De helft
Rechtbank 's-Gravenhage 22 juli 2009, HA ZA 09-1232. ABB Asea Brown Boveri Limited tegen X en Sosazienda ABB International
Verstekvonnis. Merkenrecht. Proceskosten voor de helft toegewezen.
ABB heeft de vorderingen jegens SAI ingetrokken. De vorderingen ten aanzien van X worden toegewezen in de door de rechtbank begrepen vorm. Daarbij wordt opgemerkt dat onder het verbod ook het gebruik ten aanzien van andere tekens dan de specifiek genoemde tekens valt voor zover dat gebruik ten aanzien van de genoemde merken voldoent aan de voorwaarden van artikel 9 lid 1 sub a-c GMVo en/of artikel 2.20 lid 1 sub a-c BVIE.
X zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten overeenkomstig art. 1019h Rv worden veroordeeld. De total kosten zijn beraamd op EUR 7.696,50. Uit die specificatie wordt het de rechtbank niet duidelijk of, en zo ja, hoe, een verdeling van die kosten is te maken ten aanzien van de afzonderlijke gedaagden. De rechtbank gaat ervan uit dat de helft van de kosten zijn gemaakt ten behoeve van de vorderingen jegens X en de andere helft ten behoeve van de vorderingen jegens SAI. Nu eiseres de vorderingen jegens laatstgenoemde partij heeft ingetrokken, zal de rechtbank X veroordelen tot betaling van EUR 3.848,25, te weten de helft van het totale door eiseres gevorderde bedrag.
Lees het vonnis hier.