De specifieke schrijfwijze
Rechtbank Utrecht, 24 mei 2006, HA ZA 03-923. Hachette Filipacchie Presse S.A. tegen WE Netherlands B.V. (Met dank aan Paul Steinhauser, Steinhauser Hoogenraad)
Over persoonlijk-voornaamwoordmerken, het belang van een specifieke schrijfwijze en verwarring tussen bekende merken. WE vordert tevergeefs om Hachette te verbieden de handelsnaam ELLE, of iedere met de handelsnamen van WE overeenstemmende tekens, te gebruiken.
Hachette brengt het tijdschrift ELLE op de markt. Daarnaast houdt de onderneming zich bezig met de handel in kleding en aanverwante artikelen. Deze producten biedt zij eveneens aan onder de naam ELLE, welke naam zij consistent en voor al haar producten als afgebeeld gebruikt. Hachette is voornemens om in Nederland ook kledingwinkels te openen onder de handelsnaam ELLE.
WE heeft tot 1999 de handelsnamen HIJ, ZIJ en YOU gevoerd. Vanaf 1999 voert zij de handelsnaam WE. Voorts heeft WE door inschrijving in het Benelux Merkenregister het uitsluitend recht op de hele reeks persoonlijk-voornaamwoordmerken.
Niet in geschil is dat het door Hachette gebruikte merk ELLE zeer bekend is hij een omvangrijk publiek, met name door het tijdschrift ELLE. De rechtbank is met Hachette van oordeel dat het merk ELLE een eigen identiteit bezit, die samenhangt met de specifieke schrijfwijze van het merk.
Evenmin is tussen partijen in geschil dat de handelsnamen WE, HIJ en ZIJ grote bekendheid genieten bij het Nederlandse publiek. De rechtbank stelt voorts vast dat de naam ELLE en de handelsnamen WE, HIJ en ZIJ al sinds lange tijd door partijen naast elkaar worden gevoerd, zonder dat sprake is van verwarring hij het publiek. De rechtbank houdt hierbij rekening met het feit dat de namen WE, HIJ en ZIJ hun bekendheid hebben te danken aan de gelijknamige kledingwinkels, terwijl de naam ELLE in Nederland met name bekendheid geniet door het gelijknamige tijdschrift.
Gelet op voornoemde omstandigheden, waaronder met name de bekendheid van het merk ELLE, is de rechtbank van oordeel dat het publiek de handelsnaam ELLE veeleer in verband zal brengen met de reeds bestaande naam ELLE, en niet met (merken of
handelsnamen van) de onderneming WE. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat Hachette de door haar te voeren handelsnaam onder welke naam zij de winkels zal openen, op gelijke wijze zal schrijven als de wijze waarop zij het merk ELLE tot op heden altijd heeft geschreven. Dat de naam ELLE tot op heden slechts als merk is gebruikt en niet als handelsnaam, doet aan het vorenstaande niet af, nu de bekendheid samenhangt met de naam ELLE en het publiek naar het oordeel van de rechtbank geen onderscheid zal maken tussen merk en handelsnaam.
Naar het oordeel van de rechtbank is bij het publiek geen verwarring te duchten tussen de ondernemingen. Dit te minder nu WE slechts
Nederlandstalige en Engelstalige handelsnamen gebruikt, en geen Franstalige zoals ELLE. De enkele omstandigheid dat de in het geding zijnde merken en handelsnamen alle persoonlijke voornaamwoorden betreffen, is in het licht van het vorenstaande onvoldoende om anders te oordelen.
De rechtbank is verder van oordeel dat het voeren van de handelsnaam ELLE niet zal leiden tot verwatering van de handelsnamen van WE. Gezien de bekendheid van de naam ELLE en het feit dat deze naam altijd naast de door WE gevoerde namen heeft bestaan, valt niet in te zien waarom thans door het voeren van de handelsnaam ELLE afbreuk zal worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de door WE gebruikte namen, dan wel dat daaruit voordeel zal worden getrokken.
Hachette vordert in reconventie de vervallenverklaring van enkele merken, omdat WE geen normaal gebruik zou hebben gemaakt van deze merken.
Naar het oordeel van de rechtbank kan Hachette als belanghebbende in de zin de BMW worden aangemerkt, nu vaststaat dat Hachette de naam ELLE reeds zelf als merk gebruikt en het gebruik van de naam ELLE binnen de Benelux verder wenst uit te breiden. WE heeft de vordering tot vervallenverklaring van de merken ELLE en ELLE & LUI voor het overige niet (voldoende) gemotiveerd betwist, zodat de vordering op deze onderdelen zal worden toegewezen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat Hachette met betrekking tot de vervallenverklaring van de andere persoonlijk-voornaamwoordmerken niet als belanghebbende in de zin van artikel l4C, eerste lid van de BMW kan worden aangemerkt.
De gevorderde verklaring voor recht dat Hachette niet onrechtmatig handelt jegens WE door de winkels of andersoortige verkooppunten van ELLE gemerkte kleding ELLE te (laten) noemen, zal worden toegewezen.
Lees het vonnis hier.