onderneming zich richt op hoger opgeleid personeel voor in het onderwijs, de gezondheidszorg en de overheid, terwijl vaststaat dat Connect zich richt op (lager opgeleid) technisch personeel. Op basis hiervan kan op voorhand niet worden vastgesteld dat Connect Professionals het teken Connect in het economisch verkeer voor dezelfde waren of diensten gebruikt als Connect, zodat niet aannemelijk is dat Connect Professionals merkinbreuk maakt als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE en deze grondslag niet tot toewijzing van de vordering kan leiden. Aannemelijk is wel dat de door partijen aangeboden diensten in de kern genomen wel met elkaar overeenstemmen en soortgelijk zijn voor de toepassing van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE, nu beide partijen actief zijn in de werving en selectie alsmede in het detacheren van personeel.

4.7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het woordmerk CONNECT en het teken Connect Professionals auditief en begripsmatig overeenstemmen. Connect Professionals gebruikt namelijk exact het woord Connect, dat identiek is aan het woordmerk CONNECT, met daarachter een toevoeging. Niet in geschil is daarnaast dat het woordmerk CONNECT en het teken Connect Professionals op dezelfde wijze worden uitgesproken, namelijk als het Engelse woord connect. Als onweersproken staat voorts vast dat het woordmerk en het teken begripsmatig overeenstemmen en beiden duiden op het Engelse woord connect, wat zoveel betekent als ‘verbinden’ of ‘in verband brengen’. Ook in visueel opzicht verschillen het merk en het teken niet van elkaar. Het woord Connect wordt door zowel Connect als Connect Professionals immers op exact dezelfde wijze gespeld. De enkele toevoeging van het louter beschrijvende element Professionals maakt dit niet anders, te meer nu hiervoor is overwogen dat door het relevante publiek doorgaans meer aandacht wordt besteed aan het begingedeelte van een merk of teken dan aan het eindgedeelte daarvan. Nu aldus het woordmerk en het teken (globaal beoordeeld) dezelfde totaalindruk maken, is de voorzieningenrechter van oordeel dat bij het in aanmerking komende publiek, in dit geval werkzoekenden en de opdrachtgevers, verwarring tussen beide ondernemingen kan ontstaan, althans dat de indruk wordt gewekt dat enig verband tussen hen bestaat, mede in aanmerking genomen dat beide ondernemingen soortgelijke diensten verrichten. Indien het woordmerk en het teken in zodanige mate overeenstemmen als in het onderhavige geval, is verwarringsgevaar in beginsel gegeven. Dit geldt eens te meer omdat ook Connect met louter beschrijvende elementen achter het woord Connect, zoals Connect Uitzendbureau en Connect Technisch Uitzendbureau, naar buiten treedt.

4.8. Aangenomen kan dus worden dat genoegzaam is gebleken dat Connect Professionals in strijdt handelt met artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. (..)

4.16 (...) Ervan uitgaande dat Connect Professionals al vanaf 2009 op deze manier handelt, is het kennelijk mogelijk voor partijen om hun activiteiten te verrichten zonder in elkaars vaarwater terecht te komen. Connect is er immers volgens haar eigen stelling pas eind 2016 van op de hoogte geraakt dat Connect Professionals onder die naam in dezelfde branche werkt. Dat kan nauwelijks anders betekenen dan dat tussen 2009 en eind 2016 geen verwarring is ontstaan bij het in aanmerking komende publiek. In die situatie had van Connect mogen worden verwacht dat zij voldoende onderbouwd aannemelijk zou maken dat desondanks verwarring is te duchten. Nu enige onderbouwing aan de zijde van Connect op dat punt ontbreekt, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat sprake is van verwarringsgevaar als bedoeld in artikel 5 Hnw en kan voorshands niet worden geoordeeld dat Connect Professionals inbreuk maakt op de handelsnaam van Connect, zoals door Connect wordt gesteld. De vordering jegens Connect Professionals is op deze grond niet toewijsbaar.