De Bestrijder
Rechtbank Zwolle, 5 oktober 2006, gepubliceerd 5 april 2007, LJN: AZ9433. De Ongedierte Bestrijder tegen De Ongediertespecialist.
Handelsnaamgeschil. De Ongedierte Bestrijder vordert en krijgt een verbod op het gebruik van de handelsnaam (De) Ongediertespecialist. Gezien de partijen is ook de naam van de rechter het vermelden waard: Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.
Samengevat in de woorden van de rechter: “Hoewel de woorden "ongedierte" en "bestrijder" op zichzelf bezien beschrijvend van aard zijn, brengt dat niet met zich dat de combinatie van deze woorden geen handelsnaam kan doen ontstaan. Met name de aanduiding "bestrijder" maakt dat de naam onderscheidend vermogen bezit nu daarmee wordt gedoeld op één specifieke entiteit. Van onderscheidend vermogen kan bijvoorbeeld minder snel worden gesproken bij de aanduiding "bestrijding" nu dit algemener en meer omschrijvend van aard is dan "bestrijder". "De Ongedierte Bestrijder" is naar voorlopige oordeel dan ook voldoende onderscheidend om te kunnen worden aangemerkt als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet.” (4.5)
“De door gedaagde gebruikte handelsnaam "De Ongediertespecialist" wijkt, in combinatie met de toevoeging "Specialist in bestrijding van houtworm en boktor", slechts in geringe mate af van de door DOB gevoerde handelsnaam "De Ongedierte Bestrijder" met de toevoeging "Expert in houtworm- en boktorbestrijding" (overweging 2.5. en 2.6.). DOB heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat er verwarring bij het publiek valt te duchten gelet op het feit dat beide ondernemingen zich (al dan niet onder meer) toeleggen op ongediertebestrijding alsmede gelet op het feit dat zij in dezelfde regio's actief zijn.
Bovendien staat vast dat er reeds verwarring bij klanten is ontstaan nu gedaagde immers zelf ter zitting heeft medegedeeld dat er tot nu toe bij twee klanten verwarring is ontstaan omtrent de vraag met welke van de twee ondernemingen men van doen had” (4.6)
“Ter zitting is aan de zijde van DOB aangevoerd dat zij er (commercieel) belang bij heeft dat gedaagde een naam voert die zich meer onderscheidt van haar handelsnaam en dat zij er geen bezwaar tegen heeft als gedaagde bijvoorbeeld de handelsnaam "[gedaagde] Ongediertespecialist" of de reeds eerder door gedaagde gevoerde naam "[gedaagde] Ongediertebestrijding" voert. Gedaagde heeft gesteld dat het voeren van de naam "[gedaagde] Ongediertespecialist" in beginsel geen bezwaar oplevert doch dat er in de toekomst wellicht samenwerkingsverbanden zullen worden aangegaan waardoor de toevoeging "[gedaagde]" niet langer gewenst kan zijn.” (4.7)
“Het commerciële belang van DOB om gevrijwaard te blijven van verwarring bij (potentiële) klanten omtrent de identiteit van de ondernemingen weegt zwaarder dan het belang van gedaagde bij het gebruik van de naam "De Ongediertespecialist" met het oog op mogelijke samenwerkingsverbanden in de toekomst.
Dat klemt temeer nu ter zitting is gebleken dat gedaagde de handelsnaam "De Ongediertespecialist" niet op haar briefpapier, facturen, gevel of bedrijfsauto heeft vermeld terwijl DOB de naam "De Ongedierte Bestrijder" wel op voornoemde zaken heeft aangebracht. Het is derhalve minder bezwarend voor gedaagde de verwarring tussen de ondernemingen op te heffen door het gebruik van de handelsnaam "De Ongediertespecialist" te staken dan het voor DOB zou zijn om een andere handelsnaam te gaan voeren. De vordering zal dan ook worden toegewezen.” (4.8)
Lees het vonnis hier.