29 aug 2023
Consument is gewend om uitroepteken als letter te lezen in merken
Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom 29 augustus 2023, IE 21642; Oppositienr. 2018231 (WINSOL/BHG) In deze zaak oordeelt het BBIE over de mate waarin verwarringsgevaar te duchten valt tussen het merk ‘Z!P’, dat door WINSOL (hierna: opposant) en de merkaanvraag ‘ID-zip’ van BHG (hierna: verweerder). Beide merken worden ingeschreven voor domoticasystemen. Opposant stelt dat de twee merken voor dezelfde waren zijn ingeschreven en dat het relevante publiek het uitroepteken in het merk ‘Z!P’ als een ‘i’ zullen lezen, waardoor er sprake is van grote auditieve en visuele gelijkenis tussen de merken. Ook conceptueel is er overeenstemming, nu beide merken naar het geluid van een rits refereren. Verweerder stelt dat het minder aannemelijk wordt dat een leesteken als een letter wordt gelezen als het merk korter is.
Het BBIE neemt aan dat het relevante publiek het uitroepteken in het merk van opposant als een ‘i’ zal zien. De consument is gewend geraakt aan deze stilering. Het woord ‘ID’ in het merk van verweerder geeft het merk wel enig onderscheidend vermogen, maar niet genoeg om de overeenstemming op te heffen. Auditief is er eveneens een zekere mate van overeenstemming. Ook hier legt het toevoegsel ‘ID’ niet genoeg gewicht in de schaal om de twee merken van elkaar te onderscheiden. Begripsmatig komen de twee merken overeen nu, zoals partijen onderschrijven, het woord ‘zip’ ook ‘ritsen’ betekent. Het BBIE komt tot de conclusie dat het merk door deze overeenkomstigheden niet moet worden ingeschreven, wegens gevaar voor verwarring.
Begripsmatige vergelijking
45. Hoewel de gemiddelde consument een merk gewoonlijk als een geheel waarneemt en niet let op de verschillende details ervan, neemt dit niet weg dat een consument die een woordteken waarneemt, dat teken zal ontleden in woordelementen die voor hem een concrete betekenis hebben of die lijken op woorden die hij al kent.
46. Naar het oordeel van het Bureau zal het relevante publiek in het ingeroepen merk het woord “zip” herkennen dat “ritsen” betekent, zoals beide partijen ook onderschrijven (zie punten 15 en 26). In het betwiste teken komt naast het element “Zip” het element “ID” voor. Verweerder stelt dat de betekenis van “ID” niet hetzelfde wordt gepercipieerd zoals dat in de door opposant aangehaalde beslissing het geval is, nu het in casu om een andere sector gaat (zie punt 23). Het Bureau kan verweerder hierin niet bijtreden nu de afkorting “ID” als zodanig behoort tot de basiswoorden van onder andere het Nederlands, Frans en Engels met de vaststaande betekenis “identificatie” of “identiteit”.